Schippers over controle op meisjesbesnijdenis

Antwoorden op kamervragen van Schippers over controle op meisjesbesnijdenis

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2767248

6 juni 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op Kamervragen van het Kamerlid Schippers over controle op meisjesbesnijdenis ( (2060713280).

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de GGD Nederland onderzoek gaat doen naar de invloed van een verplichte controle van geslachtsdelen van kinderen op het aantal besnijdenissen bij meisjes?
1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Bent u bekend met de aangenomen motie-Arib c.s. 2) en de aangenomen motie-Schippers c.s. 3) over verplichte periodieke controle door een jeugdarts of een praktijkverpleegkundige op genitale verminking bij meisjes?

Antwoord 2
Ja.

Vraag 3
Bent u inmiddels bereid om deze moties uit te voeren, nu ook de GGD Nederland onderzoek gaat doen naar verplichte periodieke controle van geslachtsdelen van kinderen? Zo ja, op welke termijn en op welke manier? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Het vorige kabinet heeft al laten weten hiertoe niet bereid te zijn. Alle argumenten uit het kabinetsstandpunt gelden mijns inziens nog steeds. GGD Nederland vindt verplichte controle eveneens niet aan de orde. GGD Nederland heeft mij laten weten dat in Trouw van 20 april onjuist werd vermeld dat GGD Nederland gaat onderzoeken of verplichte controle van geslachtsdelen van kinderen leidt tot minder besnijdenissen. Dit is niet het geval. Het standpunt van GGD Nederland en Actiz uit maart 2005 is ongewijzigd. De jeugdgezondheidszorg ziet nagenoeg alle kinderen in Nederland op vrijwillige basis. Door verplichte controle zou een belangrijke risicogroep uit beeld kunnen raken. Aan de hand van een gespreksprotocol ter preventie van meisjesbesnijdenis maken professionals in de jeugdgezondheidszorg meisjesbesnijdenis bespreekbaar tijdens de verschillende contactmomenten met (ouders van) meisjes uit landen van herkomst waar meisjesbesnijdenis tot de traditie behoort. Aan de hand daarvan wordt een risico-inschatting gemaakt. Omdat het uitvoeren van besnijdenis bij de wet verboden is, wordt er bij een geconstateerd hoog risico melding gemaakt bij het meldpunt kindermishandeling. Inmiddels heeft de KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen) ook een meldcode kindermishandeling waaronder ook Vrouwelijke Genitale Verminking valt. Preventie en signalering kan dus in een steeds eerdere fase beginnen.


1) Trouw, 20 april 2007

2) Kamerstuk 22 894, nr. 32, vergaderjaar 2003-2004
3) Kamerstuk 30 300 XVI, nr. 52, vergaderjaar 2005-2006