Verdachte in zaak Ehsan Jami bekent
Den Haag, 24 augustus 2007
De verdachte in de zaak 'Ehsan Jami' is vandaag voorgeleid aan de
rechter-commissaris op verdenking van openlijke geweldpleging in
vereniging. Hij heeft bekend dhr. Jami op 4 augustus een klap en een
trap te hebben gegeven. Hij heeft verder verklaard dat er geen andere
personen bij het incident betrokken waren. Op grond van deze
verklaringen heeft de rechter-commissaris geconcludeerd dat van
openlijk geweld (een delict dat altijd in vereniging wordt gepleegd)
geen sprake is en er daarom geen onderzoeksbelang meer aanwezig is dat
de voortzetting van de voorlopige hechtenis kan dragen. Nu er volgens
de rechter-commissaris ook geen gevaar voor herhaling is, heeft deze
besloten dat de vordering tot inbewaringstelling dient te worden
afgewezen. De verdachte is vervolgens in vrijheid gesteld.
Het OM heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de
rechter-commissaris. Het OM gaat er - op grond van verklaringen van
aangever en getuigen - van uit dat er wèl meerdere personen bij het
incident betrokken waren, en dat nog verder onderzoek nodig is om ook
die andere personen op te sporen en aan te houden. Ook meent het OM
dat er wel herhalingsgevaar is.
De 17-jarige jongen zal zich te zijner tijd voor de rechter moeten
verantwoorden.
Openbaar Ministerie