Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 13 juni 2007

Methode Turks voldoet niet voor allochtone scholieren

Promotie sociolinguïst Mustafa Güleç over methode Turks als vreemde taal

Tweetalige Turks/Nederlandse scholieren die op de middelbare school Turks volgen met behulp van de zogenaamde communicatieve methode voor Turks als tweede taal, scoren minder goed op Turkse taaltoetsen dan scholieren in Turkije. Dat geldt zowel voor woordenschat als grammatica. Mustafa Güleç toonde dat aan in zijn promotieonderzoek bij het Babylon-instituut van de Universiteit van Tilburg, waarvoor hij een jaar lang scholieren volgde in zowel Nederland als Turkije. Volgens hem voldoet de Nederlandse methode Turks als vreemde taal niet.

In het voortgezet onderwijs wordt Turks als vreemde taal op een aantal scholen aangeboden als keuzevak. Het vak kan door alle scholieren worden gevolgd, maar vooral degenen met een Turkse achtergrond kiezen het. Voor hen is het Turks echter geen vreemde taal, maar moedertaal of thuistaal.
Mustafa Güleç volgde 59 leerlingen van vijf scholen in Nederland en 41 leerlingen van twee scholen in Turkije gedurende een jaar en testte hun Turkse taalvaardigheid. De Nederlandse leerlingen bleken na een jaar wat betreft taalbegrip vrijwel op hetzelfde niveau te zijn gebleven, maar wel een hoog niveau. Wat betreft actieve taalvaardigheid gingen ze vooruit van een zeer laag niveau naar een middelmatig niveau. De Turkse scholieren lagen echter een flink stuk voor in hun taalvaardigheid, zowel met betrekking tot woordenschat als grammatica. Güleç wijt de verschillen aan het gebruik van de Nederlandse methode Turks als tweede taal, omdat die niet is afgestemd op leerlingen die Turks als moeder- of thuistaal hebben. Op grond van observaties in de klas merkte Güleç ook dat het Turks van Nederlandse scholieren beïnvloed wordt door structurele kenmerken van het Nederlands. Zo maken ze spelfouten als pysicolok in plaats van psikolog en avokat in plaats van avukat op grond van hun kennis van het Nederlands. Hun Turks vertoont echter ook onjuiste woorden en woorddelen die niet te verklaren zijn vanuit de invloed van het Nederlands, maar vanuit de structuur van het Turks zelf. Op grond van de fouten die scholieren maken, concludeert Güleç dat niet alleen woorden, maar ook grammaticale verbuigingen als zelfstandige betekeniseenheden zijn opgeslagen in het brein en veranderingen kunnen ondergaan in een migratiecontext.

Mustafa Güleç (1970, Bursa, Turkije) studeerde taalkunde aan de Universiteit van Ankara en de Universiteit van Leiden, en studeerde 1996 af in Leiden. Hij voerde zijn promotieonderzoek uit bij Babylon, Centrum voor studies van de multiculturele samenleving van de Universiteit van Tilburg (Departement Taal en Cultuurstudies, Faculteit Geesteswetenschappen) en werkt nu bij de vakgroep Nederlandse Taal- en Letterkunde van de Universiteit van Ankara.

Noot voor de pers
Mustafa Güleç promoveert maandag 25 juni 2007 om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het proefschrift Differences in similarities. A comparative study on Turkish language achievement and proficiency in a Dutch migration context. Promotor: prof. dr. Guus Extra, copromotor: dr. Kutlay Yagmur. Het proefschrift is uitgegeven in de reeks Studies in meertaligheid van Aksant Academic Publishers, Amsterdam (ISBN 978 90 5260 261 5). Journalisten kunnen een exemplaar opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel. 013 - 466 2000, e-mail persberichtuvt@uvt.nl. Güleç is bereikbaar op tel. 00 90 535 249 98 32 (mobiel), e-mail mustafagulec@hotmail.com. Persberichten van de UvT staan ook op internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van de UvT: www.uvt.nl/webwijs/.

UvT Persbericht