Ministerie van Financiën

Verbetering vestigingsklimaat voor financiële instellingen

Brief | 13-07-2007 | nr FM07-1776

de voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum


Uw brief (Kenmerk)


Ons kenmerk

13 juli 2007


FM 2007-01776 M

Onderwerp

Verbetering vestigingsklimaat voor financiële instellingen

Geachte voorzitter,

Onlangs bespraken wij in uw kamer de mede-oprichting van de Stichting 'Holland Financial Centre' door de ministeries van Financiën, Justitie Economische Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze Stichting heeft tot doel Nederland als financieel centrum op de kaart te zetten. Mijn betrokkenheid bij de oprichting van de stichting 'Holland Financial Centre' maakt onderdeel uit van een breed scala aan initiatieven die ik voornemens ben te nemen ter verbetering van het vestigingsklimaat in Nederland voor financiële instellingen. In aanvulling op mijn antwoord op uw vragen over de Stichting Holland Financial Centre wil ik u in deze brief graag op de hoogte brengen van deze verdere voornemens en mijn agenda hieromtrent tot het einde van dit jaar.

In deze brief zal ik achtereenvolgens ingaan op het belang van de financiële sector voor Nederland, trends en marktontwikkelingen die het vestigingsklimaat beïnvloeden en de positie van de Nederlandse financiële sector. Vervolgens zal ik mijn voornemens omschrijven om het vestigingsklimaat in Nederland aantrekkelijk te houden voor financiële instellingen.

Belang financiële sector

De financiële sector is een belangrijke sector binnen de Nederlandse kenniseconomie. Zij biedt zowel direct als indirect veelal hoogwaardige werkgelegenheid en trekt deze ook aan. Bovendien creëert zij vraag naar allerlei ondersteunende producten en diensten. Verzekeringen en pensioenvoorzieningen voorzien in belangrijke kaders voor de economische stabiliteit en lange termijn perspectieven van individuele burgers en van onze samenleving als geheel. Bovendien zijn efficiënte financiële instellingen van essentieel belang voor een optimale allocatie van kapitaal, en dus, door uitstralingseffecten naar de gehele economie, voor economische groei in het algemeen.

Het belang van de financiële sector voor de Nederlandse economie blijkt onder andere uit haar bijdrage aan het bruto nationaal product en de werkgelegenheid. In 2005 was 7,4% van het bruto binnenlands product direct toe te schrijven aan de financiële sector en werkten er ruim 260 duizend mensen. De financiële sector groeide tussen 2000 en 2005 jaarlijks gemiddeld met ruim 8% (zie grafiek 1).

­­Marktontwikkelingen

Zowel Europees als wereldwijd vinden de laatste decennia steeds meer grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten plaats, ook op het gebied van financiële markten. Door globalisering en internationalisering zijn, met de opkomst van nieuwe landen en nieuwe markten, concurrentie en dynamiek in het economische landschap toegenomen. Wereldwijd zijn de opkomst van China en India als nieuwe landen in de wereldeconomie bekende voorbeelden. Binnen zowel Oost- als West-Europa tekent deze trend zich steeds duidelijker af door de zich verder harmoniserende grensoverschrijdende Europese interne markt.

Komende decennia zal deze trend van internationalisatie en globalisatie zich verder ontwikkelen. Dit geldt bijvoorbeeld op het gebied van financiële markten voor beleggingsinstellingen, vermogensbeheer, verzekeringen en de pooling van pensioenen. Het patroon van concentratie en consolidatie, zoals dat nu al Europa breed te zien is in bijvoorbeeld de bankensector, zal zich voortzetten. Ook de consolidatie van de Europese beurzen, naar één liquide markt bestaande uit één of enkele grote beurzen, wordt verwacht.

Binnen Europa ontstaat door deze ontwikkelingen een herverdeling van financiële activiteiten tussen primaire financiële centra zoals Londen, Frankfurt en Parijs, secundaire financiële centra, zoals Milaan en Barcelona, en nichemarkten zoals Luxemburg en Dublin.

Positie Nederland

Nederland heeft binnen Europa wat betreft haar financiële sector een goede uitgangspositie met, zeker in verhouding tot de omvang van haar economie, van oudsher relatief belangrijke financiële instellingen of het nu gaat om banken, verzekeraars, pensioenfondsen of de effectenbeurs. Nederland kan in bepaalde opzichten, bijvoorbeeld ten aanzien van vestiging van hoofdkantoren, binnen Europa worden gezien als secundair financieel centrum.


---

Tabel 1: Kerngegevens Europese Financiële Sectoren

Land


BBP


Grootte vd Instellingen (activa)


Aandelenmarkt



Banken¹


Verzekeraars


Pensioenen


# noteringen


Kapitalisatie


Frankrijk



1.710.024


5.090.058



1.206.087



-


706



1.147.040


Duitsland



2.247.400


6.826.558



1.155.656


341


764



1.221.106


Ierland


160.322


941.909


118.148


77.933


66


114.086


Italië



1.417.241



2.509.436


482.015


16.210


282


798.073


Luxemburg


29.324


792.418


49.677



-


245


51.248


Nederland


501.921



1.697.708


345.147


621.310


158


566.768


VK



1.768.549


8.320.254



1.884.000



1.349.000



3.091



3.058.182


Bronnen: ECB, CBS, Eurostat, CEA, EFAMA, WFE

Opmerkingen: alle bedragen zijn in ¤ miljoenen; * betekent data uit 2004; - betekent niet beschikbaar; ¹ betekent in dat dit binnenlandse activa van nationale banken zijn

Tabel 2: Globale Financiële Centra

Markt


Locatie


Product


Dagomzet

Euronext


Amsterdam


Aandelen


¤ 2,5 miljard

Euronext


Parijs


Aandelen


¤ 4,5 miljard

Deutsche Borse


Frankfurt


Aandelen


¤ 4,7 miljard

NYSE


New York


Aandelen


$ 60 miljard

Euronext


Parijs


Opties


¤ 5,5 miljard

Euronext


Amsterdam


Opties


¤ 6,5 miljard

Euronext.liffe


Londen


Valuta


$ 1.100 miljard

Bron: IFSL Financial Markets in the UK (2006)

Opmerking: Dagomzet stelt een gemiddelde voor van een periode van een kwartaal


---

Deze uitgangspositie van Nederland als financieel centrum wordt verstevigd door de financiële sector zelf wanneer Nederlandse banken bijvoorbeeld de vruchten plukken van de Europese geharmoniseerde markt. Dit wordt onder andere geïllustreerd door de successen van internetbank ING Direct in diverse lidstaten en het succesvol opereren van een aantal Nederlandse banken buiten Europa waarbij Nederland fungeert als basis voor het hoofdkantoor.

Aan de andere kant staat de positie van Nederland als financieel centrum onder toenemende druk. Bepaalde activiteiten (zoals de beleggingsfondsen voor particulieren en sommige pensioenvoorzieningen) verdwijnen naar het buitenland; financiële dienstverleners, waaronder Nederlandse instellingen, zullen vanuit het buitenland grensoverschrijdende diensten in Nederland gaan aanbieden; gevestigde aanbieders van financiële diensten zullen wellicht hun hoofdkantoor naar het buitenland verplaatsen; en de Nederlandse zeggenschap in de beurs verwatert. Dit betekent dat er risico's zijn van kapitaalvlucht en uitholling van de financiële sector waardoor nu nog in Nederland bestaande schaal- en clustervoordelen teniet kunnen gaan.

Om zich te handhaven als financieel centrum zal Nederland geduchte concurrentie van onder andere London, Frankfurt, Parijs, Milaan en Barcelona het hoofd moeten bieden. Ook vanuit Ierland en Luxemburg, die zich de laatste jaren met succes hebben geprofileerd als nichespelers wordt druk gevoeld op onze positie. Allen spannen zich in om hun positie te behouden of verder uit te breiden.

De genoemde ontwikkelingen, trends en herverdeling van activiteiten maken dat Nederland zich zal moeten herpositioneren op de internationale en Europese financiële markten wil ze haar huidige positie kunnen handhaven en uitbreiden.

De ambitie is daarbij niet alleen om Nederland algemeen aantrekkelijk te houden als vestigingsplaats (bij voorkeur als competitief secundair financieel centrum), maar vooral ook om een nichespeler van wereldklasse te worden door bestaande kansen en uitdagingen van profijtelijke niches tijdig te identificeren en te benutten.

Het gaat dan niet alleen om het behouden van bestaande marktpartijen en hun portefeuille, maar ook het werven van nieuwe activiteiten en marktpartijen, van binnen én buiten de EU. We moeten ervoor zorgen Nederland als vestigingsplaats dusdanig aantrekkelijk is dat de rekening tussen vertrekkende en binnenkomende partijen en activiteiten per saldo positief is. Het moet de moeite waard zijn om juist vanuit Nederland de EU te bedienen met bestaande en innovatieve financiële producten, óók voor partijen van buiten de EU. De mobiliteit van de financiële sector en van kapitaal maken dat we om geen handel te verliezen geen tijd te verliezen hebben.

Aanpak

De impact van de houding van de overheid ten aanzien van het vestigingsklimaat voor financiële instellingen is groot. De financiële sector is immers intensief gereguleerd, gevoelig voor fiscale randvoorwaarden, steeds sterker internationaal gericht, en relatief mobiel. Gezien deze invloed van de overheid, het belang van de financiële sector en de urgentie voor Nederland om zich te herpositioneren is het nu zaak als overheid gericht actie te ondernemen ter verbetering van het vestigingsklimaat voor financiële instellingen.

Op een aantal terreinen zijn al maatregelen ter bevordering van het vestigingsklimaat genomen. Het verminderen van de administratieve lasten, de invoering (per 1/1/2007) van geharmoniseerde en gemoderniseerde regelgeving voor financiële markten (Wet financieel toezicht), het afschaffen van de kapitaalsbelasting en de verlaging van de dividendbelasting tot 15% dragen allen bij aan een aantrekkelijker vestigings- en investeringsklimaat. Net als het invoeren van de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Deze VBI is niet onderworpen aan vennootschapsbelasting en dividendbelasting. Ook valt te denken aan het faciliteren van een lichte regulering van de MKB beurs 'Alternext Amsterdam' en 'Werken aan Winst', waarin onder andere wordt voorzien in een verlaging van het Vpb-tarief tot 25%. Ook met het actief faciliteren en begeleiden van het gebruik van het Fonds voor Gemene Rekening (FGR) als vehikel voor asset pooling van de pensioengelden van multinationale ondernemingen wordt het aantrekkelijker deze activiteit in Nederland te beleggen.

Met bovengenoemde acties is een aantal eerste stappen gezet naar een sterkere en meer concurrerende financiële sector in Nederland. Het is echter niet voldoende. Er zijn meerdere kapers op de kust. De strategische keuze om een financieel centrum van betekenis te hebben en tevens enkele niches te ontwikkelen is zeker niet uniek. Ook de opgezette organisatorische structuren van samenwerking en afstemming bestaan in andere landen al lang. Ook veel van de materiële, concrete actiepunten, staan elders op de agenda. De voornaamste concurrenten lijken Luxemburg, Dublin en Parijs.

Actieplan

Om deze eerste stappen een vervolg te geven zal een breder programma van maatregelen moeten worden geïdentificeerd en uitgevoerd. Een projectgroep van het ministerie van Financiën heeft afgelopen maanden in nauw overleg met marktpartijen op basis van een reeks seminars en interviews onderzoek gedaan welke acties genomen moeten worden. De successen van Ierland en Luxemburg zijn daarbij ook onderzocht. Ook het recent opgerichte Holland Financial Centre heeft een lijst van actiepunten en quick wins aangeleverd. Eén daarvan is de oprichting van een topschool voor onderzoek en onderwijs, de 'Duisenberg School of Finance'. Aangezien de aanwezigheid van hoog opgeleid personeel vanuit een kenniscultuur een van de belangrijkste vestigingsfactoren is ondersteun ik het initiatief tot de oprichting daarvan van harte.

De periode van onderzoek zal deze zomer worden afgesloten met een overleg met enkele sleutelfiguren uit de sector om, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, een gezamenlijk actieplan op te stellen met de belangrijkste prioriteiten ter bevordering van het vestigingsklimaat voor financiële instellingen. De versterking van de internationale positie van de pensioensector zie ik als een van de speerpunten.

Het plan zal na het zomerreces aan uw Kamer worden gezonden. Het zal tevens worden gepresenteerd op een conferentie voor de wereldwijde top van financiële instellingen begin september van dit jaar. In de komende twee jaar zullen de in het plan overeengekomen prioriteiten gezamenlijk met betrokken ministeries, markt en toezichthouders gerealiseerd moeten worden.

Rol overheid

Tijdens het onderzoek van de projectgroep is zij regelmatig in overleg getreden met de ministeries van Justitie, Economische Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de financiële toezichthouders, De Nederlandsche bank en de Autoriteit Financiële Markten. Deze ministeries en toezichthouders zijn ieder vanuit hun eigen én de gezamenlijke verantwoordelijkheid nauw betrokken bij het verbeteren van het vestigingsklimaat.

Ter verbetering van de rol van de overheid ten aanzien van het vestigingsklimaat zal ik de huidige samenwerking met relevante departementen en toezichthouders op een aantal vlakken een meer efficiënte vorm geven.

Ten eerste zullen de betrokken ministeries nadrukkelijker hun gezamenlijk standpunt en inzet bepalen ten aanzien van de verbetering van het vestigingsklimaat.

Daarnaast werk ik samen met de betrokken ministeries en de beide financiële toezichthouders aan het vergroten van de benaderbaarheid, transparantie en klantvriendelijkheid van de overheid door middel van het opzetten van één aanspreekpunt waar financiële instellingen terecht kunnen voor informatie en begeleiding: de Financial Markets Office. Dit ter verkleining van onnodig ongemak en vergroting van het comfort voor in Nederland gevestigde of te vestigen financiële instellingen. Achter de schermen van het aanspreekpunt zullen ministeries en toezichthouders nauw samenwerken om een oplossing te zoeken voor aangekaarte problemen en gezamenlijk partijen te informeren en waar nodig te begeleiden.

Naast het aanspreekpunt zijn bovengenoemde partijen een virtuele 'kraamkamer' gestart waarin financiële instellingen met innovatieve producten en startende ondernemingen de mogelijkheid hebben snel en eenvoudig hun nieuwe, innovatieve ideeën (producten, diensten) te toetsen bij de overheid. Met de kraamkamer wordt voorkomen dat innovatie en creativiteit vastlopen in standaardprocedures, waardoor de initiatieven niet tot wasdom kunnen komen. Een creatieve en innovatieve sector zal de concurrentie van Nederland vergroten. Bovendien zal ook hier de benaderbaarheid en klantvriendelijkheid van de overheid het comfort van in Nederland gevestigde of te vestigen financiële instellingen vergroten.

Sleutel tot succes: uitvoering

Nederland heeft zoals gezegd een goede uitgangspositie om haar doelen te bereiken. Om het vestigings- en investeringsklimaat daadwerkelijk te verbeteren moet echter bedacht worden dat in de uitvoering de sleutel tot succes ligt. Naast de uitvoering van bovengenoemde samenwerkingsinitiatieven van markt en overheid, gaat het daarbij met nadruk ook om de uitvoering van inhoudelijke actiepunten, zoals die onder andere zullen worden opgenomen in het actieplan van deze zomer. Na de zomer wil ik deze punten, waar nodig gezamenlijk, stuk voor stuk beoordelen en zo snel mogelijk uitvoeren.

Met bovengenoemde initiatieven zal de overheid bijdragen aan de verbetering van het vestigingsklimaat voor financiële instellingen in Nederland.

Ik zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen en u na het zomerreces zoals beloofd het gezamenlijke actieplan van markt en overheid doen toekomen.

DE MINISTER VAN FINANCIEN

Wouter Bos
Meer informatie


* Grafiek 1: Jaarlijkse groei bedrijfstakken in de jaren 2000-2005 Bijlage | JPEG image , 70.0 kb


* Brief aan de Tweede Kamer
Bijlage | 13-07-2007 | PDF bestand, 48.0 kb


* Financial Markets Office