Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
22 juni 2007
KABINET: RECHTSPRAAK MOET TOEGANKELIJKER
Het kabinet gaat de rechtspraak in Nederland voor burgers toegankelijker
maken. Relatief eenvoudige zaken kunnen in de toekomst vaker voor de
kantonrechter komen, zodat het niet verplicht is daarvoor een advocaat in
te schakelen. Ook moet de rechtspraak digitaal beter bereikbaar worden. Dat
staat in de kabinetsreactie op het rapport van de commissie evaluatie
modernisering rechterlijke organisatie. De ministerraad heeft op voorstel
van minister Hirsch Ballin van Justitie ingestemd met toezending aan de
Tweede Kamer van de kabinetsreactie.
De Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie, onder
voorzitterschap van de heer Deetman, heeft in december 2006 gerapporteerd
dat de Nederlandse rechtspraak na de laatste grote stelselwijziging weer
grotendeels bij de tijd is. De dalende trend in de productiviteit is
gekeerd; er is meer eenheid en transparantie; de bestuurskracht is vergroot
en er wordt sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en
professionele gebruikers over de rechtspraak toe. Tegelijkertijd komt de
commissie met een aantal concrete aanbevelingen. Het kabinet onderschrijft
op hoofdlijnen de conclusies van de commissie en neemt een groot aantal van
de aanbevelingen over.
Bevoegdheid kantonrechter
Het kabinet wil de bevoegdheid van de kantonrechter om zaken te behandelen,
uitbreiden. Tot nu toe kunnen veel zaken met een waarde tot 5.000 euro
worden voorgelegd aan de kantonrechter. Het kabinet wil dit bedrag verhogen
tot 10.000 euro. Daarnaast wil het kabinet alle zaken die behoren tot de
categorie consumentkoop bij de kantonrechter onderbrengen. Bij de
kantonrechter is het niet verplicht om een advocaat in te schakelen. Gevolg
is dat mensen zich minder gehinderd hoeven te voelen om voor relatief
eenvoudige geschillen naar de rechter te stappen vanwege mogelijke
advocaatkosten. De commissie Deetman heeft aanbevolen deze competentiegrens
te verhogen naar 25.000 euro, maar het kabinet wil eerst zien welke
consequenties een verdubbeling tot 10.000 euro heeft voor de organisatie
van de rechtspraak. Bovendien zullen mensen bij zaken waar meer geld in het
geding is ook eerder de behoefte hebben juridische expertise in te
schakelen. Het kabinet sluit overigens een verdere verhoging van de
competentiegrens niet uit. Voordat een besluit over een eventuele verdere
verhoging en de omvang daarvan wordt genomen, wil het kabinet eerst de
gevolgen van de nu voorstelde eerste verhoging in kaart brengen.
Digitaal toegankelijk
Het kabinet constateert in zijn reactie dat de burger steeds meer
zelfredzaam is en op eenvoudige wijze wil kunnen nagaan wat bijvoorbeeld de
stand van zaken is in de behandeling van zijn zaak. Ook willen burgers op
eenvoudige wijze kunnen nagaan hoe ze een zaak kunnen aanbrengen of wat ze
moeten doen als ze gedagvaard worden. De elektronische toegankelijkheid van
de rechtspraak voor zowel ketenpartners als burgers moet volgens het
kabinet worden verbeterd. Om deze digitale toegankelijkheid (van
procesinformatie) te verwezenlijken, is een aantal wetswijzigingen
noodzakelijk. Het ministerie van Justitie is inmiddels gestart met de
noodzakelijke wetswijzigingen die elektronisch berichtenverkeer in zowel
het civiele recht, bestuursrecht en het strafrecht mogelijk maken.
Ressorten
Het kabinet hecht veel waarde aan de continuïteit en kwaliteit van de
rechtspraak. Voor de gerechten betekent dit dat zij voldoende aanbod van
zaken moeten hebben om voldoende en gekwalificeerd personeel in dienst te
kunnen nemen en houden. Het zaaksaanbod bij het Hof van Justitie in
Leeuwarden is aan de lage kant. Dit is aanleiding geweest om samen met het
Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak naar de ressortelijke
verdeling te kijken. Nederland is onderverdeeld in vijf ressorten met een
eigen gerechtshof. Elk ressort omvat één of meer provincies en telt een
aantal arrondissementen met elk een eigen rechtbank. Het kabinet stelt de
volgende, nieuwe indeling voor: ressort Leeuwarden (provincies Groningen,
Friesland, Drenthe, Overijssel), ressort Amsterdam (provincie Noord-
Holland), ressort Den Haag (provincie Zuid-Holland), ressort Arnhem
(provincies Utrecht, Gelderland en Flevoland) en het ressort Den Bosch
(provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg). Dit betekent dat het
voorstel is om, gelet op de ontwikkelingen binnen de provincie Flevoland en
in het bijzonder van Almere, van deze provincie een zelfstandig
arrondissement te maken. In verband hiermee denkt het kabinet tevens aan
het samenvoegen van de arrondissementen Almelo en het Overijsselse deel van
het gesplitste arrondissement tot één arrondissement Zwolle-Almelo.
Samenwerking
Het kabinet vindt dat voor een goede toegankelijkheid van de rechtspraak de
behandeling van algemene en veel voorkomende zaken in de eerste instantie
binnen alle arrondissementen gegarandeerd moet blijven. Voor
specialistische rechtspraak of de behandeling van specifieke minder vaak
voorkomende zaakssoorten wil het kabinet het mogelijk maken dat de
rechtbanken binnen één ressort samenwerken. Dit geldt ook wanneer een
rechtbank tijdelijk niet over genoeg capaciteit beschikt. Op die manier
kunnen zaken afgehandeld worden in één van de andere arrondissementen
binnen het ressort.
Nevenlocaties
Alle rechtbanken hebben buiten de hoofdvestiging van de rechtbank ook nog
vestigingen in andere plaatsen binnen het arrondissement, waar ook
zittingen worden gehouden (nevenlocaties). Het kabinet schrijft, dat het
huidige beleid over het aantal en de plaatsen waar rechtbanken
nevenlocaties hebben deels is gebaseerd op historische omstandigheden en
oude inzichten. Omdat Nederland een relatief klein land is met een goede
vervoersinfrastructuur, hoeven afstanden binnen een arrondissement
tegenwoordig geen barrière meer te zijn om naar de rechter te gaan.
Nevenlocaties van rechtbanken zullen daarom in de toekomst niet meer
vanzelfsprekend zijn, maar een substantiële meerwaarde moeten hebben.
RVD, 22.06.2007
Ministerie van Algemene Zaken