Geen grond voor beschuldigingen tegen Justitieambtenaren
Persbericht | 13-07-2007
Minister Hirsch Ballin van Justitie vindt dat van enige grond voor de
juistheid van de beschuldigingen tegen de in de aangifte van de
veroordeelde drugshandelaar B. vermelde Justitieambtenaren niet
gebleken is. Dit schrijft de bewindsman vandaag in een brief aan de
Tweede Kamer over de uitkomsten van een oriënterend onderzoek dat het
openbaar ministerie heeft ingesteld naar aanleiding van de aangifte.
Het openbaar ministerie heeft geconcludeerd dat het onvoldoende
houvast heeft voor verder onderzoek. Er kan in redelijkheid niet
worden verwacht dat het een opsporingsonderzoek instelt of personen
vervolgt naar aanleiding van beweringen en geruchten over malversaties
in het strafrechtelijk onderzoek tegen B. Dit geldt temeer daar deze
beweringen en geruchten voortkomen uit een onbekend rapport en geheime
notities, waarvan het openbaar ministerie niet kan verifiëren wat de
inhoud of herkomst is, hoe ze tot stand zijn gekomen en of ze in
werkelijkheid wel bestaan.
Ook andere door de advocaten aan het openbaar ministerie verstrekte
informatie, zoals die over een Turkse journalist die verklaringen
tegenover het openbaar ministerie zou kunnen afleggen, maar zou zijn
gearresteerd vóór zijn vertrek naar Nederland, bleek niet te kunnen
worden bevestigd.
Meer informatie
* Brief 'Uitkomst oriënterend onderzoek'
Zie het origineel
13-07-2007 | pdf-document, 56 KB