Oeganda: voormalige kindsoldaten nemen het heft in eigen handen 19 juli 2007, Amuru - Sarah werd op haar zevende ontvoerd door het Lord's Resistance Army (LRA). Pas tien jaar later kon ze naar haar familie terugkeren.

Sarah speelt met haar zoontje in het vluchtelingenkamp Amuru in Noord-Oeganda. Foto: Unicef Oeganda/2007/Hyun Sarah speelt met haar zoontje in het vluchtelingenkamp Amuru in Noord-Oeganda. Foto: Unicef Oeganda/2007/Hyun

Sarah (niet haar echte naam) had het geluk dat ze zwanger raakte. Een officier van het rebellenleger gaf haar daarom toestemming naar huis terug te keren. Helaas had haar broer niet zoveel geluk; ook hij werd door het LRA ingelijfd, maar niemand gelooft dat hij nog in leven is.

Empowering Hands
Unicef helpt kinderen als Sarah door opvangcentra te steunen die de families van ontvoerde kinderen opsporen en hen psychosociale hulp bieden. Organisaties die hun wortels hebben in gemeenschappen, zijn voor Unicef onmisbare partners. Zo'n organisatie is Empowering Hands (Het Heft in eigen Handen), in 2004 opgericht door voormalige kindsoldaten.

Empowering Hands gebruikt muziek en toneel om discussies uit te lokken en om het bewustzijn over de ontvoeringspraktijken van het LRA te vergroten. De deelnemers storten het geld dat ze ermee verdienen in een fonds waarmee ze de opzet van eigen bedrijfjes financieren. Sarah is ook lid van Empowering Hands in het vluchtelingenkamp Amuru. Op een dag wil ze weer naar school, maar nu verdient ze voor haar zoontje en haarzelf de kost als naaister.

Dansuitvoering van 'Empowering Hands', een organisatie opgericht door voormalige kindsoldaten. Foto: Unicef Oeganda/2007/Hyun Dansuitvoering van 'Empowering Hands', een organisatie opgericht door voormalige kindsoldaten. Foto: Unicef Oeganda/2007/Hyun

Minder ontvoeringen

Organisaties als Empowering Hands hebben dit jaar meer dan 2.000 voormalige ontvoerde kinderen kunnen bereiken. Het aantal meldingen van ontvoeringen is sinds augustus vorig jaar afgenomen. De Oegandese regering en het LRA hebben toen afgesproken de strijd te staken. Toch heeft het LRA nog steeds ongeveer 1.500 vrouwen en kinderen binnen de gelederen, waarvan de vrijlating nog steeds niet officieel is aangekondigd.

Voor degenen die al vrij zijn, is het van wezenlijk belang dat zij door de leden van hun gemeenschap worden gesteund bij de vormgeving van hun nieuwe bestaan. Ook Sarah heeft die hulp hard nodig. Ze maakt zich vooral zorgen om haar zoon. Ze wil dat hij naar school gaat en goede medische zorg krijgt als dat nodig is. Wat Sarah heeft meegemaakt mag haar zoon niet overkomen. "Ik ben boos over wat er gebeurd is. Ik zou willen dat iedereen die met deze oorlog te maken heeft nu een einde aan alle ellende maakt."