over meisjesbesnijdenis die in Nederland nog altijd niet effectief bestreden wordt

Antwoorden op kamervragen van Agema over meisjesbesnijdenis die in Nederland nog altijd niet effectief bestreden wordt

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2765841

6 juni 2007

Antwoorden staatssecretaris Bussemaker op Kamervragen van het Kamerlid Agema over meisjesbesnijdenis die in Nederland nog altijd niet effectief bestreden wordt (2060712980).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 1) dat meisjesbesnijdenis in Nederland, ondanks een specifiek verbod en een parlementaire discussie, nog altijd niet effectief bestreden wordt, en dat Nederland er internationaal om bekend staat dat meisjes hier illegaal goed en veilig kunnen worden besneden?

Antwoord 1
Ik ben bekend met de berichtgeving in Trouw. Echter, het beeld dat Nederland er internationaal om bekend staat dat meisjes hier makkelijk kunnen worden besneden, bestrijd ik. Het is niet in lijn met recente terugkoppeling van de Verenigde Naties over het Nederlands beleid op dit terrein. De Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties inzake geweld tegen vrouwen, mevrouw Yakin Ertürk, presenteerde op dinsdag 20 maart haar rapport over haar onderzoeksmissie naar Nederland in juli 2006. Tijdens deze missie heeft zij ook kennis genomen van inhoudelijke programma's, onder andere op het onderwerp Vrouwelijke Genitale Verminking. Het volledige rapport van mevrouw Ertürk alsmede de Nederlandse reactie daarop heeft uw Kamer ontvangen van de Minister van Buitenlandse Zaken (bij brief van 18 april 2007, kenmerk DMV/MR-135/07). In haar rapport en bij de bespreking van haar bevindingen in de Mensenrechtenraad van de VN in maart 2007 is geen kritiek geuit op het Nederlands beleid inzake VGV.

Vraag 2
Deelt u de mening dat het verbod op meisjesbesnijdenis een dode letter in de wet is als er niet effectief wordt gecontroleerd? Zo ja, wat gaat u eraan doen om meisjesbesnijdenis effectief te bestrijden zodat deze afschuwelijke verminking geen onschuldige meisjes meer zal treffen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Eerder is al uitgezocht dat een verplichte lichamelijke controle op het voorkómen van vrouwelijke genitale verminking juridisch niet mogelijk is: de overheid heeft daarvoor geen bevoegdheid. Een Nederlandse of Europese rechter zou op die manier verkregen onrechtmatig verklaren. Bovendien wordt de effectiviteit van het bestrijden van VGV niet alleen bepaald door verplichte controles en het aantal veroordelingen. Het kabinet was en is er niet van overtuigd dat met verplichte controles een eeuwenoude traditie opeens ophoudt te bestaan. Het kabinet heeft, samen met alle betrokken instanties en (zelf)organisaties, actief ingezet op het bestrijden van VGV door middel van primaire preventie en vroegtijdige signalering. Hiermee is in 2005/2006 begonnen. Aan het eind van de periode van drie en een half jaar moeten de effecten van de aanpak zichtbaar zijn. Over de voortgang rapporteer ik u na het zomerreces. In het vervolg wordt om pragmatische redenen de voortgangsrapportage VGV gekoppeld aan de voortgangsrapportage van het project Eergerelateerd geweld.


1) Trouw, Meisjesbesnijdenis beter bestrijden, 18 april 2007