Staatsbosbeheer

succesvolle broedgevallen in de krimpenerwaard en de sliedrechtse biesbosch, 2 augustus 2007

In juni en juli zijn in totaal vier broedgevallen vastgesteld van de zeldzame witvleugelstern door vrijwilligers van SOVON Vogelonderzoek Nederland, de Natuur- en Vogelwerkgroep de Krimpenerwaard en door medewerkers van Staatsbosbeheer. De acht jonge sterns die in de Krimpenwaard en de Sliedrechtse Biesbosch werden gezien zijn de eersten ooit die in ons land uit het ei kropen.

Halverwege mei van dit jaar werden in ons land meer dan 1000 witvleugelsterns gezien. Groepjes sterns waren op trek vanuit hun overwinteringsgebieden in Afrika naar de broedgebieden in Oost-Europa in Nederland terechtgekomen. De witvleugelstern is een vogelsoort die ieder jaar in kleine aantallen in ons land wordt gezien maar niet eerder waren het er zoveel als dit voorjaar. De soort is nauw verwant aan de zwarte stern, een schaarse broedvogel in Nederland.

In enkele waterrijke gebieden bleven witvleugelsterns pleisteren en vogeltellers hoopten op een broedgeval van deze sierlijke vogel. Dat er op twee plaatsen in ons land witvleugelsterns gingen broeden was wel een hele grote verrassing. Eén maal eerder, in 1979, was er een gemengd broedgeval. Twee eieren van een vrouwtje witvleugelstern en een mannetje zwarte stern kwamen toen niet uit.

In de Krimpenerwaard nabij Stolwijk werden in juni zes witvleugelsterns nauwlettend in de gaten gehouden door o.a. leden van de Natuur- en Vogelwerkgroep de Krimpenerwaard. Op 28 juni werden in een slootkant aan de rand van een visdievenkolonie twee enkele dagen oude witvleugelsterns gevonden, een primeur. Een kleine week later bleek een tweede paar ook twee jongen te hebben. Het voedsel voor de jongen bestond uit o.a. regenwormen, visjes en libellen. Op 18 juli vloog één van de jonge vogels voor het eerst boven het gebied.

In de Sliedrechtse Biesbosch werden twee broedgevallen ontdekt aan de rand van een kolonie kokmeeuwen en visdieven door medewerkers van Staatsbosbeheer en vrijwillige vogeltellers van SOVON Vogelonderzoek Nederland. Op 5 juli werden er voor het eerst twee jonge sterns gezien. Een week later waren er op een nabijgelegen locatie nog twee grote jongen aanwezig en vloog de eerste jonge vogel boven het gebied. Ondanks het vaak regenachtige en winderige in juli werden in totaal minimaal vijf jonge witvleugelsterns vliegvlug.