ChristenUnie



Inbreng bij RFID

woensdag 06 juni 2007 14:30

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief van de staatssecretaris. De staatssecretaris geeft blijk van aandacht voor de verschillende kanten van RFID zoals de mogelijke technologische voordelen en privacy-nadelen en -zorgen. De leden van de fractie van de ChristenUnie hechten er aan te benadrukken dat, ondanks de voordelen van RFID die ook zij zien, privacy van burgers hieraan niet ondergeschikt gemaakt mag worden. Nauwe betrokkenheid van de overheid is nu en in de toekomst dus gewenst.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben na het lezen van de brief van de staatssecretaris nog nadere vragen over privacy en toepassing RFID.

Zoals ook al in de notitie van de ChristenUnie over RFID (RFID-chips: Kans of gevaar?) wordt opgemerkt is de ChristenUnie bezorgd dat wanneer te lang gewacht wordt met het nemen van maatregelen omtrent privacy en RFID het proces onomkeerbaar is. Ook het CBP geeft dit aan, maar zet dit af tegen een mogelijk verstikkende werking van regelgeving voor innovatie. Hoewel de leden van de fractie van de ChristenUnie innovatie belangrijk vinden, willen zij dit niet boven het belang van privacy en vertrouwen van burgers in nieuwe technologie als RFID stellen. Is de staatssecretaris met de ChristenUnie van mening dat in dat geval het belang van vertrouwen van burgers in overheid en technologie voorop staat, en niet de ontwikkeling van de technologie?

In relatie hiermee schrijft het CBP dat het vergroten van publieke kennis over de (on)mogelijkheden van RFID-toepassingen kan bijdragen aan het vertrouwen in verantwoorde toepassingen en tegelijkertijd aan het tijdig treffen van maatregelen ter voorkoming van nadelige effecten. Wat gaat de staatssecretaris doen met deze aanbeveling van het CBP? Worden er publiekscampagnes ingezet? Weten burgers wat RFID is en waar en hoe het wordt toegepast? Wat vindt de staatssecretaris van de suggestie van het CBP om een informatiepunt in trant van postbus 51 én een klachtenregeling voor mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik van RFID (een klachtenloket) in te richten?

In dit verband wijzen de leden van de ChristenUnie-fractie de staatssecretaris op een publicatie van het Rathenau instituut over RFID, waar treffend een dag uit een gemiddeld Nederlands gezin wordt geportretteerd, waaruit blijkt hoe RFID al met het dagelijks leven is verweven. Mogelijk kan de staatssecretaris hier zijn voordeel mee doen?

Het CBP geeft blijk van betrokkenheid bij het onderwerp van privacy. Zij stelt dat het juridisch kader op dit moment voldoet, maar merkt tegelijkertijd op dat er nog een grijs gebied is in de overgang van productgebonden gegeven naar persoonsgegevens. De staatssecretaris geeft aan dat hij met interesse de invulling die het CBP geeft aan verdere normontwikkeling volgt. Zo ook de leden van de fractie van de ChristenUnie, maar tegelijk horen zij graag van de staatssecretaris hoe hij er op toeziet dat dit grijze gebied inderdaad ingekleurd gaat worden. Is dit een onderwerp waar de `denktank privacy en nieuwe technologieën' zich mee bezig gaat houden? Graag een toezegging van de staatssecretaris dat dit element meegenomen wordt in het onderzoek en aan de Kamer wordt voorgelegd.

Ook vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie aandacht voor opmerkingen over de WBP en RFID in de nota `Eerste fase evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens' (Kamerstuk nummer 31051, nr.1). Daarin wordt de heer Terstegge aangehaald, die van mening is dat onder andere invoering van RFID-toepassingen en concepten als `ubiquitous computing' of `ambient intelligence' het einde zullen gaan betekenen van de privacywetgeving zoals wij die nu kennen. Nieuwe wetgeving zou meer moeten uitgaan van `privacy-by-design' en niet gericht moeten zijn op het gebruik van gegevens maar het misbruik daarvan. Graag een reactie van de staatssecretaris hierop.

Een belangrijk thema in het kader van RFID en de WBP is het `privacy by design'. Hierin ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor ontwikkelaars en gebruikers van RFID. Terecht geeft de staatssecretaris aan dat zij veel kunnen bijdragen aan de vermindering van privacyrisico's. De leden van de fractie van de ChristenUnie onderschrijven deze visie, maar vernemen graag van de staatssecretaris hoe er op de ontwikkeling wordt toegezien. Omdat het toch om een gevoelig onderwerp gaat, zijn deze leden van mening dat er niet kan worden volstaan met het wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de ontwikkelaars en gebruikers. Gaat de overheid niet teveel uit van het zelfregulerend vermogen van bedrijven op dit gebied?Worden nieuwe toepassingen op hun mogelijkheden gecheckt, en moeten ontwikkelaars per nieuwe toepassing aangeven wat de mogelijkheden van het product zijn en op wat voor manier `privacy by design' is toegepast? In dit verband vragen deze leden ook aandacht voor de plicht van gebruikers om RFID-gebruik zichtbaar en kenbaar te maken. Hoe wordt daar op toegezien?

De Communicatie van de Europese Commissie besteedt ook aandacht aan privacy by design, en zegt de ontwikkeling van `applicatie-specifieke richtlijnen' te ondersteunen. Wat is de rol van de Nederlandse regering hierin?

Met betrekking tot privacy-aspecten vragen de leden van de ChristenUnie-fractie aandacht voor die mensen die grote bezwaren hebben tegen het gebruik van RFID. Is er oog voor de problemen van deze groep mensen? Wordt deze groep meegewogen in de interdepartementale taakgroep? Zijn er mogelijkheden, ook in de toekomst, voor gewetensbezwaarden om zich aan deze technologie te ontrekken? Deze leden refereren ook aan de aanbeveling van het CBP, dat betrokkenen zich moeten kunnen weren tegen RFID-gebruik, waarbij onder andere valt te denken aan het kunnen kiezen voor een alternatief waarbij geen RFID wordt gebruikt. Wat doet de staatssecretaris met deze aanbeveling? Hoe ziet de staatssecretaris deze aanbeveling in relatie tot het paspoort met RFID of de chipkaart van de NS, als bedrijf dat het grootste deel van het treinvervoer in handen heeft? Hebben reizigers nog de vrijheid om te kiezen voor een alternatief kaartje of paspoort zonder RFID?