Ingezonden persbericht


Rotterdam, 6 juni 2007

Vaarverbod en procesverbaal van mcs. 'Duricha' onterecht.

Het opleggen van een vaarverbod en het verbaliseren van de mcs. 'Duricha' blijkt onterecht te zijn geweest. Dit is pijnlijk zowel omdat de KLPD en IVW de beschuldigingen via een persbericht hadden gepubliceerd en ook omdat zowel schipper als opdrachtgever door het vaarverbod flinke schade hebben geleden. Het CBRB is hierover extra ontstemd omdat er aan het begin van dit jaar uitvoerig overleg is geweest tussen KLPD en IVW om dergelijke incidenten te voorkomen. Het spijt het CBRB dat KLPD en IVW deze gemaakte afspraken niet lijken na te komen. Dit is reden geweest voor een brief van het CBRB aan de KLPD en IVW om opheldering te vragen en om van zijn afkeuring blijk te geven.

Heden verzonden aan het hoofd IVW, drs. P. van Dalen en het hoofd KLPD, dhr. P. van Haasteren:

Betreft: opleggen van vaarverbod mcs. 'Duricha'

Geachte heer van Dalen,
Geachte heer van Haasteren,

Op 3 juni jl. omstreeks 08.30 uur is aan het motorcontainerschip 'Duricha' bij de Kreekraksluizen een vaarverbod opgelegd en is de kapitein aangehouden op verdenking van een misdrijf. De reden voor het vaarverbod en de aanhouding was de veronderstelde ongeschiktheid van het schip om de reeds geladen containers met gevaarlijke stoffen te vervoeren. Tevens zou opzettelijk buiten het toegestane vaargebied gevaren zijn.

Enkele uren na het opleggen van het vaarverbod zijn door terzake kundige personen de relevante gegevens over de wetstoepassing bij het vervoer van gevaarlijke goederen aan uw diensten overlegd. Hierbij is duidelijk gemaakt dat uw ambtenaren de regelgeving onjuist toepasten. Tevens is duidelijk gemaakt dat het schip geschikt voor het vervoer van de lading en in het bezit van alle benodigde vergunningen voor het gebruikte vaarwater was.

Dat zowel IVW als KLPD niet in staat zijn gebleken om de regelgeving over het vervoer van gevaarlijke stoffen goed toe te passen en daarbij weigeren informatie van wel deskundige personen ook maar in overweging te nemen heeft ons geschokt. Onbegrijpelijk is dat het dan ook nog tot 5 juni 19.30 uur heeft geduurd voordat het vaarverbod werd opgeheven. Het feit dat u reeds op 3 juni een persbericht heeft uitgegeven over het vaarverbod wordt door ons ten zeerste afgewezen. Dit beschadigt het betrokken bedrijf en de gehele (container)binnenvaart volkomen onnodig. Dat de bewust door u verstrekte informatie dan ook nog onjuist blijkt te zijn is uw verantwoordelijkheid.

Het spijt mij dat het met u gevoerde overleg, na de containercontroles in het voorjaar van 2006, ondanks onze afspraken hierover niet heeft geleid tot een betere onderlinge afstemming, beter geïnformeerde medewerkers en wat meer terughoudendheid bij het informeren van de media. Voor het overige beraden wij ons op maatregelen, die zowel IVW als KLPD er toe moeten brengen hun controlerende functie zodanig in te vullen dat deze rechtmatig, effectief en minder beschadigend is.

Hoogachtend,

Mr. J. (Jan) Vogelaar
hoofd Juridische zaken, adjunct directeur CBRB

© CBRB Rotterdam, 06.06.2007

Noot voor de redactie (