antwoorden op kamervragen over vernieling van 130 nesten van oeverzwaluwen op landgoed Twickel l
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
15 juni 2007
2060718470
DN. 2007/2001
27 augustus 2007
onderwerp
Kamervragen over vernielen nesten op Landgoed Twickel
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Justitie, de vragen van het lid Thieme
(PvdD) over het vernielen van 130 nesten op landgoed Twickel.
1
Kent u het bericht `Natuurstichting vernielt 130 nesten'?1
Ja.
2
Deelt u de mening dat shovelmachinisten, grondbewerkers en loonwerkers vaak niet op de
hoogte zijn van de ecologische waarde en kwetsbaarheid van natuurgebieden en gebieden
waar veel beschermde soorten leven (graslanden, akkers, perceelsranden) en dat zij daar-
door regelmatig kwetsbare natuur en/of beschermde soorten vernielen? Zo ja, op welke
wijze wilt u dit voorkomen en binnen welke termijn? Zo neen, hoe verklaart u dan dat deze
Ministerie van Landbouw, nesten vernield konden worden en hoe verklaart u dat nesten en jongen van weidevogels
Natuur en Voedselkwaliteit vaak worden uitgemaaid door loonwerkers?
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401 Ik heb geen reden om aan te nemen dat regelmatig, als gevolg van onvoldoende infor-
2500 EK 's-Gravenhage matie, kwetsbare natuur of beschermde soorten vernield worden. Bij complexe situaties
Telefoon: 070 - 3786868 kan worden gewerkt onder begeleiding van een ecologisch deskundige. In het onder-
Fax: 070 - 3786100 havige geval is sprake van een betreurenswaardig incident.
3 + 4
Bent u bereid om voorlichting te geven aan loonwerkers en grondbewerkers over ecolo-
gische waarden, beschermde soorten, de wet- en regelgeving omtrent bescherming en hoe
kwetsbare natuur het meest effectief te beschermen? Zo ja op welke wijze en binnen welke
termijn? Zo neen, waarom niet en op welke wijze wilt u het ecologisch bewustzijn van deze
beroepsgroep vergroten, zodat vernielingen zoals deze worden voorkomen?
1 Algemeen Dagblad, 13 juni 2007
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
27 augustus 2007 DN. 2007/2001 2
Bent u bereid om de ontwikkeling van een certificaat te stimuleren waarmee loonwerkers
en grondbewerkers aan kunnen tonen dat zij ecologische kennis hebben verworven en dat
zij met het verkrijgen van het certificaat garanderen ecologische schade en vernieling van
kwetsbare natuur en beschermde soorten actief te voorkomen vanuit het voorzorg-
principe? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Nee. Ik heb de ontwikkeling van gedragscodes gestimuleerd welke door mij moeten wor-
den goedgekeurd. Ik verleen goedkeuring als de gedragscode afdoende waarborgt dat ac-
tiviteiten geen wezenlijke invloed hebben op beschermde soorten en dat in redelijkheid
alles wordt verricht of gelaten om schade aan de beschermde soorten te voorkomen of zo
veel mogelijk te beperken. Om de naleving van de gedragscode te bevorderen en inzichte-
lijk te maken, kan een organisatie er zelf voor kiezen om te gaan werken met certificering.
In het kader van voorlichting is door mijn ministerie de brochure `Buiten aan het werk?
Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten!' opgesteld en verspreid. Deze en
andere relevante informatie, onder andere over gedragscodes en een natuurkalender voor
de soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn en de in Nederland broedende vogels,
staat op de website van mijn ministerie, www.minlnv.nl.
5
Kunt u aangeven of proces-verbaal is opgemaakt van de vernieling van 130 nesten en of
tot vervolging zal worden overgegaan? Zo neen, waarom niet en deelt u in dat geval de
mening dat het opsporings- en vervolgingsbeleid tekort schiet? Zo ja, welke verbeteringen
wilt u hierin aanbrengen?
Er wordt nog onderzocht of er aanleiding is om proces-verbaal op te maken. Stichting
Twickel heeft de politie in Zevenaar geïnformeerd over het feit dat op 4 juni 2007 tijdens
het uitvoeren van graafwerkzaamheden schade was opgetreden aan broedplaatsen voor
oeverzwaluwen. Naar aanleiding hiervan heeft het Openbaar Ministerie (OM) de
Algemene Inspectiedienst (AID) opdracht gegeven om een nader onderzoek in te stellen.
Dit onderzoek is thans nog gaande. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal
door de AID een proces-verbaal worden opgemaakt en aan het OM worden toegezonden.
Als het OM een proces-verbaal ontvangt, zal op basis daarvan worden besloten of tot het
instellen van strafvervolging zal worden overgegaan.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit