Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief 31061 X Doorkiesnummer Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995 Datum 21 juni 2007 Onderwerp Kamervragen naar aanleiding van de eerste
suppletore begrotingswet 2007 SZW

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen naar aanleiding van de eerste suppletore begrotingswet 2007 SZW.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

31 061 XV Wijziging van de begrotingsstaten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2007 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld...2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2007 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (31 061 XV, nr. 1- 2)) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop opgegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,
De Wit

De griffier van de commissie,
Post


---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

Nr Vraag Blz van tot
1 Waardoor zijn er vertragingen opgetreden in de afhandelingsprocedures 6 7 voor Agenda voor de Toekomst en RWI/SVWW? Welke maatregelen zijn genomen om dergelijke vertragingen in het vervolg te voorkomen?

Antwoord:
Als gevolg van latere ontvangst van de subsidiedeclaraties dan verwacht en voor SVWW de langere behandeltijd van eindafrekeningen als gevolg van het vragen om nadere informatie, konden enkele subsidies niet meer in 2006 worden vastgesteld, zodat een deel van dat budget voor 2007 nodig is.


2 Welke subsidies betreft de budget-neutrale herschikking van 2,338 mln op 7 beleidsartikel 23? Waartoe dient deze herschikking?

Antwoord:
De budgettair neutrale mutatie van 2,338 mln. betreft in hoofdzaak de verdeling van de centrale subsidiebudgetten van artikel 98 naar de beleidsartikelen met het oog op een groot aantal kleine subsidies op het gebied van re-integratie zoals een subsidie voor het re-integratiekeurmerk (Blik op werk) en een subsidie voor het Landelijk netwerk diversiteitsmanagement.


3 Welke bedrag is tot nu toe in 2007 uitgegeven aan de 8 levenloopverlofkorting en welk bedrag aan ouderschapsverlofkorting? Hoe verhouden deze realisaties zich tot de ramingen?

Antwoord:
Toekenning van de levensloopverlofkorting vindt plaats via de loonbelasting. Gegevens over de belastinguitgaven aan de levensloopverlofkorting in 2007 zijn nog niet beschikbaar. Aanvraag van de ouderschapsverlofkorting vindt plaats via de aangifte inkomenstenbelasting. Informatie over het gebruik van de ouderschapsverlofkorting in 2007 is daarom niet eerder beschikbaar dan eind 2008, na verwerking door de belastingdienst van de aangiften inkomstenbelasting 2007.


4 Verwacht de regering dat het volledig begrote bedrag voor de 8 levensloopregeling wordt uitgegeven in 2007? Zo neen, hoe hoog zullen de uitgaven in 2007 wel zijn?

---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

Antwoord:
De kosten van de levensloopregeling bestaan grotendeels uit de derving van belastinginkomsten bij inleg in de regeling. Deze belastingderving is niet afzonderlijk zichtbaar in de gegevens van de belastingdienst. Realisatiecijfers over de kosten van de levensloopregeling in 2006 en 2007 zijn daarom nog niet beschikbaar.
De omvang van de belastingderving is vooral afhankelijk van het ingelegde bedrag. De beschikbare informatie over de inleg in de levensloopregeling is op dit moment nog onvolledig. Naar verwachting zal het CBS deze zomer met cijfers over de totale inleg in de levensloopregeling in 2006 komen.


5 Hoe wordt het verschil verklaard tussen de bedragen die voor kinderopvang 8 op de begroting SZW (artikel 25) stonden en de bedragen die nu, na de overheveling, op de begroting OC&W (artikel 24) staan? En waardoor worden de verschillen in mutaties 2007 - 2011 tussen de begroting SZW en de begroting OC&W verklaard?

Antwoord:
Het verschil wordt verklaard door een ramingsbijstelling voor de Wet kinderopvang op basis van de uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst Toeslagen over december 2006, wat tot een meerjarige mutatie aan de uitgaven- en aan de inkomstenkant heeft geleid, door een budgettaire neutrale herschikking binnen de SZW-begroting, en door een toevoeging via de Eindejaarsmarge voor overlopende verplichtingen voor 2007.


6 Kan voor de budgettaire herschikkingen op artikel 29 worden uiteengezet 10 waartoe ze worden aangewend?

Antwoord:
De budgettaire herschikkingen op artikel 29 zijn aangewend voor de financiering van de projectsubsidie 'arbocatalogi'. Deze subsidie is toegezegd door de staatssecretaris van SZW naar aanleiding van de Herziene ARBO-wet op 1/1/2007.


7 Wat is de reden voor de overlopende verplichtingen bij de post Subsidies op 10 artikel 29 en om welke subsidies gaat het precies?

Antwoord:
Het gaat hier om verplichtingen waarvan de kasuitgaven in 2006 gepland waren maar niet in 2006 zijn gerealiseerd. Het heeft betrekking op
---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

verplichtingen in het kader van de subsidieregeling FARBO, Arboconvenanten en de subsidies Sociale Zekerheid en Zorg.
8 Pensioenverevening bij scheiding: welk bedrag krijgen de betrokkenen 10 gemiddeld? Hoeveel hoger zou dit bedrag kunnen zijn als de 4,5 mln voor lagere uitvoeringskosten zou worden toegevoegd aan het beschikbare budget voor deze regeling?

Antwoord:
Volgens artikel 4 lid 1 van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening bestaat de tegemoetkoming uit een vast bedrag van 4500,- per persoon. Het beschikbare budget voor de regeling is daarom niet van invloed op de hoogte van de tegemoetkoming.


9 Wanneer is de Kamer geïnformeerd over de projecten zoals genoemd onder 12 Bijstand overig? Wat zijn de achtergronden van de projecten waarvoor bijna 3 mln is toegevoegd aan de post Bijstand overig op artikel 30? Wat wordt met deze respectievelijke projecten beoogd?

Antwoord:
In 2006 heeft de staatssecretaris van SZW subsidie gegeven aan elf projecten om de Wet werk en bijstand op een vernieuwende manier uit te voeren. De Kamer is hierover geïnformeerd via de verzamelbrief van december 2006. Het was de derde keer dat subsidies zijn verstrekt op grond van het Innovatie Programma Werk en bijstand (IPW). Met de nieuwe WWB hebben gemeenten veel vrijheid gekregen om hun eigen beleid vorm te geven. Met de subsidie wil de staatssecretaris gemeenten ondersteunen bij de ontwikkeling en vernieuwing van hun beleid. Een project wordt uitgevoerd door meerdere gemeenten gezamenlijk (gemiddeld 10 per project). De gemeentelijke projecten hebben betrekking op verschillende onderwerpen:

· Verzamelen en verder ontwikkelen van goede praktijken gericht op re- integratie van de onderkant van het klantenbestand.
· Armoedebeleid en schuldhulpverlening in combinatie met arbeidsmarktbeleid en re-integratie.

· Sturen op resultaten door gemeenten.
Een totaal overzicht van de projecten IPW 2006 staat op het Gemeenteloket. (http://gemeenteloket.minszw.nl).
In het bestuurlijk akkoord met de VNG is een nieuwe aanpak afgesproken om innovatie door gemeenten te stimuleren:
'Gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid in het zoeken van nieuwe wegen om meer mensen aan het werk te krijgen/te laten participeren.
---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

SZW heeft vanuit zijn rol op systeemniveau een nieuwe aanpak opgesteld om dat te stimuleren. Daarvoor zijn middelen gereserveerd. Met VNG, Divosa en andere organisaties bekijkt SZW op welke punten door middel van een integrale aanpak effectiever gewerkt kan worden. SZW werkt samen met VNG en andere organisaties een beperkt aantal programmalijnen uit. Daarnaast zal SZW in samenwerking met de VNG verkennen wat de mogelijkheden zijn van een verbreding of het 'omkeren' van het innovatie- artikel (artikel 83 WWB)'.


10 Wat is de precieze achtergrond voor het opnemen van een structurele 12 ramingsvoorziening van 8 mln voor nabetalingen op de post Bijstand overig op artikel 30?

Antwoord:
Het betreft de geraamde uitgaven aan aanvullende uitkeringen WWB die op grond van een uitspraak van de toetsingscommissie WWB aan gemeenten met tekorten op hun Inkomensdeel WWB worden verstrekt.


11 Kan de regering een nadere toelichting geven van de korting op het WWB- 12 budget als gevolg van de herboordelingen arbeidsongeschikten? Waardoor belanden minder herbeoordeelden in de bijstand? Om hoeveel mensen gaat het?

Antwoord:
De neerwaartse bijstelling betreft de doorwerking van de in het Coalitieakkoord opgenomen maatregel om de grens bij herbeoordeling van arbeidsongeschikten te verlagen van 50 naar 45 jaar. Hierdoor neemt het eerder geraamde extra beroep op de bijstand beperkt af, omdat minder mensen een beroep hoeven te doen op de bijstand na herkeuring. De afname wordt voor 2007 geraamd op ca. 950 uitkeringen.


12 Kan de regering een verklaring geven voor de daling van het IOAW- 12 volume?

Antwoord:
De daling van het volume IOAW uitkeringen wordt veroorzaakt door de gunstige ontwikkeling van de conjunctuur. Hierdoor blijft de instroom in de IOAW beperkt


13 Hoe verklaart de regering dat het WWIK-volume met eenderde achter blijft 12 bij de raming?

---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

Antwoord:
De raming van het volume 2007 daalt op basis van de voorlopige uitvoeringsgegevens 2006 van 3000 naar 2500. Daarnaast zijn ook de gemiddelde uitkeringslasten van de WWIK in 2006 gedaald. Naar verwachting ligt de oorzaak van de daling in verbeterde mogelijkheden voor kunstenaars inkomen te verwerven.

14 Bestaat er inzicht in de achterliggende reden voor de toename van de 13 instroom in de Wajong die leidt tot een opwaartse bijstelling van 14 mln, oplopend tot 77 mln in 2012?

Antwoord:
De raming voor de Wajonginstroom is structureel opwaarts bijgesteld, wat er toe leidt dat de opwaartse bijstelling oploopt naar de latere jaren toe. Een belangrijke verklaring hiervoor is de toename van de doorstroom vanuit de bijstand omdat gemeenten hun bestanden aan het screenen zijn op mensen die eigenlijk jonggehandicapt zijn. Dit zal waarschijnlijk ook leiden tot een scherpere controle aan de poort bij de gemeenten met een permanent verhoogde Wajonginstroom als gevolg. Andere achtergronden van de gestegen Wajonginstroom worden onderzocht, zoals de invloed van het sterk stijgende aantal leerlingen in het speciaal onderwijs.

15 Wat is de reden voor de stijging van de gemiddelde Wajong-uitkering die 13 leidt tot een structurele doorwerking van 20 mln per jaar?

Antwoord:
De gemiddelde uitkeringshoogte is gestegen doordat vanaf 2006 de uitkeringen weer aan de loonontwikkeling zijn gekoppeld. Verder geldt dat vanaf 2006 de premie ZFW vervangen is door een werkgeversbijdrage ZVW, wat heeft bijgedragen aan een verhoogde uitkering.

16 Kan preciezer uiteengezet worden wat de oorzaken/achtergronden zijn van 13 de stijging van de Wajong uitvoeringskosten met ruim 25 mln? Hoe verhoudt deze stijging zich met de stijging van het Wajong-budget zelf met 14 miljoen?

Antwoord:
De bijstelling heeft te maken met technische toerekeningregels die worden toegepast om het macrobudget uitvoeringskosten te verdelen over de verschillende regelingen. Dit heeft ertoe geleid dat de uitvoeringskosten
---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

voor de Wajong met 25 miljoen opwaarts zijn bijgesteld. De totale uitvoeringskosten van het UWV blijven binnen het toegekende budget.

17 Hoeveel mensen maken in 2007 extra aanspraak op een TRI-uitkering? Om 13 hoeveel geld gaat het gemiddeld per persoon?

Antwoord:
De opwaartse bijstelling van 35 miljoen in 2007 is inclusief uitvoeringskosten van circa 6 miljoen. De overige 29 miljoen betreft circa 11,5 duizend personen, die gemiddeld circa 2,5 duizend extra krijgen als gevolg van de in het coalitieakkoord overeengekomen verlenging van de TRI uitkering van 6 naar 12 maanden.

18 Welke raming voor het Wajong-volume ligt ten grondslag aan de stijging 13 van de Wajong-uitkeringslasten? Welke stijging van het Wajong volume verwacht de regering op middellange en lange termijn? Hoe verklaart de regering deze stijging?

Antwoord:
De bijstelling is gebaseerd op de nieuwe geraamde volumereeks, die loopt van 154 duizend uitkeringsjaren in 2007 tot 182 duizend uitkeringsjaren in 2012. De vorige geraamde volumereeks liep van 152 duizend uitkeringsjaren in 2007 tot 170 duizend uitkeringsjaren in 2012. Op de lange termijn zal het volume naar verwachting verder stijgen. De stijging van het volume heeft twee belangrijke oorzaken: Het aantal beëindigde uitkeringen wegens het bereiken van de 65 jarige leeftijd is nog niet op het structurele niveau. Hierdoor loopt het jaarlijkse totale aantal beëindigde uitkeringen achter op het aantal nieuwe uitkeringen. De tweede reden is de stijgende instroom. Voor de achterliggende redenen achter de stijgende instroom verwijs ik naar het antwoord op vraag 14.

19 In hoeverre zijn de rekenregels van de Bijdrage in de kosten van kortingen 16 (BIKK) toereikend gezien de omvangrijke bijstelling van de Rijksbijdragen Ouderdomfonds?

Antwoord:
De BIKK is toereikend voor datgene waar het voor bedoeld is. De BIKK is ingevoerd om de premie-inkomsten AOW te compenseren voor de kosten van de heffingskortingen die in het nieuwe belastingstelsel van 2001 zijn ingevoerd. Dat er achteraf bijstellingen zijn geweest in de premie-inkomsten AOW hoeft niet veroorzaakt te zijn door een wijziging in de kosten van de
---

Ons kenmerk FEZ/BGZ/2007/21995

heffingskortingen. Het kan ook veroorzaakt zijn door een verschuiving van de verhouding in de inkomstenheffing tussen bijvoorbeeld tweede schijf en derde schijf, of tussen box 1 en box 2. Op deze wijze kan bij een gegeven totaalopbrengst van de inkomstenbelasting de verhouding tussen schatkist en volksverzekeringen verschuiven.

20 Hoe wordt het verschil verklaard tussen de bedragen die voor emancipatie 17 op de begroting SZW (artikel 35) stonden en de bedragen die nu, na de overheveling, op de begroting OC&W (artikel 25) staan? En waardoor worden de verschillen in mutaties 2007 - 2011 tussen de begroting SZW en de begroting OC&W verklaard?

Antwoord:
Het verschil wordt verklaard door een herschikking van overige uitgaven naar subsidies voor het project `1001 Kracht' en door een toevoeging via de Eindejaarsmarge voor overlopende verplichtingen voor 2007.


---