ANBO

Ouderenhuisvesting gemeenten: score van 2 tot 9,5

02-08-2007
Het lokale ouderenhuisvestingsbeleid vertoont enorme verschillen. Bijna de helft van de gemeenten scoort nog steeds beneden gemiddeld, zo blijkt uit een landelijk onderzoek van de drie ouderenorganisaties ANBO voor 50-plussers, PCOB en Unie KBO. Bij vier op de vijf gemeenten is het aanbod van seniorenwoningen kleiner dan de vraag. En 88 procent ervaart knelpunten bij het uitvoeren van het ouderenhuisvestings- en of woonzorgbeleid.
De helft van de gemeenten (50%) vindt dat de rijksoverheid niet voldoende randvoorwaarden creëert om op gemeentelijk niveau een optimaal beleid te kunnen voeren; er zijn te weinig financiële middelen en de regelgeving is onduidelijk.

De gemeente Groningen (9,46) komt als beste uit de bus en Amersfoort, Etten-Leur, Utrecht en Zeewolde (allen 9,19) staan met z'n vieren op een gedeelde tweede plaats. De gemeente Wunseradiel eindigt met een score van 1,89 op de laagste plaats, gevolgd door Millingen aan de Rijn, Goirle en Cromstrijen die alle drie 2,16 scoren.

Ongeveer de helft scoort boven gemiddeld
Aan het representatieve onderzoek, dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipso Facto, hebben 162 van de 443 gemeenten deelgenomen. De gemiddelde score bedraagt 6,5. Ongeveer de helft (53%) scoort boven dit gemiddelde. Bepalend voor de scores van de gemeenten is hun antwoord op ruim 30 vragen over de mate waarin zij beschikken over relevante kennis en informatie, aanbod en vraag naar seniorenwoningen, het huisvestingsbeleid voor ouderen en het woonzorgbeleid.

Elke vier jaar
Het onderzoek is de derde in een reeks die sinds 1998 ongeveer elke vier jaar plaatsvindt. Toen was slechts 42 procent van de gemeenten bekend met het aantal ouderen in hun gemeente; een percentage dat in 2002 (87%) en in 2007 is opgelopen naar 93 procent. Net als in 2002 (94%), zijn ook in 2007 (96%) in bijna alle gemeenten beschermde woonvormen voor ouderen aanwezig; de meest voorkomende is de aanleunwoning.
Eenderde (32%) ervaart de wachtlijsten en te hoge investeringen (30%) bij woonzorgvoorzieningen als een knelpunt. Ook de moeizame samenwerking met woningcorporaties, zorginstellingen en het zorgkantoor als gevolg van de marktwerking werpen blokkades op. Er zijn veel partijen betrokken bij de ouderenhuisvesting en het woonzorgbeleid; de regiefunctie ontbreekt (21%). Bijna de helft (43%) van de gemeenten geeft aan dat er een betere afstemming moet komen van het huisvestingsbeleid met het WMO- en zorgbeleid en 42 procent vindt dat de gemeenten meer initiatief moeten tonen bij het aanpassen en opplussen van woningen.

Tekort
In 16 procent van de gemeenten is bouwen op basis van de principes van Woonkeur een eis bij nieuwbouw, maar dat wil niet zeggen dat die woningen ook allemaal een Woonkeurcertificaat krijgen. Bij 28 procent van de gemeenten zijn particuliere initiatieven bekend, maar een stimuleringsregeling voor dit soort initiatieven ontbreekt in vrijwel alle gemeenten (91%). De meeste gemeenten (86%) hebben ook geen specifieke woonvoorzieningen voor allochtone ouderen. In Nederland zal het tekort aan geschikte seniorenwoningen in 2015 zijn opgelopen tot 400.000. Daarom hebben de ouderenorganisaties vanuit het project `Meer Woningen voor Ouderen' 600 oudere lobbyisten opgeleid. Die zullen met dit onderzoek in de hand bij hun gemeente bepleiten dat er meer geschikte woningen komen voor ouderen.

Het volledige onderzoek is HIER te downloaden.
Voor meer informatie over het project Meer Woningen voor Ouderen, kijk op:
www.meerwoningenvoorouderen.nl.