College van Beroep voor het bedrijfsleven
Niet verschoonbare termijnoverschrijding. Afgaan op mededelingen
Uwv-medewerker
Betrokkene is ontslagen wegens faillissement van de werkgever. Door
een Uwv-medewerker is meegedeeld dat het geen zin heeft bezwaar te
maken tegen de opzegtermijn van zes weken omdat dit een wettelijke
termijn betreft. Naar aanleiding van een uitspraak van 27 april 2005,
LJN AT5204, waarin de Raad oordeelde dat het Uwv de opzegtermijn ten
onrechte gesteld had op zes weken, heeft betrokkene alsnog bezwaar
gemaakt. De opzegtermijn had destijds op 13 weken gesteld moeten
worden. Het bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens
niet-verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart het
beroep gegrond en overweegt dat een uitlating van het Uwv met een
dergelijke ondubbelzinnige strekking betrokkene er terecht van had
mogen overtuigen dat wat hem werd meegedeeld juist was. In hoger
beroep oordeelt de Raad dat de mededelingen van de Uwv-medewerker
omtrent uitkering op grond van Hoofdstuk IV van de WW gezien moeten
worden in het licht van algemene informatieverstrekking. Voorts is
onder het bestreden besluit een bezwaarclausule vermeld, zodat het Uwv
betrokkene niet heeft weerhouden van het maken van bezwaar. Collegaâs
van betrokkene hebben wél tijdig bezwaar gemaakt. Betrokkenes
beslissing om toentertijd geen bezwaar te maken op de grond dat de
Uwv-medewerker van mening was dat dit zinloos zou zijn dient dan ook
voor betrokkenes risico te blijven.
LJ Nummer:
BA5442
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 6 juni 2007