Koninklijk Horeca Nederland

Persbericht 20 juni 2007

Open Brief aan minister Klink van VWS over roken

Koninklijk Horeca Nederland heeft een open brief gestuurd aan minister Klink van VWS over rookvrije horeca. Hierin wordt ingegaan op belangrijke knelpunten waaronder de strafbaarstelling en handhaving, waar de minister geen duidelijkheid over heeft gegeven. De horeca past voor de rol van 'rookpolitie'.
---

WS 20 juni 2007

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport
De heer dr. A. Klink
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag

19 juni 2007

Excellentie,

In antwoord op uw brief van 11 juni waarin u meldt om per 1 juli 2008 in de gehele horeca een rookverbod in te stellen, spreken wij nogmaals onze verontrusting uit. Wij vinden dat de door ons voorgestelde en met u op 17 april besproken gefaseerde invoering in de horeca de beste oplossing biedt om een aantal belangrijke knelpunten vóór invoering van het rookverbod gezamenlijk op te lossen.

In het bijzonder wil ik uw aandacht vragen voor het fenomeen van de strafbaarstelling van de roker. De overheid gaat ervan uit dat de wet bij de burgers bekend is. Wanneer het rookverbod in de horeca van kracht wordt, zullen ondernemers daar hun gasten met verbodsborden of pictogrammen nog eens nadrukkelijk op wijzen. Uit uw brief aan de Tweede Kamer blijkt echter niet welke sanctionering wordt toegepast tegen personen die, ondanks alle inspanningen van de horecaondernemer, tóch roken. Koninklijk Horeca Nederland is van mening dat - net als in bijna alle andere landen in Europa met een rookverbod in de horeca - de roker een boete moet kunnen krijgen.

Het kan en mag niet zo zijn dat u ons óók nog opzadelt met de handhaving van uw beleid. Anders gezegd; de horeca wil graag 'gastheer' zijn, maar past voor de rol van 'rookpolitie'. Voor wetshandhaving zijn anderen verantwoordelijk.

Wij vinden bovendien dat u te gemakkelijk voorbijgaat aan de gevolgen van een rookverbod per 1 juli 2008 voor enkele sectoren. Een deel van de bedrijven is per 1 juli 2008 niet klaar voor het rookverbod. Dit komt (naast bovengenoemde strafbaarstelling en handhaving) door de volgende knelpunten:
· de overlast op straat van rokende groepen mensen;
· de (toe)vlucht naar de illegale horeca;
· nodige vergunningen voor verbouwingen om rookkamers te kunnen maken, zullen niet tijdig zijn afgegeven (als het creëren van rookkamers überhaupt mogelijk is);
· het onontkoombare omzetverlies op de korte termijn voor een groot aantal bedrijven.

Zolang er geen concreet zicht is op het wegnemen van deze knelpunten, is het voor Koninklijk Horeca Nederland onverteerbaar dat de horeca zo snel rookvrij wordt gemaakt.

Daarbij is van belang dat de basis van het rookbeleid in Nederland nog altijd het door Koninklijk Horeca Nederland opgestelde stappenplan Gewoon Gastvrij is. Dit stappenplan is door het kabinet geaccordeerd als voldoende voorwaarde om tot het Uitzonderingsbesluit van 15 december 2003 te komen waarbij de horeca werd uitgezonderd van de verplichting tot het creëren van de rookvrije werkplek. Dit hele proces heeft bij elke bespreking in de Tweede Kamer voldoende steun gekregen. Nu blijkt dat de uitkomsten van de monitoring over het jaar 2006 buitengewoon positief waren, is het voor ons onduidelijk wat de status is van afspraken die met het kabinet zijn gemaakt en die door de Tweede Kamer zijn bekrachtigd. Wij hebben het in de media over een onbetrouwbare overheid gehad en er is voor ons geen reden om deze woorden terug te nemen.

Wij benadrukken nog eens dat voorafgaand aan de wetswijziging, genoemde knelpunten moeten worden opgelost.

Hoogachtend,

Jeu Claes
Directeur Koninklijk Horeca Nederland

Cc. Minister van Justitie
Minister van Binnenlandse Zaken
Tweede Kamer
Landelijke media

---

Koninklijk Horeca Nederland behartigt de collectieve en individuele belangen van 20.700 professionele horecaondernemers die als dé gastheer van de samenleving staan voor kwaliteit.