Partij van de Arbeid

Den Haag, 7 juni 2007

Bijdrage van Staf Depla (PvdA) aan het algemeen overleg invoering competentiegericht onderwijs MBO

GESPROKEN WOORD GELDT!

· We willen een sterke economie. We hebben behoefte aan vakmensen. Goed onderwijs is daarbij de kern. Nu wordt teveel talent verspild. Jongeren moeten het beste uit zich zelf halen zodat ze goede kans hebben op de arbeidsmarkt en zich kunnen ontplooien. Dat geldt niet alleen voor jongeren, ook ouderen moeten de kans krijgen zich hun leven lang bij te kunnen scholen. Dat is onmisbaar voor een sterke economie die schreeuwt om gekwalificeerde arbeidskrachten.

· Het beroepsonderwijs moet die goede vakmensen opleiden. De eisen vanuit de arbeidsmarkt veranderen. Het is dan ook logisch om een keer in de zoveel jaar de eisen die we aan een afgestudeerde MBO-er stellen aan te passen zodat als ze afstuderen ze genoeg kennis en vaardigheden hebben en de goede beroepshouding om bij wisselende werkgevers of in het HBO succesvol aan de slag te kunnen. De PvdA steunt daarom de invoering van de nieuwe eisen die we aan studenten stellen die een diploma halen (de nieuwe kwalificatiestructuur) waardoor ze beter voorbereid en met meer kans op de arbeidsmarkt terecht komen. Die nieuwe eisen zijn de kern van het competentiegericht onderwijs in het MBO.

· Voorzitter, waarom dreigt het mis te gaan? De scholen en leerbedrijven moeten niet alleen het onderwijs aanpassen om studenten zo op te leiden dat ze aan de nieuwe eisen konden voldoen. Om de hoge schooluitval terug te dringen wilde de scholen het onderwijs ook aanpassen zodat het onderwijs meer aansluit bij jongeren van deze tijd. Een uitgebalanceerde mengeling van klassikaal, in de bedrijven, projecten, in bedrijfsscholen etc onderwijs moet studenten opleiden om het diploma te kunnen halen. Een deel van de scholen hebben zich echter onder invloed van vele onderwijsdeskundige gek laten maken dat alles totaal anders moest. Het was de tijd van het neo-liberale mensbeeld dat iedereen zichzelf moet kunnen regisseren. De leerling moest regisseur van het eigen leerproces worden, kennis zou niet langer van belang zijn en het onderwijs niet langer te hoeven worden gestructureerd in een lesrooster. Dit te ver doorgeschoten nieuwe leren nam ook een deel van het MBO op sleeptouw. Uit het onderzoek van het JOB, maar ook van de inspectie blijkt dat jongeren juist behoefte hebben aan structuur en aandacht. Hoe hoger het aantal lessen hoe groter de tevredenheid van studenten blijkt uit de JOB-monitor. Tegelijkertijd hadden de scholen de organisatie nog niet op orde om het aangepaste onderwijsprogramma met meer maatwerk vlekkeloos te laten verlopen. Dat maatwerk vraagt veel van de ROC-organisatie (lesroosters, methoden, gebouwen, volgsystemen, examens). En dan kunnen ze op veel plaatsen nog niet waarmaken. Andere knelpunt is dat leraren niet massaal zijn bijgeschoold om het nieuwe onderwijsprogramma goed uit te kunnen voeren. En de leerwerkbedrijven zijn onvoldoende geïnformeerd. En tot slot concludeert de inspectie en het KCE dat de nieuwe examens nog niet overal op orde zijn. Studenten klaagden dat ze vrijwel geen les kregen, zij de docenten te weinig zagen en de studiebegeleiding in de praktijk niets voor stelde. Studenten en werkgevers, die tevreden zijn met het nieuwe onderwijsprogramma, lieten zich niet horen cq werden minder gehoord.

Voorzitter,
· Tot schade en schaden van iedereen die het MBO een warm hart toedraagt moeten we de feiten onder ogen zien. De situatie is ernstig, maar niet hopeloos. Uit de onderzoeken blijkt dat we met competentiegericht onderwijs goud in onze handen hebben, als we de tijd en de middelen er voor nemen om het goed in te voeren. Studenten, werkgevers, scholen, ze zijn allemaal positief over competentiegericht onderwijs. Maar uit die zelfde onderzoeken blijkt ook dat het niet goed gaat met de uitvoering. Idee is geweldig, maar uitvoering is op teveel plekken nog knudde. Of nog plastischer uitgedrukt:de bouwtekening is top, maar het gebouw staat op instorten.

Vorige kabinetten voelde zich niet verantwoordelijk en hield zich afzijdig. Scholen waren verantwoordelijk, het was hun probleem. Gelukkig heeft dit kabinet een hele andere koers gekozen. Niet afzijdig maar betrokkenheid en verantwoordelijkheid nemen. Het is terecht dat de staatssecretaris de scholen twee jaar langer geeft om haar onderwijs aan te passen. Maar met meer tijd alleen komt het niet overal vanzelf goed. De PvdA-fractie is van mening dat de staatssecretaris in haar brief van 5 april niet overtuigend heeft aankunnen tonen dat het nieuwe tijdpad wel reëel is. Er ontbreken nog teveel antwoorden. Wat zijn de kwaliteiten die docenten moeten ontwikkelen om op een verantwoorde manier competentiegericht onderwijs te kunnen verzorgen? Wat zijn de eisen die we moeten stellen aan de examens. Wat zijn de organisatorische voorwaarden op de opleidingen om goed competentiegericht onderwijs te kunnen verzorgen? En als we die antwoorden al hebben moeten de scholen in de praktijk het nog organiseren. En dan heb ik het nog niet gehad over de kwalificatiedossiers. Voor nog zo'n 100 opleidingen zijn die pas begin volgend jaar klaar. Dan moeten de scholen nog beginnen het onderwijs te ontwerpen en examens te maken om studenten op te leiden zodat ze aan die nieuwe eisen kunnen voldoen. En ik hoor bij teveel enthousiaste colleges van bestuur twijfel en zorg doorklinken.

· De veranderingstrategie van de staatssecretaris is: meer tijd, afspraken per instelling en ingrijpen bij instellingen waar het mis gaat. De PvdA pleit voor een andere invoeringstrategie. Een ROC mag pas in 2008 het aantal opleidingen met competentiegericht onderwijs uitbreiden als de instelling of een onderdeel ervan aan een aantal voorwaarden voldoet. Die voorwaarden gaan over: het onderwijsprogramma , voldoende toegerust personeel om dit programma uit te voeren, permanente bijscholing, de exameninrichting, de onderwijsorganisatie/logistiek, de huisvesting en het kwaliteitsontwikkeling en borging systeem van de school.

Op die manier voorkomen we ongelukken en worden studenten geen proefkonijn van een risicovol experiment. We belonen scholen die de zaken op orde hebben. Op die manier kan u uw verantwoordelijkheid waarmaken dat studenten onderwijs krijgen van goede kwaliteit. En blijven de scholen en leerbedrijven verantwoordelijk voor goed onderwijs. Graag uw reactie.

[Voorzitter, ik zie de staatssecretaris al zuchten. Dan verloopt het tij en dreigt het noodzakelijke competentiegericht onderwijs op de lange baan te gaan. Niets is minder waar. Het goud dat we in handen hebben dreigen we juist te verspelen als de invoering zo slecht blijft gaan als uit alle rapporten blijkt. Scholen die achterover leunen krijgen een probleem. Werkgevers zullen klagen. En studenten zullen naar de nieuwe opleidingen gaan. En uiteindelijk kunt u ingrijpen bij scholen die achterover blijven hangen en afgestudeerden niet meer voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen.]

· Voorzitter de kwalificatiedossiers. Daarin wordt vastgelegd wat onze studenten moeten kennen en kunnen als ze afgestudeerd zijn. Het is de politiek die uiteindelijk vast moet stellen hoe hoog we de lat leggen. U heeft er 141 vastgesteld. Ik heb er een aantal bekeken. Ik moet constateren dat ze zeer uiteenlopen in kwaliteit. Bij een aantal moet nog een forse verbeterslag overheen. Een kwalificatiedossier dat vuistdik is gaat volgens mij niet werken. Graag uw reactie. Ook uw reactie op massieve weerstand dat u deel c heeft vastgesteld. Op basis van de kwalificatiedossiers moeten de examens gemaakt worden. Het zou goed zijn als werkgevers en het HBO daar ook bij betrokken zijn. Dat maakt de cirkel weer rond. Graag uw reactie.

· Voorzitter, Docenten zijn de sleutel voor goed onderwijs. Het is bijzondere dat er besloten is tot deze reorganisatie van het beroepsonderwijs zonder dat er niet vrijblijvende afrekenbare afspraken gemaakt zijn met de instellingen over het bijscholen van leraren hiervoor. Ik wil van de staatssecretaris voor de begrotingsbehandeling een onderbouwoverzicht welke eenmalige acties met eventueel bijbehorende extra uitgaven nodig zijn om de leraren, de scholen en de leerbedrijven toe te rusten zodat het onderwijs in 2010 goed is. Bij dit overzicht hoort ook een kritisch voorstel wat scholen en bedrijven uit eigen middelen kunnen/moeten betalen (scholingsbudgetten, overhead etc). Bijzondere aandacht wil ik hierbij voor de aanpassing van de ICT en e-learning. Dit zijn twee succesfactoren die bij elke reorganisatie onderschat worden met alle ellende van dien. Bent u bereid daar een extra impuls aan te geven.

· Er zijn zo'n 500.000 studenten in het MBO. De opleiding voor de kern van onze beroepsbevolking. Zijn het proefkonijnen en slachtoffer van een slecht lopende reorganisatie? Of kunnen ze met gerust hart naar school gaan. De MBO-raad schrijft nu dat studenten en werkgevers tevreden over de eerste nieuwe gediplomeerden. Kunt u dat bevestigen? MBO-raad stuurt ons 10 punten voor goed onderwijs. Kunt u er voor zorgen dat ze dat ook beloven aan alle individuele studenten?

Diploma's
Een student die een diploma heeft gehaald als elektricien, kapper of tandartsassistent moet wel kunnen wat hij of zij moet kunnen om het vak goed uit te kunnen oefenen. Het diploma van de ene opleiding moet niet minder waard zijn dan die van een andere opleiding. Terecht dat staatssecretaris de examenlicenties van deze opleidingen intrekt. Studenten moeten hier niet de dupe van worden. Zij moeten elders hun examen mogen doen. Eventuele extra kosten voor studenten moeten voor rekening van de instelling komen. Directies van ROC's met een fors aantal opleidingen waarvan het examen niet deugt moeten op het matje geroepen worden bij de staatssecretaris. Studenten krijgen op school les om zich te verbeteren. Als de directie zichzelf niet kan verbeteren moeten ze een andere baan gaan zoeken. Heeft de staatssecretaris deze directies op het matje geroepen?

Ik hoor teveel klachten over de bureaucratie bij de beoordeling van de examens door de KCE. Dat moet anders. Ten eerste doordat het ministerie vanaf nu nog maar één keer per jaar de spelregels voor de KCE mag veranderen. De tussentijdse aanscherpingen maakten KCE en de scholen gek van en zorgt voor veel extra papier en controle. Ten tweede door het KCE opdracht te geven binnen drie jaar het aantal klachten over de bureaucratie en administratieve lasten terug te brengen met 75% te verminderen. Ten derde: door minder iso-9000-achtige controles. Dat is vaak een papieren werkelijkheid. Kern moet zijn: school heeft goed examenreglement en toezichthouder gaat minder papieren bekijken en meer examens bijwonen. ten vierde door de scholen minder zelf hun examens te laten maken. Dat is doelmatiger, kwaliteit verhogend, en spaart bureaucratie. Zou het niet beter zijn om voor enkele vakken een centrale examinering te handhaven en voor de praktijkvakken per kenniscentrum een examenbank op te bouwen? Kunnen de instellingen zoiets binnen 3 jaar allemaal voor elkaar hebben? (NB: centrale examinering wil niet zeggen dat iedereen op zelfde moment examen moet doen. Jongeren, bedrijfsleven en gemeenten willen dat ze op meerdere momenten moeten kunnen in en uitstromen. ten vijfde. De staatssecretaris laat fouten in het proces van de examens minder zwaar wegen. Lijkt logisch. Immers op veel plaatsen in Nederland is het belangrijker dat je je aan de regels houdt dan dat je het doel realiseert (De zogenaamde iso 900 terreur). Maar als je bij een examen makkelijk kan spieken of veel geluidsoverlast is dan kan het examen nog zo goed zijn, maar dan is het toch minder waard. Hoe gaat KCE er voor zorgen dat er minder onzinnige proces-eisen zijn zonder het kind met bad water weg te gooien. Zodat we volgend keer proceseisen ook zwaar mee kunnen laten wegen.

Opleidingen waarvan vaststaat dat de examens op orde zijn, het aantal contacturen op peil is, docenten zich periodiek bijscholen en studenten en het beroepsveld tevreden is moeten we niet voortdurend lastigvallen met kwaliteitsmetingen. De PvdA wil eerst een visie op het toezicht. Een discussie over eventueel samenvoegen van KCE en inspectie mag daarna pas gevoerd gaan worden.