Gemeente Amersfoort

Persbericht

Raadsgriffie

nummer: 2007/01

datum: 26 juli 2007

Bezwaarschrift zendmachtiging ingediend

De gemeenteraad heeft een bezwaarschrift tegen de toekenning van de zendmachtiging aan Omroep Amersfoort ingediend bij het Commissariaat voor de Media. De Amersfoortse gemeenteraad had op 26 juni besloten om bezwaar te maken tegen dit besluit van het Commissariaat.

In het bezwaarschrift vraagt de gemeenteraad het Commissariaat om de toewijzing van de zendtijd aan de Vereniging Stadsomroep (Omroep Amersfoort) in te trekken en de zendtijd toe te wijzen aan Stichting Eemstad RTV. De raad verwijst hierbij naar zijn advies van 10 april 2007 aan het Commissariaat om de zendmachtiging aan Eemstad RTV te verlenen.

De gemeenteraad stelt dat het Commissariaat geen argumenten heeft gegeven waarom van dit advies van de gemeenteraad is afgeweken. Volgens de raad heeft het Commissariaat zich geplaatst in de positie van de gemeenteraad en de afwegingen gemaakt die in essentie bij de gemeenteraad, als volksvertegenwoordigend orgaan, thuishoren. In het bezwaarschrift worden ook de overwegingen uit het advies van de gemeenteraad nogmaals toegelicht.

Informatie: Aline Verhoef-Franken, communicatie-adviseur raadsgriffie, telefoon (033) 469 43 54 of e-mail ag.verhoef-franken@amersfoort.nl.

Bijlage: bezwaarschrift gemeenteraad aan Commissariaat voor de Media


---- --

|                                      |gedefinieerd.Postbus 4000        |
|                                      |3800 EA  Amersfoort              |
|                                      |Telefoon (033) 469 51 11         |
|                                      |Telefax (033) 469 54 54          |
AANGETEKEND M.H.R.

Aan het Commissariaat voor de Media
Postbus 1426
1200 BK HILVERSUM

|Uw brief/kenmerk                      |Ons kenmerk                      |
|ZKZ-002626-ep                         |DIA/FJD/JZ/PK/2477384            |
|                                      |                                 |
|Onderwerp                             |Datum                            |
|bezwaarschrift                        |25 juli 2007                     |
Geachte dames en heren,

De gemeenteraad heeft op 26 juni 2007 besloten bezwaar te maken tegen uw besluit van 12 juni 2007 met bovenstaand kenmerk, om aan Vereniging De Stadsomroep (hierna: Stadsomroep) zendtijd toe te wijzen voor de jaren 2006-2011. Tevens hebt u Stichting RTV Eemstad (hierna: Eemstad) geweigerd zendtijd voor deze periode toe te wijzen. Het besluit van de raad treft u aan als bijlage 1.

Wij kunnen ons niet verenigen met uw besluit. Wij verzoeken u:
1. om de toewijzing van zendtijd aan Vereniging De Stadsomroep in te trekken;
2. om zendtijd toe te wijzen aan Stichting Eemstad RTV.


1. De raad is ontvankelijk in zijn bezwaar
In de eerste plaats brengen wij een formeel punt naar voren. In de Mediawet heeft de gemeenteraad een belangrijke rol gekregen. Daarnaast is de raad de vertegenwoordiging van de doelgroep van de lokale omroep. Een adviescommissie is in de regel niet ontvankelijk in bezwaar en beroep. Als volksvertegenwoordiging dient aan ons advies echter een zwaarder gewicht te worden toegekend dan aan een advies van een benoemde adviescommissie, die om reden van deskundigheid wordt benoemd. De wetgever heeft de gemeenteraad niet zozeer aangewezen als deskundig adviseur, maar om de lokale belangen te vertegenwoordigen. In artikel 30 van de Mediawet wordt dat uitgewerkt. De raad heeft daar onder meer de bevoegdheid gekregen om te adviseren over het algemeen nut van de lokale omroep, aan de hand van de behoeften die leven in de gemeente. Wij stellen vast dat dit de aan de raad toevertrouwde belangen zijn, die in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht worden bedoeld. Op grond daarvan is de belanghebbendheid van de raad voldoende gegeven. De gemeenteraad stelt voorts budget beschikbaar voor subsidiëring van de lokale omroep. De gemeenteraad stelt beleidsmatig de kaders voor de lokale omroep. Het scheppen van deze kaders is een overheidstaak die in overwegende mate tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.

De gemeenteraad heeft daarom als betrokkene en als vertegenwoordiging van de lokale gemeenschap en haar behoeften geen indirect, maar rechtstreeks belang bij uw besluit. Wij vinden steun voor dit standpunt in de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 17 september 2002, LJN AF1397, in overweging 2.3, met name in de derde alinea. Om er zeker van te zijn dat de gemeentelijke bezwaren ontvankelijk zijn, hebben wij burgemeester en wethouders gevraagd ook en op gelijke gronden bezwaar namens de gemeente tegen uw besluit te maken.

Voor ons inhoudelijke standpunt voeren wij de volgende argumenten aan.


2. Het advies van de gemeenteraad heeft onvoldoende gewicht gekregen

Bij brief van 3 april 2006 heeft uw Commissariaat de gemeenteraad gevraagd om u van advies te dienen voor de aanvraag om zendtijd toe te wijzen voor de jaren 2006-2011. U hebt in deze brief aangegeven dat het advies van de gemeenteraad in 2001 een belangrijke rol heeft gespeeld bij de zendtijdtoewijzing. Commissaris mevrouw Bahlmann heeft bij de aanvang van de hoorzitting op 10 mei 2007 aan alle partijen expliciet aangegeven dat u het raadsadvies marginaal zou toetsen. Ook heeft zij tijdens de zitting meermalen gesteld dat de adviezen van de gemeenteraden van Amersfoort en Leusden zeer zwaar wegen en alleen tot een afwijkend standpunt van uw Commissariaat zouden kunnen leiden, als de gemeenteraden redelijkerwijs niet tot hun standpunt hadden kunnen komen.

Dit standpunt van uw voorzitter is in overeenstemming met uw gepubliceerde uitspraak van 2 december 2004, ZKZ-006802-za, waarin u onder meer overweegt: "Wij stellen vast dat het advies van de gemeente Zwijndrecht zorgvuldig tot stand is gekomen." Dit wijst duidelijk op een marginale toetsing. In het vervolg van dat besluit volgt u de gemeenteraad op alle onderdelen. Wij vragen u dat in deze heroverweging eveneens te doen.

In het besluit tot toewijzing van zendtijd zien wij geen passages die er op duiden dat u het advies van de gemeenteraad niet kunt volgen. Integendeel, u heeft zich geplaatst in de positie van de gemeenteraad en de afwegingen gemaakt die in essentie bij de gemeenteraad thuishoren, als vertegenwoordigend orgaan van de gemeenschap, die - tezamen met de inwoners van de gemeente Leusden - de doelgroep van de uitzendingen van de lokale omroep vormt. Uw besluit biedt geen enkel aanknopingspunt voor de veronderstelling dat u ons advies in redelijkheid niet kon volgen. Uw besluit is op dit punt onvoldoende gemotiveerd.

Wij vragen u in heroverweging het advies van de gemeenteraad marginaal te toetsen. Slechts indien u tot de conclusie komt dat ons advies in redelijkheid niet gevolgd kan worden, is er aanleiding om de zendtijd niet aan Eemstad toe te wijzen. Uw Commissariaat dient daarbij ook te letten op andere aspecten, die hierna aan de orde zullen komen.


3. Het besluit ontbeert een dragende motivering

Wij zijn van oordeel dat toewijzing van zendtijd aan Eemstad de voorkeur verdient boven toewijzing aan Stadsomroep. Wij zien dat beide omroepinstellingen voldoen aan het criterium van representativiteit van de programmabeleidbepalende organen. U ziet dat ook, zo blijkt uit uw besluit. Wij zien meer redenen om zendtijd toe te wijzen aan Eemstad. Wij baseren ons oordeel op de volgende overwegingen.

3.1 Rechtspersoonlijkheid

De rechtspersoonlijkheid is de eerste toetsingsgrond uit artikel 30 van de Mediawet. De onvrede over Stadsomroep is voor een belangrijk deel terug te voeren op de wijze waarop het verenigingsbestuur heeft geopereerd. Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk te houden voor de volgende punten die de rechtspersoonlijkheid van Stadsomroep betreffen:
- inadequate ledenadministratie;

- royeren van kritische leden;

- het niet-overgaan naar de door ons gewenste stichtingsvorm. Dit zijn wezenlijke punten voor ons advies geweest.

Het bestuur heeft ons geenszins overtuigd het vertrouwen van een meerderheid van de leden te hebben. Een vereniging die haar leden niet kent en waarvan niet duidelijk is of het bestuur het vertrouwen van een meerderheid van de leden geniet is in onze ogen niet geschikt als lokale omroep te fungeren.

Daar komt bij dat Stadsomroep nog altijd niet is overgegaan naar de gewenste stichtingsvorm. De colleges en raden van Amersfoort en Leusden hebben hierop aangedrongen naar aanleiding van de onduidelijkheid over de ledenadministratie. De rechtsvorm en de organisatorische problemen zijn nu juist van wezenlijk belang geweest voor het raadsadvies.

Onder deze omstandigheden hebben wij geen vertrouwen in Stadsomroep. Integendeel, een vereniging die zo achteloos omgaat met de belangen van haar leden, van haar medewerkers en van andere betrokkenen bij Stadsomroep, doet zoveel afbreuk aan haar geloofwaardigheid dat er gerede twijfel ontstaat of de omroep voldoende tot algemeen nut kan worden geacht, zoals artikel 30 onder b Mediawet dat eist. Het is onjuist dat uw Commissariaat het wettelijke criterium van de rechtspersoonlijkheid niet een zwaarder gewicht geeft. Voor de raad is dit punt van groot belang. Gelet op artikel 3:50 Awb moet het bestuursorgaan dat afwijkt van een aan hem uitgebracht advies motiveren waarom hij dat advies niet volgt. Wij missen een dragende motivering die duidelijk aangeeft waarom u afwijkt van ons advies. Daarom vragen wij u dit punt bij uw heroverweging te betrekken.

3.2 Continuïteit

Uit uw besluit blijkt dat u aan het punt van de continuïteit veel waarde hecht. Dit impliceert dat er pas sprake zou mogen zijn van toewijzing aan een andere omroepinstelling als de continuïteit in gevaar dreigt te komen. Dit is voor de raad niet eens van doorslaggevende betekenis is geweest bij zijn advies. Integendeel, de raad vindt juist dat de zendtijd toegewezen moet worden aan een andere omroepinstelling, die zorgt voor vernieuwing, die bestuurlijk stabiel is en die goed is ingebed in de Amersfoortse samenleving. Dit staat expliciet in het raadsbesluit van 10 april 2007. Wij zijn van mening dat de continuïteit van de lokale omroep het best is gediend door de zendtijd aan een andere omroep toe te wijzen. Wij vinden dat u ons op dit punt ruimte moet geven, door aan Eemstad zendtijd toe te wijzen. Wij vragen u dan ook om uw beslissing op grond van deze argumenten te heroverwegen. Als u bij uw beslissing blijft verzoeken wij u om enerzijds aan te geven waarom u van mening bent dat de continuïteit is gewaarborgd met de keuze voor Stadsomroep en anderzijds waarom die continuïteit zwaarder moet wegen dan de door de raad gewenste vernieuwing en bestuurlijke stabiliteit. Voor het naast u neerleggen van het raadsadvies verwijzen wij opnieuw naar artikel 3:50 Awb.

3.3 Publieke middelen
De omgang met de belangen van de leden zien wij weerspiegeld in onze zorgen over het financieel beheer van Stadsomroep. De gemeenteraad moet vaststellen dat over de financiële situatie van Stadsomroep grote zorgen bestaan. De gemeente heeft vorig jaar een voorschot van E 36 000 ter beschikking moeten stellen om Stadsomroep voor financiële problemen te behoeden. Als de zorgen over het financieel beheer niet worden weggenomen dan komt juist de continuïteit in gevaar. Wij zien niet dat die zorgen op korte termijn worden weggenomen. U hebt in uw conclusie verwezen naar de publieke middelen die het functioneren van de lokale omroep mogelijk maken. Het gaat hier echter om publieke middelen die worden verstrekt door de gemeenten Amersfoort en Leusden. Wij stellen daarom vast dat het onze bevoegdheid is om de afweging te maken aan wie de middelen worden verstrekt en dat het onze verantwoordelijkheid is om toe te zien op de juiste besteding van middelen die de gemeente Amersfoort verstrekt. Wij zijn daarom van mening dat u in uw beoordeling treedt in onze bevoegdheden. Daarom menen wij dat u dit argument niet ten grondslag had kunnen en mogen leggen aan uw besluit.

3.4 Geen nek-aan-nekrace

Wij zijn van mening dat u geen goede typering hebt gegeven van de weging die de raad tussen beide aanvragers heeft gemaakt bij de vaststelling van zijn advies. Door de 'strijd' tussen beide aanvragers te kenschetsen als nek-aan-nekrace doet u geen recht aan het debat en het uiteindelijk oordeel van de raad op 10 april jl., maar ook niet aan eerdere debatten. Het verslag van het debat op 10 april 2007 sturen wij mee. U kunt hierin lezen dat de meerderheid van de raad een duidelijke en beargumenteerde keuze voor Eemstad heeft gemaakt. Voortdurend heeft de raad zich kritisch opgesteld ten opzichte van Stadsomroep en het college gesteund bij zijn pogingen om een samengaan van beide aanvragers te bevorderen, omdat de raad van mening is dat ongewijzigde voortgang niet gewenst is. Juist daarom heeft de raad besloten positief te adviseren ten aanzien van Eemstad. De raad ziet in Eemstad de omroep die meer levensvatbaarheid heeft, meer bestuurlijke draagkracht en meer aandacht voor vernieuwing heeft. Wij zien op termijn zelfs mogelijkheden voor Eemstad om uit te groeien tot een omroep voor alle Eemlandgemeenten. De raad heeft nadrukkelijk aandacht gegeven aan de positie van het personeel van Stadsomroep, zodat daarin geen beletsel gevonden kon worden voor een positief advies jegens Eemstad.

Het zijn juist deze aspecten waarin uw Commissariaat zich naar ons inzicht teveel een eigen oordeel vormt en daarmee de grenzen van een marginale toets overschrijdt. Juist een beoordeling van deze aspecten - net als het beoordelen van de wenselijkheid van continuïteit - behoort vooral tot het domein van de gemeenteraad, in plaats van het bestuursorgaan dat de wetgever heeft ingesteld om een goede zendtijdverdeling te waarborgen. Uw Commissariaat dient in de eerste plaats de bovenlokale belangen bij zendtijdtoewijzing te behartigen. Wij vragen u met name aan deze aspecten in de heroverweging meer gewicht te geven en - zoals u aangaf tijdens de hoorzitting - ons advies marginaal te toetsen.

3.5 Het voorstel van B&W
Wij hebben in uw besluit gelezen dat u veel gewicht hebt toegekend aan het voorstel van burgemeester en wethouders. Dit is in de eerste plaats ten onrechte omdat niet burgemeester en wethouders, maar onze raad uw Commissariaat adviseert. U mag daarom het voorstel van burgemeester en wethouders niet gebruiken voor de onderbouwing van uw besluit. Op grond van artikel 3:50 Awb, dat wij hier wederom aanhalen, is niet goed te begrijpen dat u ons advies passeert ten gunste van het voorstel van burgemeester en wethouders. In de tweede plaats dient een inhoudelijke beschouwing van het voorstel van burgemeester en wethouders niet zonder meer te leiden tot een positief advies ten aanzien van Stadsomroep. Wij delen uw kwalificering als "deugdelijk onderbouwde voorkeur" van dit voorstel niet. De raad heeft uitgesproken dat in dat voorstel juist criteria tegen elkaar worden afgewogen die te willekeurig zijn en te weinig zijn onderbouwd. Een meerheid heeft zich over het voorstel zeer kritisch uitgelaten. Voor het gewicht dat u aan ons advies dient te geven verwijzen wij naar hetgeen wij bij de bovenstaande argumenten hebben aangevoerd. Wij zijn van oordeel dat u ook op dit punt de raad beleidsvrijheid dient te laten en dat u zich terughoudend dient op te stellen in de toetsing van ons advies.


4. Slot

De wetgever heeft de gemeenteraad niet voor niets de bevoegdheid gegeven tot het uitbrengen van een advies aan uw Commissariaat. De gemeenteraad fungeert als vertegenwoordiging van de doelgroep van de lokale omroep. De wetgever heeft de gemeenteraad in staat geacht en de opdracht gegeven om uw Commissariaat te adviseren. Wij willen niet treden in de verantwoordelijkheden die het Commissariaat heeft bij het waarborgen van bovenlokale belangen, waarmee de wetgever u heeft belast. Uw taak is van bijzonder groot belang in het Nederlandse medialandschap. Maar anderzijds vragen wij u ook ons de ruimte te laten voor een beoordeling van de geschiktheid van een aanvrager om zendtijd en voor het voeren van eigen beleid. Dit is met name van belang op de punten die typerend zijn voor de beoordeling van de lokale omroep. De verbondenheid met de gemeenschap die de omroep dient, het elan dat de omroep meebrengt, de visie die raad en omroep delen en de wens om ruimte te geven aan vernieuwing zijn daarvan voorbeelden.

Wij vragen u om ons deze ruimte te laten. Alles overziende zijn wij van mening dat uw wettelijke taak zich slechts kan uitstrekken tot hetgeen u tijdens de hoorzitting aan ons hebt voorgehouden: een marginale toetsing en slechts afwijking van ons advies, indien u vaststelt dat dat advies in redelijkheid niet gevolgd kan worden.

Wij verzoeken u daarom:

1. om de toewijzing van zendtijd aan Stadsomroep in te trekken;
2. om zendtijd toe te wijzen aan Stichting Eemstad RTV.

Hoogachtend,

De gemeenteraad van Amersfoort,
Namens deze,

mr. A.M. van Omme
raadsgriffier

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
|Bijlage(n)                            |c.c.                               |
|Verslag De Ronde van 27 maart 2007;   |Gemeente Leusden                   |
|Raadsvoorstel en besluit van 13 maart |Postbus 150                        |
|resp. 10 april 2007;                  |3830 AD LEUSDEN                    |
|Notulen Raadsvergadering van 10 april |                                   |
|2007;                                 |Vereniging De Stadsomroep          |
|Initiatiefvoorstel en besluit 26 juni |Postbus 100                        |
|2007;                                 |3800 AC AMERSFOORT                 |
|Notulen Raadsvergadering 26 juni 2007 |                                   |
|                                      |Stichting RTV Eemstad              |
|                                      |Vivaldiweg 45                      |
|                                      |3752 HA BUNSCHOTEN                 |

---- --