Wageningen Universiteit

14 jun 2007

Hoewel agrarische natuurbeheerders de afgesproken normen voor weidevogelbeheer halen, gaat het nog steeds slecht met de grutto en andere weidevogels. De eisen moeten zwaarder, concluderen onderzoekers van Alterra van Wageningen UR en het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) in een evaluatie.

Boeren en particulieren krijgen subsidie voor maatregelen die de weidevogelstand moeten verbeteren, zoals bescherming van broedende gruttoâs. Alterra onderzocht samen met het MNP of de subsidieregelingen voldoende zijn om de natuur in Nederland te behouden.

De onderzoekers concluderen dat het ietsje beter gaat met de natuur, maar dat agrarisch natuurbeheer efficiënter kan. De boeren voldoen dan wel aan de afgesproken criteria, maar het aantal weidevogels gaat nog steeds achteruit. De normen mogen daarom best wat hoger, zegt Marlies Sanders, projectleider vanuit Alterra. âDe meeste boeren kiezen nu voor een licht beschermingspakket waarin ze op hun terrein moeten voldoen aan bijvoorbeeld maar één broedende vogel per vier hectare. Dit halen ze bijna allemaal wel en dus krijgen de boeren hun geld.â

Uit de evaluatie blijkt dat iets zwaardere eisen, zoals een verdubbeling van de periode dat boeren niet mogen maaien, al een groot positief effect hebben op de weidevogelstand.âHet kost misschien iets meer tijd en geld om maatregelen te treffen', zegt Sanders / Laurien Holtjer