Demotieregeling in CAO in strijd met verbod op leeftijdsonderscheid.

02/08/2007 15:01



Commissie Gelijke Behandeling



De regeling in de CAO Nederlandse Orkesten op grond waarvan groepsaanvoerders in een orkest bij het bereiken van de 60-jarige leeftijd in principe worden teruggezet in functie, leidt tot verboden onderscheid op grond van leeftijd. De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde dit in een zaak die was aangebracht door een hoboïst die door zijn werkgever, een orkest, wordt teruggezet in functie van eerste naar tweede hoboïst. De Commissie oordeelt over zowel het individuele geval van deze hoboïst als over de CAO bepaling in het algemeen.

De werkgever voerde aan dat de man niet goed functioneerde. Naar aanleiding van het gestelde slechte functioneren was jarenlang geen actie ondernomen. De hoboïst werd uiteindelijk pas met een beroep op de bepaling in de CAO en het daarin opgenomen leeftijdsonderscheid op zijn functioneren aangesproken en teruggeplaatst. De Commissie concludeert daarom dat het besluit in strijd is met het verbod van onderscheid op grond van leeftijd.

Ook de CAO-partijen die verantwoordelijk zijn voor deze bepaling handelen in strijd met de leeftijdswetgeving. CAO partijen hadden aangevoerd dat de regel bedoeld is om de kwaliteit van het orkest te waarborgen met respect voor de artistieke gevoelens van de musici. De Commissie oordeelt dat een standaard demotie op een bepaalde leeftijd niet het juiste middel is om de kwaliteit van het orkest te waarborgen, nu het vorderen van de leeftijd niet in alle gevallen tot verminderde prestaties leidt. Ook voorkomt de regeling niet dat de gevoelens van de musici wordt gekwetst. De Commissie beveelt de CAO-partijen aan om een leeftijds(fase)bewust personeelsbeleid op te stellen, waarbij niet langer onderscheid naar leeftijd wordt gemaakt.