Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 2 augustus 2007
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, mw. A.C. Diamand, mw. drs. J.X. Nabibaks, mw. E.H.C. Salomons en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris, en mw. mr. P.J. Blok, plaatsvervangend secretaris.

M.F. Huis in `t Veld / M. Husken en H. Lensink
Uitspraak: ongegrond
Klager maakt bezwaar tegen de publicatie van het boek"Handboek Holleeder; Wie is wie in het proces van de eeuw", waarin hij wordt genoemd. Het boek schetst, aldus de Raad, een tableau van een afgeronde periode. Met de publicatie is beoogd de lezer inzicht te geven in betrokkenen bij dan wel andere personen genoemd in het dossier dat Justitie heeft opgesteld rond de strafzaak van W. Holleeder. Genoegzaam is komen vast te staan dat sprake is van een feitenweergave, gebaseerd op stukken afkomstig van het Ministerie van Justitie. Verweerders mochten van de juistheid van de informatie uitgaan. Uit het boek lijkt dat de genoemde aanduidingen niet de mening van verweerders, maar die van Justitie bevatten. Volgens de Raad is de publicatie op deugdelijk onderzoek gebaseerd en is van onzorgvuldige berichtgeving geen sprake.
Verder overweegt de Raad dat bij het publiceren van ernstige beschuldigingen in het algemeen wederhoor moet worden toegepast. Dat is hier niet gebeurd. Echter, verweerders hebben in verband met eerdere publicaties over klager gepoogd contact met hem te leggen, maar dat contact is niet tot stand gekomen. Voorts heeft klager op eerdere berichtgeving over hem niet gereageerd. Gelet op deze bijzondere omstandigheden, in samenhang bezien met de aard van de publicatie, is het in dit geval niet onredelijk dat verweerders hebben afgezien van het vragen van een reactie aan klager. Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Aard van het medium: boek
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/40

Zekere Zaken B.V. (VB's Juridisch Advies) en mr. G.J. van Broekhoven / TROS, E. Hemmer, P. de Bie, A. Hertsenberg en de producent van `TROS Opgelicht?!' PS Media Producties B.V.
Uitspraak: deels gegrond, deels onthouding oordeel In een uitzending van `Opgelicht?!' is aandacht besteed aan twee horecaondernemers die via het internet een investeerder vonden voor de overname van een discotheek in Heerlen. In dat verband is ook over klagers bericht. Zij stellen dat sprake is van tendentieuze berichtgeving zonder deugdelijke toepassing van wederhoor is geboden en dat de feiten misleidend zijn weergegeven.
De Raad overweegt dat een TROS-medewerker zonder aankondiging met draaiende camera heeft aangebeld bij de woning van Van Broekhoven. Diens verzoek om de camera uit te zetten en het gesprek op een later tijdstip voort te zetten, is niet gehonoreerd. Aldus is sprake van zogeheten 'overvaljournalistiek'. Deze werkwijze kan, vanwege het intimiderende karakter ervan, slechts dan geoorloofd zijn als die onontbeerlijk is om in het algemeen belang ernstige misstanden aan het licht te brengen en daarvoor geen ander middel open staat. (vgl. RvdJ 2003/59) Naar het oordeel van de Raad stonden voor verweerders andere middelen open en was het gebruik van de gevolgde werkwijze niet noodzakelijk en onnodig intimiderend. Dit in aanmerking genomen is klagers niet op deugdelijke wijze gelegenheid tot wederhoor geboden. Klagers hebben verschillende keren informatie verstrekt, die niet tot nauwelijks in de uitzending aan de orde is gebracht. Volgens de Raad is in de uitzending een eenzijdig beeld gegeven, waarbij voor het publiek geen andere conclusie mogelijk lijkt dan dat klagers de hoofdverdachten in de aan de orde gestelde zaak zijn. Verweerders hebben aldus grenzen overschreden van hetgeen, uit een oogpunt van journalistieke verantwoordelijkheid, aanvaardbaar is. Voor zover klagers betogen dat in de opgenomen telefoongesprekken zodanig is geknipt en geplakt dat een onjuist en misleidend beeld wordt geschetst, overweegt de Raad dat de juistheid van dit betoog door hem niet kan worden vastgesteld. De Raad onthoudt zich dan ook van een oordeel hieromtrent.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: camera-overvaltechniek, hoor en wederhoor,

· Feitenweergave: tendentieuze, misleidende berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2007/41

X / `Zembla' (VARA)
Uitspraak: ongegrond
De klacht betreft een aflevering van het televisieprogramma `Zembla', waarin aandacht is besteed aan strafpleiter mr. Abraham Moszkowicz. De klacht spitst zich toe op de vermelding in de uitzending dat klager volgens mr. Moszkowicz "een man is die spoken ziet". Die vermelding is aan te merken als een correct citaat. Overigens is duidelijk vermeld dat geen sprake is van de mening van verweerder, maar van mr. Moszkowicz. Voor het horen van klager over deze vermelding bestond geen grond. Het standpunt van klager over mr. Moszkowicz is door zijn huidige advocaat uitvoerig in de uitzending naar voren gebracht. Bovendien is de uitzending mede op basis van informatie van klager en diens klachten over mr. Moszkowicz tot stand gekomen, waarbij klager zelf contact met verweerder heeft gezocht. Dat in de uitzending vervolgens ook de mening van mr. Moszkowicz over klager naar voren wordt gebracht, ligt in de rede en past bij de journalistieke verantwoordelijkheid.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, grievende berichtgeving
· Aard van de publicatie: citaat
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/42

Koop Holding B.V. / Dagblad van het Noorden
Uitspraak: ongegrond
Op de voorpagina van Dagblad van het Noorden is het artikel "Jan vangt van broer Henk Koop 1 miljoen na conflict" verschenen. Het artikel is vervolgd onder de kop "Verhouding tussen broers Henk en Jan Koop helemaal kapot".
Blijkens de stukken kan worden gesteld dat de gewraakte artikelen een aantal onjuistheden bevatten. Volgens de Raad zijn deze onjuistheden en slordige formuleringen echter niet van dien aard dat van journalistiek onzorgvuldig handelen sprake is. Daarbij is van belang dat door klaagster niet is betwist dat zij niet tot nauwelijks ingaat op pogingen van verweerder om nadere informatie te verkrijgen over de zaak waarover hij wenst te publiceren. Aldus wordt verweerder belemmerd in goede nieuwsvinding. De door klaagster naar voren gebrachte onjuistheden dan wel slordigheden hadden door het niet weigeren van elke informatie aan verweerder wellicht kunnen worden voorkomen.
Trefwoorden:

· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2007/43

---