Dreigingsniveau Terrorisme in Nederland blijft beperkt

Het dreigingsniveau voor Nederland is gestabiliseerd op het niveau van 'beperkt'. Dit betekent dat de geïdentificeerde dreiging van personen of gekende netwerken opnieuw gering is, hoewel de kans op een aanslag zeker niet geheel is uit te sluiten. Wel kan de slagkracht van netwerken, bijvoorbeeld door het toetreden van leiders of ervaren personen, relatief snel toenemen. Daarvoor zijn echter op dit moment geen indicaties. Dat schrijven de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in de zesde Voortgangsrapportage Terrorismebestrijding aan de Tweede Kamer.

Bij brede lagen van de moslimbevolking in Nederland valt een zekere berusting in het debat over de islam te constateren. Ook op het internet geven sommige moslimjongeren blijk van een soort gelatenheid en reageren veel minder fel op bepaalde uitlatingen dan voorheen. Daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat de internationale jihadistische boodschap veel weerklank vindt onder de Somalische, Iraakse, Afghaanse en Tsjetsjeense bevolkingsgroepen in Nederland. De betrokkenheid bij hun moederland is er niet een van jihadisme, maar vooral van humanitaire aard gezien hun bezorgdheid om de veiligheid van familie en vrienden in het thuisland. Spanningen tussen soennitische en sji'ietische moslims in het Midden-Oosten lijken wel hun neerslag te vinden in Nederland. In enkele salafistische (soennitische) moskeeën wordt er sinds begin dit jaar openlijk een boodschap van onverdraagzaamheid uitgedragen tegen sji'ieten. Een verdere escalatie van het conflict in Irak tussen soennieten en shi'ieten met de voortdurende beroering uit salafistische hoek kan op den duur gevolgen hebben voor de harmonie binnen de islamitische gemeenschap in Nederland. Dit heeft zich tot op heden niet vertaald in concrete incidenten.

Communicatie via het internet door jihadisten blijft verder in belang toenemen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de terrorist die zichzelf met een bomgordel opblies in een internetcafé in Casablanca. Deze zou, voor zover nu bekend, daar instructies hebben willen 'ophalen'. Jihadisten wijzen elkaar via het internet op de mogelijkheden van internet-toepassingen voor de voorbereiding of uitvoering van acties. In Irak is Google Earth bijvoorbeeld gebruikt bij de voorbereiding van aanslagen.

Een belangrijke stap die is gezet is de samenwerking met andere landen binnen Europa bij de aanpak van het internetgebruik voor radicale en terroristische doeleinden. Dit heeft concreet vorm gekregen in het EU-project 'Check the web'. Dit samenwerkingsinitiatief richt zich op het monitoren van open bronnen op het internet en het delen van informatie. Tevens is op initiatief van de Europese Commissie gesproken over de wettelijke mogelijkheden ter bestrijding van misbruik van internet. Ook in Nederland wordt gewerkt aan een procedure om radicale of terroristische websites te kunnen blokkeren gewerkt zoals afgesproken in het Coalitieakkoord.

Sinds het voorjaar 2005 is een wisselend aantal subjecten (circa 15) voorwerp van de persoonsgerichte aanpak danwel verstoord. De persoonsgerichte aanpak wordt nu ongeveer twee jaar toegepast waarbij de politie de maatregelen uitvoert. Het doel van de persoonsgerichte aanpak is tweeledig: Primair is het doel van de aanpak om aan een subject, object, netwerk dan wel organisatie een signaal af te geven dat hun (dreigende) inbreuken op de veiligheid en maatschappelijke integriteit bekend en niet gewenst zijn en het subject en zijn omgeving duidelijk wordt dat hij onderwerp is van preventief overheidsoptreden. Daarnaast is het doel van de aanpak dat het subject stopt, vertrekt of minder aantrekkelijk is voor zijn omgeving waar hij deel van uit maakt. Met betrekking tot het primaire doel kan niet anders worden gesteld dan dat dit doel wordt bereikt. Reacties die daar blijk van geven, bestaan bijvoorbeeld uit beklag doen bij de bezoekende buurtregisseur, wijkagent of rechercheur, brieven van advocaten en de kortgedingen om de aanpak te laten eindigen. De evaluatie leidde ondermeer tot de aanbevelingen het instrument nogmaals onder de aandacht van alle betrokken operationele diensten te brengen en de informatie-uitwisseling tussen regionaal en nationaal niveau en op centraal niveau verder te verbeteren.

De ontwikkeling en uitbreiding van het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) is bijna gereed. Per 1 juli aanstaande zijn 14 sectoren aangesloten op het systeem. De sectoren 'publieksevenementen' en 'hotels' vallen niet onder de 'vitale infrastructuur' maar kunnen wel relevante doelwitten zijn voor terroristische aanslagen. Met alle sectoren zijn afspraken gemaakt over de toepassing van het systeem in geval van op- en afschaling, en wordt er regelmatig geoefend. Daarmee is in twee jaar tijd een gedegen alerteringsysteem opgebouwd dat nu bijna gereed is. Het systeem is in beheer bij de NCTb en functioneert dankzij een professionele samenwerking tussen inlichtingendiensten, departementen, provincies, gemeenten, politiekorpsen en private sectoren.

Naast het DTN wordt in de brief nog een uitgebreid overzicht gegeven van de stand van zaken op diverse onderdelen van het terrorismebeleid. De voortgangsrapportage met de samenvatting van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland is gepubliceerd op de website van de NCTb (www.nctb.nl).

Noot voor redacties (