FNV KIEM

Geen topkunst zonder brede basis
Natuurlijk moeten topkunst en -kunstenaars worden gestimuleerd maar zonder brede basis komt er geen aansprekende top. De minister zegt in zijn gisteren verschenen nota Kunst van leven (hoofdlijnen van cultuurbeleid) dat top en basis allebei tegelijk kunnen worden bevorderd maar onderbouwt dit nog niet. Dit is de eerste reactie van FNV KIEM, de grootste vakbond van kunstenaars en werkers in de media op deze nota. De bond besprak dit plan zaterdag 23 juni jl. op een congres in Breda.

De bond is overigens wel te spreken over de gedachten achter deze nota. Veel ideeën die door de kunstensector in gesprekken met de minister zijn ingebracht, worden overgenomen. Dat geldt niet voor het idee van meer geld voor minder projecten. FNV KIEM wijst erop dat recent onderzoek nog heeft geleerd dat er geen betere kunst komt als minder kunstenaars financiering krijgen van de overheid.

De bond realiseert zich dat Kunst van leven niet gaat over arbeidsvoorwaarden van de makers van kunst en cultuur. Toch zal FNV KIEM de politiek nogmaals nadrukkelijk wijzen op de noodzaak van redelijke arbeidsvoorwaarden. Die lopen al jarenlang achter bij alle andere sectoren, hetgeen ertoe leidt dat talentvolle kunstenaars het vak verlaten. Dat achterlopen wordt veroorzaakt door het feit dat de overheid als subsidiegever al jarenlang de stijging van arbeidskosten maar gedeeltelijk compenseert.

Een lans breekt de bond voor de vele zelfstandigen in de sector. Die verdienen vaak te weinig om een goede pensioenvoorziening op te bouwen of zich te kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Evenmin hebben ze recht op zwangerschapsverlof. Het cultureel ondernemerschap dat de sector en de overheid willen stimuleren komt zo ernstig in het gedrang.

Waardering heeft de bond voor het feit dat de minister luistert naar de inbreng van de kunstensector, dat het profijtbeginsel (meer geld via de kassa) niet de juiste manier is om via subsidiekorting 50 mln. aan bezuiniging in te boeken. Sector en minister gaan nu samen onderzoeken of sponsoring of een betere marketing betere manieren zijn om als instellingen zelf meer geld binnen te halen. FNV KIEM zal daar een actieve bijdrage aan leveren.

De bond staat ook positief tegenover het voorstel, dat een belangrijk deel van de 100 mln. die de omroep de komende jaren extra krijgt, moeten worden bestemd voor het versterken van de culturele programmering.

Bij het idee, de geldstroom voor beeldende kunst te verdelen over de landelijke basisstructuur en een tiental stedelijke knooppunten, tekent de bond aan dat dit op zich geen slechte gedachte is. Maar dan moeten deze middelen worden gebruikt om individuele kunstenaars te financieren. Fiscale maatregelen die de aankoop van beeldende kunst bevorderen, verdienen volgens de bond van kunstenaars ook onderzocht te worden.

Een ruimer budget voor projecten op het terrein van nieuwe media wordt toegejuicht. Maar in dat budget moet wel rekening worden gehouden met de rechten van de makers, die een vergoeding moeten krijgen voor het verspreiden van hun werk. Daarbij mag rekening worden gehouden met het feit dat media-aandacht ook extra publiek trekt.

Bevordering van cultuurparticipatie o.a. via een Programmafonds cultuurparticipatie vindt de bond een creatief idee. Maar de minister veronachtzaamt hierbij de belangrijke rol van goed opgeleide docenten kunsteducatie. In dit verband pleit FNV KIEM ook voor een actieve regiefunctie (locaties, behoeften en geldstromen). Op dit moment bepalen gemeenten teveel of ze wel of minder geld steken in centra voor de kunsten. Deze centra zijn naast de scholen bij uitstek geschikt om kinderen en volwassenen enthousiast te maken voor het beoefenen en genieten van kunst en cultuur. Directies en docenten van deze centra zouden middelen moeten krijgen om zich nog beter te richten op vaak snel veranderende behoeften.

Met vreugde heeft de bond in deze nota gelezen, dat de sector kunst en cultuur een belangrijke bijdrage levert aan de economie. Een terechte constatering, die de sector al lang weet. Men wil dan ook af van het imago van handje-ophouders en is blij met de steun van de minister. In het verlengde hiervan ligt de vraag, wat de economie gaat doen voor een sector, die het leven, woonplezier en de betrokkenheid van de burger bij de maatschappij bevordert. Dit punt zal zeker worden ingebracht bij de innovatieplannen van de bewindsman. Zo moet worden bevorderd dat nieuwe markten kunnen worden aangeboord.

Kunstenaars en mediamakers nemen ook graag de handschoen op en zijn bereid een rol te spelen bij integratie en het realiseren van het kabinetsplan om van klachtwijken prachtwijken te maken.
---