Rekening van energiebesparing bij huurders neergelegd
25.06.2007 / 16:21 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: De nederlandse woonbond
De nederlandse woonbond
De woningcorporaties willen samen met de energiebedrijven en de bouwsector 30 procent
energie besparen in de gebouwde omgeving. Tot het jaar 2020 worden jaarlijks twee- tot
drie-honderdduizend woningen en gebouwen aangepakt. De plannen 'Meer met minder' hebben
duidelijk ook gevolgen voor huurders. Zij gaan huurverhogingen betalen, zonder dat
duidelijk is hoeveel zij besparen op de energierekening. Daarvoor betaalt de huurder in
de vorm van een huurverhoging. Voor bepaalde maatregelen vindt de Woonbond een
huurverhoging echter niet redelijk. Veel oude ketels bijvoorbeeld zijn allang aan
vervanging toe en het vervangen van zo'n ketel door een HR-ketel kost de verhuurder geen
extra geld.
De Woonbond vindt de plannen niet ambitieus genoeg. De initiatiefnemers claimen een
besparing van 30%, maar die besparing wordt maar in 40 tot 60% van de woningvoorraad
gerealiseerd. Over de totale woningvoorraad berekend is dat een besparing van slechts 15%
in 13 jaar tijd.
Het is teleurstellend dat de initiatiefnemers van 'Meer met minder' zelf nauwelijks een
bijdrage leveren aan investeringen in energiebesparende maatregelen. Met name de bijdrage
van de energiemaatschappijen is veel te mager. Woordvoerder René van Genugten 'De
energiemaatschappijen maken elk jaar honderden miljoenen winst op de levering van
energie. Daarbij profiteren zij van de sterk gestegen prijzen. De Woonbond vindt dat de
overheid de energiebedrijven moet verplichten een deel van deze winst te investeren in
energiebesparing.' Hij wijst erop dat ook de andere partners in dit plan, de corporaties
en de bouw- en installatiebedrijven, nog weinig concreets bieden. De rekening wordt veel
te gemakkelijk bij de huurders gelegd. Volgens de Woonbond is dit dodelijk voor het
noodzakelijke draagvlak voor energiebesparing onder huurders.
De Woonbond riep het kabinet en de corporaties begin deze maand op in alle woningen een
HR-ketel te plaatsen en de spouwmuren te isoleren. Dat zou binnen anderhalf jaar zijn
beslag moeten krijgen. Maar dan zonder huurverhoging, omdat met name de lagere inkomens
zijn aangewezen op slecht geïsoleerde woningen. Met het oog op de betaalbaarheid van
het huren dienen de kosten van deze maatregelen door de corporaties te worden gedragen.
Een andere reden waarom een huurverhoging hierbij achterwege moet blijven, is dat een
HR-ketel moet worden gezien als onderdeel van de basiskwaliteit van een woning. Sterker
nog: waar een HR-ketel ontbreekt had die al geplaatst moeten worden. Hetzelfde geldt voor
spouwmuurisolatie. Waar spouwmuurisolatie ontbreekt, moet die op zo kort mogelijke termijn
worden aangebracht.
Met deze twee maatregelen, een goede HR-ketel en spouwmuurisolatie, is het mogelijk om
alleen al in de corporatiesector een energiebesparing van 15 procent te realiseren. Beide
maatregelen dragen daar in gelijke mate aan bij.
Voor eigenaar-bewoners voorziet 'Meer met minder' in een groenhypotheek. Dat zou hen
moeten stimuleren om aan energiebesparing te doen. Dit ligt volledig in lijn met de
ongelijke behandeling van huur- en koopsector door de vorige kabinetten. De Woonbond
stelt vast dat eigenaar-bewoners op deze wijze het voordeel van de hypotheekrenteaftrek
kunnen combineren met een goedkope lening, waarbij ze dan ook nog een lagere
energierekening krijgen. Voor huurders is het dan zuur dat het totaalpakket van
energiebesparende maatregelen voor hen 'kostenneutraal' zou moeten worden uitgevoerd,
zoals minister Cramer van Milieu stelde. Wat de Woonbond betreft is een huurverhoging
alleen acceptabel als er sprake is van een substantiële besparing en de woonlasten
per saldo lager uitvallen. Met andere woorden: het voordeel van de lagere energiekosten
moet groter zijn dan de huurverhoging.
Amsterdam, 25 juni 2007
V07.1056.PR
Noot voor de pers: voor nadere informatie kunt u bellen met: René van Genugten,
tel. 06 2633 4172