Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen leden Van der Staaij en Van Baalen over de positie van de Assyrische bevolkingsgroep in Irak en omgeving


25-06-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij en Van Baalen over de positie van Assyrische bevolkingsgroep in Irak e.o. Deze vragen werden ingezonden op 5 juni 2007 met kenmerk 2060717060.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Van Baalen (VVD) over de positie van de Assyrische bevolkingsgroep in Irak e.o.

Vraag 1
Bent u bekend met het pleidooi - onder andere gevoerd door Youash' ISDP - om in Noord-Irak in de vlakte van Niniveh een federale eenheid (een soort Assyrische provincie) te vormen voor kleine minderheden: christenen, yazidische Koerden en Turkmenen, die de afgelopen jaren ernstig hebben te lijden onder vervolging en verdrukking door extremisten? 1)

Antwoord

Het pleidooi van de heer Youash en diens ISDP was voor zover mij bekend tot dusverre geen onderwerp van een bredere discussie in internationaal verband.

Vraag 2
Is het waar, dat de huidige Iraakse grondwet de mogelijkheid biedt voor de Assyriers om een eigen provincie te creëren? Is het tevens waar dat de steun hiervoor in internationaal verband groeit?

Vraag 3
Zou een dergelijke Assyrische provincie naar uw mening een oplossing kunnen bieden voor de betreffende minderheden om te ontkomen aan het geweld van moslimextremisten en om een veilige terugkeer mogelijk te maken voor de vele gevluchte Assyriers? Indien u dit géén reële oplossing acht, welke mogelijkheden wilt u dan benutten om de precaire positie van deze bevolkingsgroep te ondersteunen en waar mogelijk te verbeteren?

Antwoord

De huidige grondwet biedt de mogelijkheid om autonome regio's te vormen onder bepaalde, deels nog nader vast te stellen, voorwaarden. De discussie hierover ligt in de Iraakse politiek zeer gevoelig en is nog niet afgerond. De sjiitische `Supreme Iraqi Islamic Council' (SIIC) - voorheen `Supreme Council for the Islamic Revolution in Iraq' (SCIRI) - heeft bijvoorbeeld in het verleden de vorming van een autonome sjiitische `superregio' bepleit, bestaande uit zeven zuidelijke provincies. Soennitische partijen, maar ook de partij verbonden aan de sjiitische Muqtada Al-Sadr, zijn hier uitgesproken op tegen.

Het is mij niet duidelijk wat het ISDP precies verstaat onder het begrip "federale eenheid". Evenmin is mij bekend of er draagvlak is voor deze gedachte onder andere bevolkingsgroepen en hoeveel steun het heeft onder de christenen in Irak. Het lijkt mij echter onwaarschijnlijk dat met het streven naar een christelijke "federale eenheid" een einde kan worden gebracht aan het huidige geweld tegen christenen. Het is vooral van belang dat er een einde komt aan het geweld in Irak in zijn totaliteit. Daarvoor is, naast de inzet van militaire en politiële middelen, vooral vooruitgang nodig in het politieke proces en in het proces van nationale verzoening.

Vraag 4
Is het mogelijk om in het kader van ontwikkelingssamenwerking de positie van de Assyrische bevolkingsgroep gericht te ondersteunen? Zo ja, op welke wijze en in welke mate wilt u dit vormgeven?

Antwoord

Nederland heeft geen ontwikkelingsrelatie met Irak. Wel geeft Nederland onder andere humanitaire hulp aan Iraakse vluchtelingen en ontheemden. Deze hulp is niet gericht op specifieke etnische of religieuze groepen.


1) NRC Handelsblad, 23 mei 2007

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl