Provincie Drenthe

Te veel energieverspilling in Wijster - GS weigeren vergunning uitbreiding Essent
03 Jul 2007

Gedeputeerde Tanja Klip-Martin (VVD) heeft Essent vanmiddag medegedeeld dat het college van GS van plan is de aangevraagde vergunning voor de uitbreiding van de vuilverbrander in Wijster te weigeren. Het ontwerp-besluit over de vergunning zal kort na de zomer formeel genomen worden. Volgens de (Europese) milieuwetgeving kan de vergunning niet worden afgegeven, omdat het energierendement te laag is. Dat komt doordat de vrijkomende warmte onvoldoende kan worden benut. "Een uitbreiding in Wijster kan daarom niet voldoen aan de hoge eisen die de provincie, het Rijk en Europa stellen op milieugebied. Op die locatie kunnen niet de Beste Beschikbare Technieken (BBT) worden toegepast. Zoveel energieverspilling moeten we niet mogelijk willen maken," zegt milieugedeputeerde Klip.

De vergunningaanvraag van Essent voor de bouw van twee nieuwe afvalverbrandinglijnen in Wijster is in de afgelopen periode zorgvuldig getoetst aan wet- en regelgeving. Door de afwezigheid van koelwater en de afwezigheid van afzetmogelijkheden voor de vrijkomende warmte gaat er veel energie verloren. Het college van gedeputeerde staten is daarom van mening dat Essent daardoor in Wijster niet de BBT voor afvalverbranding kan toepassen. De Wet milieubeheer stelt dat in zo'n geval geen vergunning verleend mag worden.

Naast de best beschikbare technieken die voor een milieuvergunning noodzakelijk zijn, vindt het college ook dat de ambities van Essent op het gebied van uitstoot van dioxine en kwik te laag zijn. In de afgelopen jaren is gebleken dat veel lagere concentraties haalbaar zijn. Nu vraagt Essent 329 milligram dioxine-uitstoot op jaarbasis aan. Volgens Klip lijkt dat misschien niet veel, maar het is wel bijna een derde deel van de 1100 milligram die landelijk door afvalverbranders de lucht in gaat. "Voor dioxine geldt een inspanningsverplichting om die uitstoot zo dicht mogelijk naar nul te brengen. Als we dus weten dat het beter kan, zou zeker een bedrijf in overheidshanden meer moeten investeren in rookgasreiniging. Misschien is dat juridisch geen grond om de vergunning te weigeren, maar dit lage ambitieniveau maakt toch dat je de aanvraag met een extra kritische blik bekijkt," licht zij toe.

De Wet Milieubeheer laat enige interpretatieruimte in de beoordeling van vergunningaanvragen. Op het gebied van de toepassing van best beschikbare technieken (BBT) is geen jurisprudentie beschikbaar. Volgens Tanja Klip-Martin is het realistisch om voorbereid te zijn op een gang naar de Raad van State. "Wij kunnen onze mening op zowel inhoudelijke als juridische gronden goed motiveren, maar Beste Beschikbare Technieken blijft een ietwat rekbaar begrip," aldus de gedeputeerde.

Gedeputeerde Klip-Martin vindt dat er - zeker in Drenthe - veel redenen zijn om kritisch te kijken welke ontwikkelingen je wel of niet wilt toestaan op bepaalde locaties. "Niet voor niets zijn wij samen met de gemeenten bezig om een visie te ontwikkelen op de vestigingsmogelijkheden van milieubelastende bedrijven in Drenthe. Het is nu ook van belang daar op korte termijn een flinke stap verder in te zetten. Pas dan kunnen we ook in de planologische regelgeving, zoals het provinciaal omgevingsplan (POP) en de gemeentelijke bestemmingsplannen, de ontwikkeling van bedrijvigheid op de juiste manier sturen," zegt Tanja Klip-Martin.

Content Management Powered by CuteNews

* Archief persberichten en nieuwsberichten (2005 en ouder)