European Union



IP/07/1093

Brussel, 13 juli 2007

Visserij: Lidstaten werken samen op het gebied van controles om het Noordzeekabeljauwbestand te redden

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) heeft vandaag een operationeel plan voor gezamenlijke multinationale visserijcontroles in de Noordzee en aangrenzende gebieden goedgekeurd. Dit vormt het startschot voor een innovatieve en gecoördineerde strategie om overbevissing tegen te gaan en bedreigde kabeljauwbestanden te redden. Voor dit gezamenlijke inzetplan voor de Noordzee worden de middelen van zeven kustlidstaten gebundeld (inspecteurs, controlevaartuigen, vliegtuigen, enz.) met het oog op een efficiëntere en uniformere controle van de visserijactiviteiten. Het plan, dat zeven grensoverschrijdende inspectie- en surveillancecampagnes omvat, loopt tot het eind van het jaar. Voor de overige visserijgebieden in de EU zullen vergelijkbare plannen worden vastgesteld.

"Ik ben zeer verheugd over dit eerste inzetplan onder auspiciën van het nieuwe Communautaire Bureau voor visserijcontrole. Dankzij dergelijke plannen zullen de beschikbare middelen op de meest efficiënte en effectieve manier worden ingezet. De betrokken lidstaten geven blijk van een voorbeeldige samenwerking zowel onder elkaar als met het nieuwe Communautaire Bureau voor visserijcontrole. De plannen zullen het vertrouwen van de vissers in een uniformere visserijcontrole en -inspectie in de hele Unie versterken", aldus Joe Borg, Europees commissaris voor Visserij en maritieme zaken.

"De goedkeuring van het eerste gezamenlijke inzetplan is een belangrijke mijlpaal voor het Communautaire Bureau voor visserijcontrole. Ik ben verheugd dat we erin geslaagd zijn deze moeilijke onderneming in de eerste zes maanden van het bestaan van ons bureau te coördineren, en nog meer dat de lidstaten zich zo bereid en in staat hebben getoond om hiertoe bij te dragen. Wij durven dan ook te hopen dat het plan ook na de zeven inspectiecampagnes nog vruchten zal afwerpen en tot meer samenwerking en een verdere harmonisatie van de visserijcontroles zal leiden, en zo gelijke voorwaarden zal creëren voor de vissers in alle EU-wateren", aldus Harm Koster, uitvoerend directeur van het CBVC.

Het gezamenlijke inzetplan voor de Noordzee, het Kattegat, het Skagerrak en het oostelijk deel van het Kanaal is het eerste in zijn soort en coördineert de gezamenlijke inzet van middelen van zeven EU-lidstaten: België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Centraal in het plan staat het toezichtprogramma voor het herstel van kabeljauwbestanden van 2005. De inspecties en de toezichtactiviteiten zullen hoofdzakelijk gericht zijn op vissersvaartuigen die vistuig gebruiken waarmee wellicht kabeljauw zal worden gevangen, als doelsoort of als bijvangst. Ook het vervoer en de afzet van kabeljauw zullen worden gecontroleerd.

Elk van de zeven gezamenlijke campagnes zal om beurten door een van de lidstaten worden geleid, met de steun van het CBVC. De inspectieteams zullen gemengd zijn, en de inspectievaartuigen en -vliegtuigen zullen door verschillende lidstaten worden bijeengebracht. Inspectievaartuigen zullen de visserijzones van een andere lidstaat kunnen binnenvaren, op voorwaarde dat die lidstaat hen de toestemming heeft gegeven om zijn territoriale wateren binnen te varen en er ten minste één inspecteur van het betrokken land aan boord is. De lidstaten is verzocht alle inspectievaartuigen en -vliegtuigen die in de verschillende campagnes zullen worden ingezet, vooraf toegang te verlenen tot hun territoriale wateren.

In het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet elke lidstaat erop toezien dat de visserijmaatregelen in zijn wateren en op zijn grondgebied naar behoren worden toegepast. Om in te spelen op de noodzaak van gelijke voorwaarden voor de vissers in de EU, en om de naleving van de visserijvoorschriften aan te moedigen, is het Communautair Bureau voor visserijcontrole in het leven geroepen in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) in 2002. Het bureau, dat operationeel is sinds begin 2007, streeft ernaar coördinatie en samenwerking tussen de nationale controle- en inspectieactiviteiten tot stand te brengen, zodat de voorschriften van het GVB worden nageleefd en effectief worden toegepast. Het Bureau heeft zijn zetel in Vigo, Spanje. Voorlopig is het in Brussel gevestigd.

Voor meer inlichtingen: http://ec.europa.eu/cfca/index_en.htm