---
Eurobarometer: de Europeanen willen betere mobiliteit
---
Reference: IP/07/1179 Date: 26/07/2007
IP/07/1179
Brussel, 26 juli 2007
Eurobarometer: de Europeanen willen betere mobiliteit
De auto blijft het belangrijkste vervoermiddel voor de EU-burgers, maar het
bewustzijn van de gevolgen voor het milieu en het verkeer neemt toe. Volgens
een recente Eurobarometerenquête, waarvan de resultaten vandaag zijn
bekendgemaakt, zijn de meeste Europeanen voorstander van maatregelen om het
gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen en een duurzamere
mobiliteit te bevorderen. Uit de enquête is ook gebleken wat de burgers
denken van de beveiliging van het luchtvervoer en de rechten van
luchtvaartpassagiers.
"Deze enquête toont aan dat mobiliteit een essentiële plaats inneemt
in het leven van de EU-burgers en dat ze van het vervoerssysteem
verwachten dat het betrouwbaar en van hoge kwaliteit is", aldus
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie en commissaris voor
vervoer. "Wij werken aan een vervoersbeleid dat duidelijk is afgestemd
op de behoeften en verwachtingen die onze burgers in deze enquête naar
voren hebben geschoven: een betere bescherming van het milieu, een
hoger veiligheidsniveau, minder opstoppingen in grote steden en
versterkte consumentenrechten".
De Eurobarometerenquête is in alle 27 lidstaten van de Europese Unie
gehouden bij 26 000 willekeurig geselecteerde personen. Zij kregen
vragen voorgelegd over het EU-vervoersbeleid, inclusief het stedelijk
vervoer, milieu- en verkeerskwesties, de veiligheid van het
luchtverkeer en passagiersrechten. De voornaamste conclusies luiden
als volgt:
* Particulier gemotoriseerd vervoer is de belangrijkste
vervoerswijze in de Europese Unie: 81% van alle EU-burgers behoort
tot een gezin dat over een auto beschikt. De meerderheid van de
EU-burgers (51%) bestempelt de auto als belangrijkste
vervoerswijze, gevolgd door openbaar vervoer (21%), verplaatsingen
te voet (15%) en met de motor (2%).
* Verbeteringen van het openbaar vervoer, zoals een betere
dienstregeling (29%) en betere verbindingen met frequent gebruikte
bestemmingen (28%), kunnen burgers ertoe aanzetten minder vaak de
auto te gebruiken voor hun dagelijkse verplaatsingen. Opvallend
veel autogebruikers (22%) beweerden echter dat ze onder geen
enkele voorwaarde minder gebruik zouden maken van de auto.
* De overgrote meerderheid van de EU-burgers (78%) is van mening dat
het type auto en de manier waarop hij wordt gebruikt een
belangrijke invloed hebben op het milieu. 35% van de respondenten
vindt dat de stijging van de koolstofdioxide-uitstoot (CO ) het
best kan worden teruggedrongen door alleen nog de verkoop van
minder vervuilende voertuigen toe te staan. Nog eens 30% vindt dat
de CO -uitstoot het efficiëntst kan worden beperkt door via
belastingvoordelen de aankoop van brandstofzuinige voertuigen aan
te moedigen.
* Op de vraag welke methode ze in het afgelopen jaar eventueel
hadden toegepast om brandstof te besparen, antwoordde meer dan de
helft van de respondenten die de belangrijkste autogebruiker in
hun gezin zijn, dat ze dit geprobeerd hebben door hun rijstijl aan
te passen (57%) of door meer te lopen of te fietsen (56%). Een
kleiner aantal respondenten (26%) maakte vaker gebruik van het
openbaar vervoer, of ruilde zijn auto in voor een zuiniger
exemplaar (25%). 16% van de respondenten paste geen enkele van de
in de vragenlijst vermelde brandstofbesparende methoden toe en 4%
paste ze allemaal toe.
* Volgens 36% van de EU-burgers kan het gebruik van biobrandstoffen
het beste worden aangemoedigd door belastingvoordelen voor dit
type brandstof te verlenen. Op de tweede plaats (32%) komen normen
om fabrikanten te verplichten auto's te produceren die op
biobrandstof rijden.
* Drie op de vier (74%) EU-burgers beseffen dat het type auto en de
manier waarop hij wordt gebruikt een belangrijke invloed hebben op
de verkeerssituatie in hun onmiddellijke omgeving. De overgrote
meerderheid (90% van de respondenten) is van mening dat de
verkeerssituatie in hun omgeving moet worden verbeterd door beter
openbaar vervoer (49%), door het autogebruik in stadscentra te
beperken (17%), door snelheidsbeperkingen op te leggen (17%) of
door wegentol te heffen (5%).
* Een nipte meerderheid van de EU-burgers is bereid meer te betalen
voor minder vervuilend vervoer (54%). De meerderheid van de
Europeanen (60%) is het echter niet eens met de stelling dat de
kosten van verkeersopstoppingen en milieuschade via een wegentol
over alle weggebruikers moeten worden gespreid. 35% is het daar
wel mee eens.
* Een groot aantal EU-burgers (38%) antwoordde dat zij zelden het
vliegtuig nemen en dus geen antwoord kunnen geven op de vragen
over beveiligingscontroles in luchthavens. De meerderheid van de
respondenten die wel het vliegtuig nemen, vindt de
beveiligingscontroles in luchthavens terecht (61%); een kwart
(24%) vindt dat ze niet ver genoeg gaan en slechts 16% vindt ze
overdreven. Ten slotte is 46% van de EU-burgers op de hoogte van
hun passagiersrechten in luchthavens op het EU-grondgebied; 49% is
daar niet van op de hoogte. Van die 49% neemt ongeveer tweederde
nooit het vliegtuig. De anderen gaven aan deze rechten niet te
kennen, ondanks het feit dat ze met het vliegtuig reizen.
Het volledige Eurobarometerverslag is beschikbaar op:
http://ec.europa.eu/public_opinion/index_en.htm
European Union