Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Uw brief N.a.v. schriftelijk overleg over de brief van 19 april 2007 inzake de niet- Onderwerp Kamervragen van de fracties van CDA, PvdA en SP bekrachtiging IAO- naar aanleiding van de brief van 19 april 2007 (29 Verdrag nr. 185 ( 29 427, 427, nr. 38) inzake de niet-bekrachtiging van IAO- nr. 38) Verdrag nr. 185 Ons kenmerk IZ/IA/07/191199 Datum 13 juli 2007

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen gesteld door de fracties van het CDA, de PvdA en de SP tijdens een schriftelijk overleg over de brief van 19 april 2007 inzake het standpunt van de regering ten aanzien van het niet-bekrachtigen van IAO-Verdrag nr. 185 (29 427, nr. 38).

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)

Bijlage(n):
Antwoorden op de Kamervragen

Vragen van de CDA fractie


1.
Waarom wil de Nederlandse regering niet tot ratificatie van dit verdrag overgaan nu een belangrijk bezwaar bij het ILO-verdrag nr. 108 uit 1958, te weten, dat dit document ook zou mogen worden gezien als een reisdocument, niet meer van

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

toepassing is op dit document? De regering licht tevens in haar brief toe dat zij geen principiële bezwaren heeft tegen dit verdrag. Zijn het dan alleen kostenoverwegingen die er toe hebben bijgedragen dat ze niet wil overgaan tot de ratificatie van dit verdrag?

Antwoord
Het is een feit dat het identiteitsdocument voor zeevarenden volgens de bepalingen van ILO Verdrag 185 géén reisdocument meer is. Er kan en mag te allen tijde bij grensoverschrijding om een nationaal paspoort worden gevraagd. Met deze wijziging van de status van het document zijn inderdaad de meer principiële bezwaren die de Nederlandse regering tegen het oude ILO Verdrag 108 had, komen te vervallen.

De belangrijkste bepalingen van Verdrag 185 zijn:

- het identiteitsdocument is géén reisdocument: door lidstaten kan en mag te allen tijde additioneel om een nationaal paspoort worden gevraagd;

- voor walverlof van zeevarenden wordt in principe géén visum meer gevraagd;
- de identiteitsdocumenten kunnen worden verstrekt aan eigen onderdanen en aan permanent ingezetenen met een andere nationaliteit van lidstaten alsmede aan erkende statenlozen en vluchtelingen,

- de vorm van het identiteitsdocument betreft een boekje analoog aan de vormgeving van een nationaal paspoort:

- de identiteitsdocumenten worden voorzien van zgn. biometrische kenmerken in de vorm van vingerafdrukken op te nemen in een barcode;

- er zullen nationale databestanden worden ingericht die internationaal toegankelijk zijn via zgn. focal points;

- voor de verstrekking van de identiteitsdocumenten kan een (zo laag mogelijke) prijs in rekening worden gebracht.

De belangrijkste overweging van de regering om niet over te gaan tot bekrachtiging en ratificatie van ILO verdrag 185 is gelegen in het feit dat het identiteitsdocument voor Nederlandse zeevarenden in de praktijk weinig tot geen toegevoegde waarde heeft. Naast het Nederlandse identiteitsdocument dienen alle zeevarenden hun nationale paspoort bij zich te dragen en blijven zij, indien van toepassing, visumplichtig in het geval van grensoverschrijding. Het Nederlandse identiteitsdocument voor zeevarenden vervangt met andere woorden geen bestaande identiteitsbewijzen en of reisdocumenten en versoepelt ook geen bestaande, vigerende toelatingsprocedures, tot derde landen. In de praktijk betekent één en ander dat het identiteitsdocument zou worden toegevoegd aan een set van reeds bestaande documenten benodigd voor grensoverschrijding en identificatie mits daarom zal worden gevraagd.

Er zijn bovendien géén voorbeelden van landen bekend waarbij expliciet naar het identiteitsdocument wordt gevraagd ten behoeve van identificatie, grensoverschrijdingen/of ter versnelling of versoepeling van toelatingsprocedures. Het is bovenal de inschatting van de
---

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

regering dat een eventuele Nederlandse identiteitsdocument voor zeevarenden daar niets aan zal veranderen.

Voor de toelatingsprocedures van Nederland zelf ten behoeve van buitenlandse zeevarenden zou met de ratificatie van verdrag 185 door Nederland ook weinig veranderen, Immers, Nederland vraagt thans ook al geen visum van buitenlandse zeevarenden voor walverlof. Voor het inreizen, doorreizen en vertrekken vanaf Nederlands grondgebied worden wel individuele visa van buitenlandse zeevarenden verlangd indien van toepassing.

Of het identiteitsdocument een toegevoegde waarde zal hebben in de toekomst en op welke wijze, indien Verdrag 185 op grote(re) schaal geratificeerd wordt, is een kwestie van speculatie. Gelet op het feit dat Nederland een relatief bescheiden potentieel aan zeevarenden heeft, op wereldschaal bezien, zal het effect van nationale ratificatie en implementatie op reeds bestaande praktijken nagenoeg nihil zijn.

2.
Welke houding heeft de Nederlandse regering aangenomen tijdens de zitting in 2003, toen het verdrag tot stand is gekomen?

Antwoord
De Nederlandse delegatie heeft ingestemd met de tekst van het verdrag in 2003.


3.
Nu dit verdrag vooral tot stand is gekomen onder druk van de Amerikaanse regering is het van belang om te weten of de Amerikaanse regering ook van plan is om dit verdrag te ratificeren. Zij staan nog niet bij de landen die het verdrag geratificeerd hebben. Kan de regering toelichten of de Amerikaanse regering voornemens is om dit verdrag op korte termijn te ratificeren?

Antwoord
De Amerikaanse regering is hoogstwaarschijnlijk niet voornemens ILO verdrag 185 te ratificeren. Formeel is de eventuele ratificatie nog in onderzoek. De Maritime Authorities en de Coast Guard kunnen zich in principe vinden in ratificatie maar de Immigration Authorities en de Inland Security Authorities staan hier vooralsnog afwijzend tegenover.

De bezwaren hebben alles te maken met het feit dat volgens ILO Verdrag 185 het zeevarenden identiteitsdocument in principe een visum voor walverlof vervangt. Dit lijkt voor de Amerikaanse regering niet acceptabel omdat bij het aandoen van Amerikaanse havens alle individuele zeevarenden aan boord over een visum moeten beschikken alvorens zij toestemming krijgen voor walverlof.


---

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

In plaats van het zeevarenden identiteitsdocument op basis van ILO verdrag 185 wordt momenteel een "Transport Workers Identification Credential (TWIC)"ontwikkeld door de regering van de V.S.. Dit houdt een identiteitsbewijs voor alle Amerikaanse transportmedewerkers in (inclusief zeevarenden), met opname van biometrische kenmerken.


4.
Zoals in de brief van 19 april 2007 is uiteengezet, behoort de materie van dit verdrag tot de exclusieve bevoegdheden van de Europese Unie, waar Europese afstemming op zijn minst op zijn plaats is. In EU-kader heeft overleg over plaats gevonden, waarbij iedere lidstaat de mogelijkheid is gegeven om het verdrag te bekrachtigen. Deze houding bevreemdt de leden van de CDA-fractie. Ware het niet logisch geweest dat er een gemeenschappelijke lijn was afgesproken op dit terrein nu de EU een exclusieve bevoegdheid heeft op dit terrein?

Antwoord
De Europese Gemeenschap heeft slechts competentie op een deelonderwerp van het verdrag te weten het visumbeleid binnen de (Schengen)gemeenschap. Op 14 april 2005 is een machtiging afgegeven door de Raad voor Juridische en Binnenlandse Zaken (JBZ raad) aan lidstaten om het verdrag te kunnen bekrachtigen. ILO verdragen kunnen tot op heden namelijk uitsluitend en alleen door nationale lidstaten worden bekrachtigd en geratificeerd nadat nationale parlementen daarmee hebben ingestemd. De Europese Gemeenschap is daartoe niet bevoegd.


5.
Heeft er bij de voorbereiding van de zitting in 2003 geen coördinatie plaats gevonden tussen de EU-lidstaten over het in te nemen standpunt?

Antwoord
Er heeft op verschillende momenten Europese coördinatie plaats gevonden tussen EU lidstaten voorafgaande aan en tijdens de ILO algemene arbeidsconferentie van 2003. Tot een gemeenschappelijk Europees standpunt is het daarbij niet gekomen. Zie verder het antwoord op vraag 4.


6. en 7.
Waarom hebben Frankrijk, Litouwen en Hongarije het verdrag wel geratificeerd en is Nederland voornemens om het niet te doen?

Zijn er nog andere EU-lidstaten van plan om het verdrag wel te ratificeren?

Antwoord
Overzicht ratificaties andere Europese lidstaten. Onderstaand overzicht is gebaseerd op een recente ambtelijke navraag bij een aantal Europese lidstaten.


---

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

Litouwen
Voor wat betreft Litouwen is de ratificatie van het Verdrag nog geen feit; er is slechts een intentie tot toepassing bij de ILO ingediend.

Frankrijk
Frankrijk heeft als eerste land het verdrag geratificeerd. Frankrijk heeft het verdrag echter nog steeds niet geïmplementeerd zodat de Franse zeevarenden geen zeevarenden identiteitsdocument hebben. Er is niet bekend wanneer de implementatie wel zal gaan plaatsvinden, mede vanwege het intrekken door het parlement van het budget daarvoor.

Hongarije
Hongarije heeft Verdrag 185 op 30 maart 2005 geratificeerd.

Denemarken
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

Duitsland
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

Finland
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

Griekenland
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

Ierland
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland. Ook vanwege het kostenaspect dat gemoeid is bij de ontwikkeling, productie en beheer van zeevarenden identiteitsdocument.

Italië
Ratificatie besluit is nog in onderzoek. Ambtelijk wordt geen toegevoegde waarde gezien.

Luxemburg
Zal waarschijnlijk ratificeren. Het land heeft immers geen Luxemburgse zeevarenden en implementatie kan dan achterwege blijven.

Portugal
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

Spanje
Standpunt is nog in onderzoek. Ambtelijk wordt geen toegevoegde waarde gezien.

Verenigd Koninkrijk
Standpunt is nog in onderzoek. Ambtelijk wordt geen toegevoegde waarde gezien.


---

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

Zweden
Zal niet ratificeren om dezelfde redenen als Nederland.

België
Standpunt is nog in onderzoek.

De positie van andere, niet hierboven genoemde, lidstaten is op dit moment niet bekend.

8.
Nu de geraadpleegde sociale partners te kennen hebben gegeven om wel voorstander te zijn van ratificatie kan de regering dan toelichten waarom ze het alsnog afwijst?

Verwezen wordt naar het antwoord onder 1.

9.
De sociale partners zien een duidelijke meerwaarde ook voor de zeevarenden en voor de Rotterdamse haven. Ook leggen ze uit waarom deze biometrische kenmerken zijn gekozen, namelijk dat minder ontwikkelde landen ook zouden kunnen overgaan tot ratificatie. Hebben deze argumenten nog een rol gespeeld bij de overwegingen van de Nederlandse regering om dit verdrag niet te gaan ratificeren?

Antwoord
Voor wat betreft de meerwaarde voor zeevarenden en de meerwaarde voor de Rotterdamse haven stelt de regering dat deze meerwaarde, op voorhand, onvoldoende aangetoond kan worden (zie ook het antwoord op vraag 1). Voor wat betreft de toepasbaarheid van biometrische kenmerken door ontwikkelingslanden, stelt de regering dat de gekozen biometrische kenmerken en de wijze van opslag via een barcode, een kostenopdrijvend effect hebben voor landen die reeds een nationaal paspoort uitgeven volgens (andere) ICAO standaards. De reden is dat er voor het zeevarenden identiteitsdocument andere productie- en (uit)leesapparatuur aangeschaft dient te worden dan voor de nationale paspoorten. Bovendien is de betrouwbaarheid van de gekozen biometrische kenmerken van een mindere signatuur dan de gekozen biometrie en de opslagwijze in het nationale paspoort.

Met andere woorden; genoemde overwegingen zijn uiteraard in de beschouwingen betrokken maar hebben niet de doorslag gegeven bij het besluit tot het wel of niet ratificeren.

Vragen PvdA

10.
Nederland heeft indertijd Verdrag nr. 108 niet bekrachtigd. Door welke landen is Verdrag nr. 108 toentertijd wel bekrachtigd?


---

Ons kenmerk IZ/IA/07/1911

Antwoord
Verdrag 108 is door 64 landen geratificeerd.

Het gaat daarbij om: Algerije, Angola, Antigua en Barbuda, Azerbeidjan, Barbados, Belarus, Belize, Brazilië, Bulgarije, Kameroen, Canada, Cuba, Tjechië, Denemarken, Djibouti, Dominica, Estland, Fiji eilanden, Finland, Frankrijk, Ghana, Griekenland, Grenada, Guatamala, Guinee-Buissau, Guyana, Honduras, IJsland, India, Iran, Irak, Ierland, Italië, Kyrgizistan, Litouwen, Letland, Liberia, Luxemburg, Malta, Mauritius, Mexico, Moldavië, Marokko, Noorwegen, Panama, Polen, Portugal, Roemenië, Russische Federatie, Sint Lucia, Sint Vincent en de Grenadines, Seychellen, Slovenië, Solomon Eilanden, Spanje, Zweden, Sri Lanka, Tajtjikistan, Tanzania, Tunesië, Turkije, Oekraïne, Verenigd Koninkrijk, Uruguay.

Een belangrijke reden voor de totstandkoming van Verdrag 108 destijds was, om zeevarenden die niet of zeer moeilijk over een nationaal paspoort konden beschikken, toch van een reisdocument te voorzien. Op deze manier konden zij hun beroepmatige grensoverschrijdende activiteiten zonder al te veel problemen blijven uitoefenen. Deze problematiek speelde met name in de voormalige communistische landen in Oost-Europa. Heden ten dage beschikken vrijwel alle zeevarenden over een nationaal paspoort en daarmee over een reisdocument.

11.
Het nieuwe maritieme arbeidsverdrag heeft vrijwel alle bestaande maritieme IAO- verdragen en aanbevelingen vervangen, alleen geldt dit niet voor Verdrag nr. 185. Welke elementen in Verdrag nr. 185 wijken teveel af van de overige maritieme IAO verdragen?

Antwoord
In het tripratite vooroverleg ten behoeve van de totstandkoming van de Maritime Labour Convention 2006 is besloten het nieuwe Verdrag 185 buiten de context van het maritieme arbeidsverdrag te houden om de volgende redenen:
a) Betreft in wezen géén puur maritiem Verdrag maar de inhoud en materie ligt meer op het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken en vraagstukken op het terrein van identiteitsbewijzen en grensoverschrijding;
b) Voor identiteitsdocumenten geldt een ander handhavings- en toezichtsregime (namelijk niet via port state control maar zaak voor immigratie-autoriteiten); c) De inwerkingtreding voor ILO Verdrag 185 is anders geregeld (twee ratificaties zijn voldoende conform gebruikelijke ILO systematiek);
d) Daarnaast bestond ten tijde van de onderhandelingen over het maritieme arbeidsverdrag