European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/07/63

Brussel, 3 augustus 2007

12308/07 (Presse 184)

(OR. fr)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de strijd tegen straffeloosheid in de DRC - Moord op journalisten

Ter gelegenheid van de tweede gedenkdag van de moord op Pascal Kabungulu, secretaris-generaal van "Héritiers de la Justice", op 31 juli 2005, wijst de Europese Unie op het belang van de strijd tegen straffeloosheid voor het democratische proces dat thans in de Democratische Republiek Congo aan de gang is. De recente moord op journalist Serge Maheshe van Radio Okapi, op 13 juni j.l. te Bukavu, en de verslechtering van de mensenrechtensituatie, met name in het oosten van het land, illustreren aan welke gevaren de verdedigers van de mensenrechten, waaronder journalisten, nog altijd blootgesteld zijn.

De EU roept de Congolese autoriteiten op de waarheid over beide moorden volledig aan het licht te brengen, in overeenstemming met haar internationale verplichtingen, met name op het gebied van de mensenrechten, en aldus aan de Congolese burgers te laten zien dat straffeloosheid niet langer getolereerd wordt.

De EU heeft echter goed nota genomen van de uitspraken van de militaire rechtbank van Kisangani, in zitting te Bunia, op zaterdag 28 juli 2007 en verheugt zich over de vonnissen in het proces tegen de plegers van de wreedheden die in 2006 te Bavi (Ituri) zijn begaan. Volgens de EU vormt die uitspraak een positieve stap in de strijd tegen straffeloosheid in de DRC en kan die als voorbeeld dienen voor het - meer dan een jaar geleden begonnen en ettelijke maanden onderbroken - proces Kabungulu en voor andere lopende rechtszaken in verband met ernstige schendingen van de mensenrechten.

De EU benadrukt haar inzet voor het herstel van het rechtssysteem, meer bepaald door de uitvoering van het REJUSCO-programma in het oosten van het land.

De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.