KNMG

Speech Peter Holland tijdens offciële opening Domus Medica

Speech voorzitter KNMG, Peter Holland, ter ere van de officiële opening van de Domus Medica 20 juni 2007

Majesteit, mijnheer de Commissaris van de Koningin, mevrouw de Burgemeester, geachte genodigden, beste collega's,

Ook ik heet u van harte welkom bij de officiële opening van onze nieuwe Domus, ons nieuwe "medisch huis".

Majesteit, voordat u de officiële opening van het gebouw verricht, wil ik u en de andere aanwezigen meenemen op een korte tour d'horizon. Medische professionals hechten al vanaf de Middeleeuwen aan een gezamenlijk onderkomen. In diverse steden had je destijds al het zgn. theatrum anatomicum waar chirurgijnen bijeen kwamen voor opleiding en klinische demonstraties.

Na de oprichting van de - toen nog niet Koninklijke - Maatschappij voor de Geneeskunst in 1849 kwam er een centraal gebouw, eerst op diverse locaties in Amsterdam en later in Utrecht.

In deze nieuwe Domus Medica zijn veel meer medische en aanverwante organisaties samengebracht dan in het gebouw dat we kortgeleden hebben verlaten. Met recht kunnen we dus de nieuwe Domus "het huis van de medische professie", of misschien nog beter "het huis van de organisatie van de medische professie" noemen. Want dit gebouw is, in tegenstelling tot wat de naam misschien doet vermoeden, geen zorginstelling, maar een gebouw van waaruit de artsen en verloskundigen die in de praktijk werken, worden ondersteund.

Een gebouw wordt wel een gestolde organisatiestructuur genoemd. Dat zien we ook in deze nieuwe Domus terug. Er ligt immers een solide fundament waar de meer dan 1000 jaar oude traditie van de medische professie op kan rusten.

De pijlers die markant aanwezig zijn steunen en symboliseren de samenhang tussen de diverse organisaties binnen de Domus.

Maar het meest opmerkelijk is de openheid van de voorgevel, die de buitenwereld een doorzicht geeft naar binnen en degenen die in dit huis werken, als vanzelfsprekend uitnodigt om naar die buitenwereld te kijken.

De open voeg die karakteristiek is voor dit gebouw, bevestigt dat openheid geen afbreuk doet aan stevigheid.

Dit gebouw inspireert tot samenwerking en samenhang. Dat ervaren we al in de korte tijd dat we hier werken. Men komt elkaar tegen, vindt elkaar gemakkelijk voor afstemming en informatie en wisselt ideeën uit. Daarnaast treffen artsen elkaar in het congrescentrum.

De samenwerking in dit gebouw is een afspiegeling van de wijze waarop artsen in de medische praktijk met elkaar samenwerken. Vroeger was die samenwerking niet zo vanzelfsprekend. Ik citeer uit de gedragsregels van de NMG van 1915, bijna een eeuw geleden: De algemene vergadering drage alsnog
aan de politieke commissie op, het onderzoek van de vraag in hoeverre het algemeen belang samenwerking eischt tussen huisartsen en specialisten, en acht het daartoe noodzakelijk dat deze commissie daartoe met hoogleraren en specialisten worde uitgebreid.

Die vraag is in de huidige tijd slechts eenduidig te beantwoorden. Immers, de complexiteit van de tegenwoordige zorg vraagt om samenwerking tussen huisarts en specialist, specialisten onderling en afhankelijk van de situatie ook met de verpleeghuisarts of de verloskundige, en in relatie tot het werk en arbeidsongeschiktheid met de bedrijfsarts en verzekeringsgeneeskundige.

Uit de diverse rapporten die de laatste tijd zijn gepubliceerd is een van de belangrijkste conclusies dat samenwerking en communicatie tussen de diverse medische professionals verbetering behoeven.

De potentieel vermijdbare schade aan patiënten en zelfs de sterfte van patiënten die in de rapporten worden genoemd zijn te vaak een gevolg van communicatiestoornissen. Vanuit de organisaties binnen de Domus Medica is hier uitvoerig aandacht voor gevraagd. De KNMG heeft een rapport geschreven over veilig melden en het begrip medische professionaliteit. De Orde van Medisch Specialisten heeft het veiligheidsproject opgestart. En de LHV en het NHG starten met het project 'de nieuwe praktijk'. De verpleeghuisartsen heroriënteren zich op hun vak en de verzekerings- en bedrijfsartsen zijn bezig met de nieuwe aanpak van de arbeidsongeschiktheidsproblematiek. En de verloskundigen hebben een kwaliteitsregister en een nieuwe kwaliteitssysteem. Allemaal maatregelen om de patiëntveiligheid te verbeteren.

De samenwerking, de communicatie, de kwaliteit en veiligheid van de zorg kunnen en moeten nog verder verbeterd worden. Daar staan we voor in dit huis:
een hoog niveau van kwaliteit in gezondheidszorg, goede medische vervolgopleidingen, gedragsregels en richtlijnen voor artsen, een excellente informatievoorziening aan artsen en een open houding tegenover de samenleving.

De medische professie is door de samenleving gelegitimeerd om zieke mensen te onderzoeken, te behandelen en te begeleiden. Die legitimatie houdt in dat de samenleving verwacht dat de professie dat op een deskundige en verantwoorde manier doet en dat bij al het medisch handelen het belang van de patiënt voorop staat. Het gaat hierbij niet alleen om medische deskundigheid, maar ook om communicatie, samenwerking, organiseren, en oriëntatie op de maatschappij. Dit zijn competenties die de patiënt van een arts vraagt.

Ook verwacht de samenleving dat de medische professie zich deugdelijk verantwoordt voor haar handelen. Primair verantwoording naar de patiënt, maar ook naar toezichthouders en collega's. Door intercollegiale verantwoording kun je van elkaar leren maar elkaar ook aanspreken op zaken die niet goed gaan. Dat verbetert de kwaliteit en de veiligheid. Op die basis kan de samenleving de professie vertrouwen schenken. En dat geldt met name voor de individuele arts-patiëntrelatie.

De arts moet zich daarbij realiseren dat de patiënt gelijkwaardig maar niet gelijk aan hem is. Die ongelijkheid verplicht de arts het belang van de patiënt voorop te stellen en is voor de patiënt de waarborg dat hij de arts kan vertrouwen. Medische professionals dienen de patiënt niet alleen naar beste weten, maar beschermen hem ook zo nodig. Dit vertrouwen is er door alle eeuwen heen.
Lang voor dat de wetenschappelijke geneeskunde van de laatste decennia bestond, hadden zieken vertrouwen in de kunde van de genees- heel- of vroedmeester. Eerlijk gezegd, de patiënt had ook geen andere keus. Wilde je beter worden dan moest je je wel blootstellen aan bloedzuigers, aderlatingen, mosterdbaden, darmspoelingen, arsenicum of kwik.

De ontwikkelingen van de medische wetenschap en van de bewijsvoering voor de medische diagnostiek en therapie, heeft dat vertrouwen van de zieke in de dokter en de verloskundige een andere basis gegeven: deskundigheid, actuele kennis, verantwoording afleggen, transparantie. Het vertrouwen, in het verleden gebaseerd op hoop, is opgeschoven naar dat van meetbare deskundigheid. We moeten er wel alert op blijven dat patiënten, vooral vanwege de vele en vaak eenzijdige informatie die over gezondheid beschikbaar is, hun vertrouwen in artsen en de gezondheidszorg niet verliezen. Juist daarom moeten we vanuit de Domus blijven werken aan die deskundigheid, die verantwoording en die transparantie.

De afgelopen jaren zijn er grote veranderingen in de gezondheidszorg geweest. Vooral de stelselherziening heeft stof doen opwaaien met veel aandacht voor de zorgverzekeraars en de financiële aspecten van de zorg. De balans tussen inhoud en geld lag nadrukkelijk bij het geld. En daarmee raakte de rol en positie van de professionals ten onrechte op de achtergrond. De artsenorganisaties, maar ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid hebben daar met nadruk op gewezen. Gelukkig is daar een kentering in gekomen.

Op dit moment staan kwaliteit en inhoud van de zorg weer bovenaan de politieke agenda en daarmee ook de rol en de inbreng van de professionals. Wij zijn bijzonder verheugd dat dit moment samengaat met de oplevering en opening van de nieuwe Domus Medica, het huis van de medische professionals. Als we kijken naar de toekomst, zal vanuit dit huis veel aandacht geschonken worden aan moderne vormen van diagnostiek en behandeling, waarbij de technologie een grote rol speelt. Ik denk bijvoorbeeld aan het op afstand monitoren of zelfs opereren van patiënten. Ook dan, nee sterker juist dan, is goede samenwerking binnen de zorg essentieel voor succes. Maar ook de vergrijzing gaat op termijn heel andere en veel zwaardere eisen stellen aan de samenwerking binnen de zorg en binnen deze Domus. Door deze technologische ontwikkelingen maar ook door de veranderende zorg bij ouderen komen er nieuwe vragen en standpunten over medische ethiek aan de orde. Het appél op zelfbeschikkingsrecht, maar ook de druk van maatschappelijke groeperingen, en niet te vergeten de commerciële ontwikkelingen binnen de zorg, vragen om een helder ethisch/medisch standpunt. Dat is wat de individuele patiënt, de beroepsgroep, maar ook de samenleving van de koepelorganisaties in deze Domus vraagt en mag verlangen.

Dames en heren, bij binnenkomst in de hal van dit gebouw hebt u op de muur de artseneed kunnen lezen. (in 2003 geactualiseerd) De artseneed heb ik als uitgangspunt voor dit verhaal genomen. Zorgen voor de zieken en het lijden verlichten. De patiënt eerbiedigen en geen schade toebrengen, geheimhouding die bij vertrouwen behoort, je toetsbaar opstellen en de grenzen van je mogelijkheden erkennen, de kennis van jezelf en anderen bevorderen. Wanneer we met alle bewoners van dit gebouw deze uitgangspunten kunnen overdragen op de beroepsbeoefenaren in het veld, dan is dat een waarborg voor een kwalitatief goede en veilige gezondheidszorg in Nederland en zal het beroep van artsen in ere worden gehouden.

NB: Alleen gesproken woord geldt