Gemeente Utrecht


2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
84 Vragen van van de heer mr. E. van der Marel en de heer N.J.H. Gravesteijn
(ingekomen op 25 juni 2007)

Uit recent gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de woningbouw in Nederland stokt. Volgens deze cijfers zijn er in het eerste kwartaal van dit jaar 16% minder woningen opgeleverd vergeleken met dezelfde periode vorig jaar en is het aantal bouwvergunningen met 23% gedaald. In de provincie Utrecht zijn het eerste kwartaal van 2007, 682 bouwvergunningen verleend, tegenover 2072 in het eerste kwartaal van 2006. Het aantal gereedgekomen woningen bedraagt 610 in het eerste kwartaal van 2007, tegenover 1158 in het eerste kwartaal van 2006.

Als oorzaken worden genoemd de hoge prijzen van bouwmaterialen, personeelsgebrek bij de bouwbedrijven, maar ook lange procedures bij bouwen in binnenstedelijk gebied.

De afname in de productie baart zorgen en brengt de fracties van VVD en PvdA tot de volgende vragen:

1. Heeft het college kennis genomen van de cijfers van het CBS?
2. Kan het college aangeven hoeveel bouwvergunningen zijn er afgegeven door de gemeente Utrecht in het eerste en tweede kwartaal van 2007 en hoe dit zich verhoudt tot dezelfde periode in 2006?
3. Indien deze cijfers lager zijn dan in de vergelijkbare periode in 2006, wat is hiervan de oorzaak? En kan het college aangeven wat deze afname betekent voor het realiseren van de gemeentelijke bouwopgave dit jaar en deze collegeperiode?
4. Wat is het college voornemens te doen aan de daling van de woningproductie in de gemeente Utrecht? En welke maatregelen acht het college noodzakelijk om de in de toekomst de geplande bouwopgave te realiseren?


---- --