European Union



RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

NL

P/07/50

Brussel, 26 juni 2007

11201/07 (Presse 152)

(OR. en)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de internationale dag van de Verenigde Naties voor slachtoffers van foltering op 26 juni 2007

Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de inwerkingtreding van het internationaal Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing en de tiende internationale dag van de Verenigde Naties voor slachtoffers van foltering (26 juni), wijst de EU er met nadruk op dat zij een grote prioriteit toekent aan de wereldwijde uitbanning van foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, alsook aan volledige rehabilitatie voor de slachtoffers van folteringen.

De EU is er volledig van overtuigd dat een absoluut verbod op folteringen een van de hoekstenen is van het universele mensenrechtenkader, en brengt in herinnering dat er geen uitzonderlijke omstandigheden bestaan, ongeacht of er sprake is van een oorlogssituatie, terroristische daden, binnenlandse politieke instabiliteit of enige andere noodtoestand, die folteringen of enige andere vorm van mishandeling kunnen rechtvaardigen. Op alle staten rust de plicht ervoor te zorgen dat individuele personen niet aan het risico van een dergelijke behandeling worden blootgesteld. Staten dienen een onafhankelijk en doeltreffend onderzoek in te stellen naar alle vermeende gevallen van foltering en mishandeling, de slachtoffers een vorm van schadeloosstelling te verstrekken, de daders te vervolgen en ervoor zorg te dragen dat dergelijke misdrijven niet worden begaan. De EU veroordeelt eens te meer elk optreden dat gericht is op het legaliseren of toestaan van foltering en mishandeling, en roept alle staten op om het grondrecht van vrijwaring van foltering hoog te houden.

De EU roept alle staten die nog geen partij zijn bij het internationaal Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing op om onverwijld tot dit verdrag toe te treden. Het is een instrument dat de internationale gemeenschap wereldomspannende beschermende maatregelen biedt die gericht zijn op vrijwaring van foltering. Op de staten die partij zijn bij dit verdrag rust onder meer de verplichting om foltering als misdrijf in hun nationaal recht op te nemen en eventuele gevallen van foltering op passende wijze te bestraffen. Daarnaast voorziet dit verdrag in een regeling die behelst dat de verdragsstaten tijdig en volledig verslag uitbrengen, terwijl zowel individuele als interstatelijke communicatie kan worden onderzocht om toezicht uit te oefenen op de naleving op nationaal niveau. Het verheugt de EU dat het verdrag in het afgelopen jaar bekrachtigd is door Andorra, Montenegro en San Marino.

Voorts heeft de EU met grote instemming gereageerd op de inwerkingtreding, in 2006, van het facultatief protocol bij het verdrag. Het protocol voorziet in een mechanisme voor onafhankelijke internationale bezoeken, en betekent aldus een versterking van het kader ter bestrijding van foltering. Voor de bestrijding van foltering zijn openheid en transparantie essentiële factoren. Zoals de speciale VN-rapporteur inzake foltering herhaaldelijk heeft verklaard, vormen inspecties van detentiecentra een van de meest doeltreffende preventieve maatregelen tegen foltering. De totstandbrenging van onafhankelijke nationale en internationale toezichtmechanismen in het kader van dit protocol zou een doorslaggevend effect moeten hebben bij het uitbannen van de barbaarse folterpraktijken. De EU moedigt alle staten derhalve krachtig aan de ondertekening en bekrachtiging van dit facultatief protocol als prioriteit in overweging te nemen. Het verheugt de EU dat het facultatief protocol in het afgelopen jaar bekrachtigd is door Armenië, Benin, Brazilië, Cambodja, Liechtenstein, Moldavië, Nieuw-Zeeland, Peru, Senegal, Servië en Oekraïne.

De EU spreekt zijn krachtige steun uit voor de vooraanstaande rol van de VN bij de bestrijding van foltering en bij de ondersteuning van slachtoffers van folteringen overal ter wereld, en met name voor het werk van de speciale VN-rapporteur inzake foltering, het VN-Comité tegen foltering, het onlangs opgerichte Subcomité inzake de voorkoming van folteringen, het vrijwillige VN-fonds voor slachtoffers van foltering en het OHCHR. Tevens prijst de EU de regionale toezichtinstanties, waaronder het Europees Comité inzake de voorkoming van folteringen, voor hun waardevolle bijdragen. Het is van essentieel belang dat alle staten in goed vertrouwen samenwerken met de speciale VN-rapporteur inzake foltering en met de andere internationale toezichtmechanismen.

De dagelijkse werkzaamheden van deze instanties worden aangevuld door een groot aantal actoren uit het maatschappelijk middenveld, die zich onvermoeibaar inspannen om het publiek van het bestaan van folteringen bewust te maken, waarbij zij ook de aandacht vestigen op preventie van foltering en de rehabilitatie van slachtoffers. De EU neemt deze gelegenheid te baat om de niet aflatende inspanningen te prijzen van de vele NGO's en personen die zich vastberaden en onvermoeibaar inzetten om foltering te voorkomen en het lijden van de slachtoffers te verlichten. De EU is voorts verheugd over de cruciale rol die behandelcentra voor slachtoffers van folteringen overal ter wereld spelen. De EU is vastbesloten ook in de toekomst een leidende rol te spelen bij de ondersteuning van activiteiten van het maatschappelijk middenveld ter bestrijding van foltering overal in de wereld en zij herinnert eraan dat de preventie van foltering en de rehabilitatie van slachtoffers van folteringen nog steeds prioriteiten zijn bij de financiering uit hoofde van het nieuwe Europees Initiatief voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR).

De EU is vastbesloten haar inspanningen te intensiveren, met name de politieke, diplomatieke en financiële initiatieven die zij ontplooit in het kader van haar richtsnoeren voor een beleid tegen foltering. De EU is bereid om samen met alle partners die daarvoor belangstelling hebben, te werken aan de totstandbrenging van een wereld zonder folteringen.

De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.

Wetstraat 175 B - 1048 BRUSSEL Tel.: +32 (0)2 281 6319 Fax: +32 (0)2 281 8026
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom

11201/07 (Presse 152)