Reclassering licht toezicht op daders door

13/07/2007 16:56



Stichting Reclassering Nederland



De reclassering voert het merendeel van haar toezichten goed uit. Op een aantal punten zijn verbeteringen noodzakelijk. Vooral als het gaat om registratie, het volgen van het vonnis of de overeenkomst, contactfrequentie en het reageren op overtredingen. Dit blijkt uit de doorlichting van alle lopende toezichten.

De doorlichting is uitgevoerd door de drie reclasseringsorganisaties, aangevuld met externe onderzoekers van het Verwey Jonker Instituut. Het doel van het onderzoek was zicht krijgen op de kwaliteit en de eventuele risico's. Er is beoordeeld of de reclasseringswerker het toezicht verantwoordt op de voorgeschreven wijze uitvoert volgens de afspraken die binnen het betreffende toezicht zijn gemaakt. In totaal werden ruim 15.000 toezichten onder de loep genomen. In vijf procent van de gevallen is actie ondernomen om het toezicht volgens de voorwaarden te laten verlopen. Capaciteitsdruk en beperkte tijd blijken belangrijke redenen te zijn die een goede uitvoering van een toezicht in de weg staan.

Het aantal toezichten is sinds 2005 met 44% gegroeid. Bovendien wordt toezicht opgelegd aan daders van steeds zwaardere delicten. Sjef van Gennip, algemeen directeur Reclassering Nederland: 'Om een toezicht goed uit te voeren is tijd nodig. De gemiddelde 30 uur per half jaar die de reclasseringswerker momenteel voor de uitvoering van een toezicht heeft, is lang niet altijd genoeg. Zeker niet bij daders van stevige delicten. Bovendien willen we de door onszelf gewenste kwaliteit van het toezicht borgen. En voldoen aan de vraag vanuit de politiek en de samenleving om scherpe controle en risicobeheersing.'

Goed toezicht houdt in intensieve begeleiding gericht op het veranderen van gedrag van mensen, stevige controle, consequent naleven van de regels en optimale beheersing van risico's. De reclassering legt haar werk al geruime tijd langs de 'professionele meetlat' en haakt aan op de meest recente wetenschappelijke inzichten. Het professionaliseren van diagnose, gedragsinterventies en werkstraf gingen de modernisering van het toezicht voor. Het doorlichten van alle lopende toezichten blijkt een waardevolle stap; het geeft richting aan de verbeteringen die in gang zijn gezet.