Antwoorden Kamervragen over rapen van kievitseieren
16 augustus 2007 - kamerstuk
Kamerbrief van minister Verburg over het rapen van kievitseieren. De
minister licht enkele zaken toe die de basis vormen voor de huidige
praktijk. Die is overigens niet strijdig met de Vogelrichtlijn.
Meer informatie
* Antwoorden Kamervragen over rapen van kievitseieren
Kamerstuk | 16-08-2007 | PDF-Document, 65 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
14 juni 2007 2060718170 DN. 2007/2062 16 augustus 2007
Antwoorden Kamervragen over rapen
van kievitseieren
Datum Kenmerk Paraaf:
16 augustus 2007 DN. 2007/2062
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Natuur
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, toekomen de antwoorden op
de vragen gesteld door het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit en van Justitie over het rapen van kievitseieren.
1
Kent u het bericht 'aaisiker raapten veel te veel kievitseieren'?1
Ja.
2, 4, 5, 7 en 9
Hoe beoordeelt u de schatting van eierrapers dat er dit jaar tenminste 45.000 kievitseieren
geraapt zouden zijn? Hoe beoordeelt u de schatting van Provincie en Bond van Friese
Vogel Wachters (BFVW) dat het om 6.934 geraapte eieren zou gaan? Kunt u het
uiteenlopen van beide cijfers verklaren?
Weet u dat er vorig jaar in de koude maand maart nauwelijks eieren geraapt werden?
Weet u dat het aantal dit jaar dus mogelijk 45000 was? Impliceert dit niet dat het in de
Friese ontheffing toegestane jaarlijkse aantal van 6934 zo ver van de jaarlijkse werkelijkheid
kan afwijken, en dat op geen enkele manier kan worden gegarandeerd dat een
langjarig gemiddelde niet boven het getal van 6934 uitkomt? Deelt u, gezien recente
uitspraken van de Raad van State, de mening dat alleen als deze garantie wel verstrekt
kan worden, de onderhavige ontheffing door de provincie Friesland mag worden verleend?
Zo ja, welke actie wilt u hierop ondernemen? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat, nu dit jaar wellicht zeven keer de toegestane hoeveelheid eieren is
geraapt, de provincie Friesland in ieder geval de komende 6 jaar het rapen van eieren
helemaal niet mag toestaan, om haar eigen berekeningen geen geweld aan te doen en om
haar geloofwaardigheid te behouden? Zo neen, waarom niet?
1 Leeuwarder Courant, 7 juni 2007,
www.leeuwardercourant.nl/nieuws/regio/article1989824.ece?secId=51
Deelt u de mening dat berichten als deze een gevoel van rechtsongelijkheid kunnen
oproepen gelet op het feit dat de massale overtreding van de richtlijnen in één specifieke
provincie onbestraft blijft? Zo ja, op welke wijze wilt u dit gevoel van rechtsontgelijkheid
voorkomen? Zo neen, op grond waarvan heeft de provincie Friesland deze ontheffing
gekregen? Deelt u de mening dat op grond van deze ontheffing op juiste wijze is gehandeld
door de eierrapers? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Kunt u aangeven of de kievitsstand het rapen van 45.000 eieren zonder problemen aan zou
kunnen? Zo ja, waarop baseert u die aanname en zijn daarvoor wetenschappelijk verantwoorde
gegevens beschikbaar? Zo neen, op welke termijn en op welke wijze wilt u ingrijpen
om de kievitsstand te beschermen? Als de gegevens ontbreken, deelt u dan de
mening dat te allen tijde het voorzorgsprincipe moet worden toegepast en dat in ieder
geval gestopt moet worden met het rapen van kievitseieren totdat wetenschappelijk is
aangetoond dat het rapen van kievitseieren geen invloed heeft op de populatieomvang,
mede gezien het feit dat de EU-Vogelrichtlijn dit eist?
De Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten rapporteert uiterlijk 1 oktober van elk
jaar aan gedeputeerde staten hoeveel eieren zijn geraapt. De Regeling zoeken, rapen en
beschermen van kievitseieren Flora- en faunawet schrijft dat voor. Gedeputeerde Staten
van Friesland hebben mij gerapporteerd dat in het seizoen 2006 een totaal van 4566
kievitseieren is geraapt. In afwachting van het cijfer van dit jaar ga ik niet in op schattingen.
Gedeputeerde Staten, niet ik, kunnen ontheffing verlenen voor het zoeken en rapen van
kievitseieren aan samenwerkingsverbanden van weidevogelbeschermers. Op basis van de
gegevens over het aantal geraapte eieren zullen Gedeputeerde Staten beoordelen of er al
dan niet in strijd met de door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing is gehandeld.
Het toezicht op de naleving van de voorwaarden en beperkingen is primair een
verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten.
3 en 6
Is het toegestane aantal van jaarlijks 6934 geraapte eieren niet een op discutabele uitgangspunten
gestoelde uitkomst van een puur theoretische berekening? Is het, om aan de
EU-Vogelrichtlijn te voldoen, niet vereist om het exacte aantal geraapte eieren te kennen
en dus jaarlijks het rapen van deze eieren door onafhankelijke deskundigen te laten monitoren?
Zo ja, kunt u aangeven hoe u dat denkt te realiseren?
Deelt u de mening dat het gebrek aan onafhankelijk toezicht op het aantal geraapte
eieren een probleem kan vormen bij de handhaving van de Flora- en faunawet? Zo ja, bent
u bereid dat toezicht uit te breiden of de vergunning voor het rapen van eieren definitief
niet meer te verstrekken? Zo neen, waarom denkt u dat het rapen van bijna zeven keer de
toegestane hoeveelheid eieren in lijn zou kunnen zijn met de uitgangspunten van de Floraen
faunawet?
Op grond van de Vogelrichtlijn mogen kievitseieren worden geraapt, zij het in kleine
hoeveelheden. Er moet worden gewaarborgd dat de omvang van de populatie op een
bevredigend niveau wordt gehandhaafd. Dit betekent dat een duidelijke en in de praktijk
hanteerbare grens moet worden bepaald voor het aantal te rapen eieren, in dit geval in
het licht van de Friese kievitenpopulatie.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 augustus 2007 DN. 2007/2062 3
Gedeputeerde Staten van Friesland hanteren het zogenoemde ORNIS-criterium. Volgens
dit criterium moet iedere tol van minder dan één procent van de totale jaarlijkse sterfte
aan de betrokken populatie (gemiddelde waarde) als kleine hoeveelheid worden beschouwd.
Het Hof van Justitie gebruikt dit criterium als maatstaf om te beoordelen of
sprake is van kleine hoeveelheden (zaak C-79/03 (Commissie/Spanje)). Het ORNIS-criterium
is juridisch niet bindend voor de lidstaten, maar wordt gebruikt wegens het wetenschappelijke
gezag van de adviezen van het ORNIS-comité en bij gebreke van overlegging van
enig wetenschappelijk tegenbewijs. Het ORNIS-comité is ingesteld overeenkomstig de
Vogelrichtlijn, bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door
een vertegenwoordiger van de Commissie.
Teneinde aan het ORNIS-criterium en derhalve aan de Vogelrichtlijn te voldoen, hebben
Gedeputeerde Staten van Friesland het aantal eieren dat mag worden geraapt vastgesteld
op 6934. Dit is een meerjaarlijks gemiddelde becijferd door het Centrum voor Milieuwetenschappen
van de Universiteit Leiden. Dit meerjaarlijks gemiddelde is gebaseerd op
onderzoeks- en monitoringsgegevens over een groot aantal jaren.
Met het vastgestelde aantal hangt ook de beperking door gedeputeerde staten van de
raapperiode met acht dagen tot 1 april samen.*
De Regeling zoeken, rapen en beschermen van kievitseieren Flora- en faunawet schrijft
verder voor dat het erkende samenwerkingsverband van weidevogelbeschermers waaraan
ontheffing is verleend het aantal geraapte eieren jaarlijks meldt aan gedeputeerde staten.
Ik heb geen reden om te twijfelen aan de juistheid van die meldingen.
8
Deelt u de mening dat het rapen van kievitseieren strijdig is met het beleid van de regering
om weidevogels te beschermen en daarvoor 4 miljoen euro extra uit te trekken waarvan
de inzet direct ten goede moet komen aan de weidevogels? Zo ja, op welke wijze gaat u
deze tegenstrijdigheid aanpakken? Bent u bereid organisaties waarvan de leden kievitseieren
rapen uit te sluiten van deze subsidiestroom? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zo neen, hoe verantwoordt u uw beleid dat u enerzijds subsidie verleent aan de bescherming
van weidevogels en dat deze subsidie mogelijk wordt verleend aan organisaties
waarvan de leden ook kievitseieren rapen?
Neen. Er is geen sprake van strijdigheid met het regeringsbeleid. Tegenover het mogen
zoeken en rapen van kievitseieren staan immers verplichte beschermingsactiviteiten
(artikel 60, derde lid, Flora- en faunawet) voor degene die eieren zoekt en raapt. Uit het
jaarverslag van de Friese Bond van Vogelbeschermings Wachten over 2006 blijkt dat 13662
beschermingshandelingen, zoals het plaatsen van stokken en nestbeschermers, zijn
uitgevoerd en dat op in totaal 170.828 ha nazorg is verricht. Van deze beschermingsactiviteiten
profiteren ook andere weidevogels dan de kievit.
* Door het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden is berekend dat op de terreinen in
Friesland, die voor de rapers van kievitseieren toegankelijk zijn, in de periode tot 1 april jaarlijks gemiddeld
slechts 6856 eieren worden gelegd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 augustus 2007 DN. 2007/2062 4
10
Bent u bereid een nader onderzoek in te stellen naar aanleiding van dit bericht om vast te
stellen op welke schaal kievitseieren zijn geraapt en in hoeveel gevallen politie en justitie
hebben ingegrepen bij overtreding van de vergunning? Zo ja, binnen welke termijn en op
welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vragen 2, 4, 5, 7 en 9 rapporteert de Bond van
Friese Vogelbeschermings Wachten uiterlijk 1 oktober van elk jaar aan Gedeputeerde
Staten hoeveel eieren zijn geraapt. Ik wacht de cijfers van dit jaar af.
In de provincie Friesland zijn blijkens informatie van het Centraal Justitieel Incasso Bureau
tussen 1 januari 2005 en 1 juni 2007 geen processen-verbaal opgemaakt, noch voor het in
de toegestane periode rapen van kievitseieren zonder eierzoekkaart, noch voor het buiten
de toegestane periode rapen van kievitseieren. In de provincies Groningen, Drenthe,
Noord-Brabant en Limburg zijn tussen 1 januari 2005 en 1 juni 2007 bij elkaar zes
processen-verbaal opgemaakt inzake het rapen van kievitseieren.
11
Ligt het voor de hand dat 4.000 eierrapers gemiddeld minder dan 2 eieren rapen, zoals de
officiële lezing luidt?
Ik heb gezien de eerdere gegevens over het voorgaande jaar geen reden om hieraan te
twijfelen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit