Inspectie Verkeer en Waterstaat
13 juli 2007: Explosie binnenvaarttanker Stolt Rom door oververhitte
dekdoorvoer
De explosie aan boord van de chemicaliëntanker Stolt Rom op dinsdag 27
juni 2006 in de Rotterdamse haven was het gevolg van oververhitting in
de dekdoorvoer van de ladingpompinstallatie. Dat schrijft de Inspectie
Verkeer en Waterstaat in haar onderzoeksrapport naar aanleiding van
het ongeval. Door de kracht van de explosie raakte het schip zwaar
beschadigd. Er vielen geen gewonden, hoewel twee bemanningsleden van
het schip zich even daarvoor nog boven het geëxplodeerde ruim hadden
bevonden.
De explosie vond plaats tijdens het overbrengen van een lading ethanol
naar het zeeschip de Montauk. Bij het overpompen raakten draaiende
onderdelen van de dekdoorvoer van de pomp oververhit omdat een
reservoir met het koel- en smeermiddel glycol niet was bijgevuld.
Omdat een keramische afdichtingsring was afgebrokkeld kwamen de
oververhitte onderdelen in direct contact met de licht ontvlambare
ethanoldamp in een van de ladingruimen. De damp kwam daarop tot een
snelle ontbranding.
De inspectie stelt onder meer vast dat de samenstelling van het type
dekdoorvoer, het glycolreservoir en de daaraan bevestigde slangen voor
een onveilige situatie heeft gezorgd. Bovendien kreeg de bemanning
geen eenduidige instructie over het bijvullen van de glycol en waren
de blusmiddelen niet volgens de voorschriften gereed voor gebruik.
Naar aanleiding van het incident adviseert de inspectie aan de
Centrale Commissie Rijnvaart om regels te stellen voor de configuratie
en toepassing van dekdoorvoersystemen. Bij de overslag van gevaarlijke
stoffen moet door de bemanning strikter wordt toegezien op de werking,
koeling en smering van bewegende onderdelen die daarbij een rol
spelen. Er zou bovendien gebruik gemaakt moeten worden van reservoirs
die voldoende transparant zijn of zijn voorzien van een mechanische of
elektrische niveau-indicatie.