Time : 14:00:00
Date : 28 August 2007
Sender Name: HDP

Enquête : Zakgeld spijst het spaarvarken van de Belgische jeugd

Het begin van het schooljaar gaat dikwijls gepaard met de evaluatie van het zakgeld voor dit nieuwe jaar. Onderzoeken uit het verleden gaven reeds een goed beeld van het bedrag dat kinderen krijgen als zakgeld en wat ze ermee doen*. HDP Kinderbijslagfonds benaderde het zakgeldfenomeen vanuit een andere invalshoek: het standpunt van de ouders. Vanaf welke leeftijd geven ze zakgeld? Waarop baseren ze zich bij het bepalen van het bedrag? Dit zijn een aantal vragen die via een enquête werden ingevuld door 1.008 gezinnen die in totaal 1.965 kinderen** tellen.

Samenvatting

Ouders willen hun kinderen zakgeld geven om ze te leren een budget te beheren en hen de waarde van het geld bij te brengen. Ze vullen trouwens zelden het toegekende budget aan indien dit vóór het einde van de maand opgebruikt is. 85% van de ondervraagde ouders verklaart zelfs dat hun kind zelf het initiatief nam om voor een duurdere aankoop te sparen.

Het zakgeld wordt voornamelijk op week- of maandbasis gegeven. Men stelt vast dat hoe ouder de kinderen, hoe meer de ouders ervoor kiezen het zakgeld maandelijks te geven.

12 jaar is de sleutelleeftijd om met het geven van zakgeld te beginnen (32%). Ouders geven er in het algemeen tot het kind zijn diploma behaald heeft en werkt.

Het bedrag van het zakgeld wordt bepaald door de ouders op basis van wat ze nodig achten. Weinigen vergelijken met wat de klasgenootjes krijgen. De helft van de ouders geeft zelden of nooit extra geld wanneer het kind helpt met de huishoudelijke taken. Anderzijds worden bijna drie vierden van de kinderen beloond voor hun goede schoolresultaten.

Gedetailleerde analyse

29% van de kinderen van onze steekproef krijgt geen zakgeld. Hun ouders vinden hen te jong of geven liever geld wanneer ze het nodig achten. Inderdaad, zo'n 60% van de kinderen uit onze steekproef die geen zakgeld ontvangen, is tussen 3 en 10 jaar oud.

De resultaten van de enquête tonen aan dat de ouders zakgeld voornamelijk op week- of maandbasis geven. Voor de kinderen van 3 tot 6 jaar geeft 21% van de ouders zakgeld wanneer ze het nodig achten, maar 47% geeft er nochtans elke week. Men stelt eveneens vast dat, terwijl tot 12 jaar de ouders er de voorkeur aan geven zakgeld op weekbasis te geven, vanaf 13 jaar de tendens wordt omgekeerd en de ouders maandelijks zakgeld geven.

Vanaf welke leeftijd zakgeld geven?

Een eerste fase tekent zich af op 10 jaar en een tweede, duidelijkere op 12 jaar: 32% van de ouders begint op deze leeftijd met het geven van zakgeld. Een derde van de kinderen krijgt voor de eerste maal zakgeld vóór hun 10de jaar, 47% tussen 10 en 12 jaar en 22% na hun 13e.

70% van de ouders overweegt zakgeld te geven tot hun kind afgestudeerd is en werkt. 11% zou zakgeld geven zolang het kind onder het ouderlijk dak woont.

De meeste ouders hebben het bedrag van het zakgeld bepaald zonder een vergelijking te maken met het zakgeld van de vrienden van hun kind, maar eerder in functie van wat hen correct lijkt. 23% berekent het bedrag dat ze geven in functie van de aankopen die ze willen dat hun kind zelf beheert.

Controleren ouders wat de kinderen doen met hun zakgeld? De antwoorden zijn verdeeld: 32% antwoordt "soms" en 37% antwoordt " dikwijls" of " altijd". De rest controleert zelden of nooit.

Een andere bron van zakgeld is geld dat de kinderen kunnen verdienen door in het huishouden te helpen (het gras maaien, de auto wassen, enz.). Maar de ondervraagde ouders zijn niet echt voorstanders van deze praktijk. 51% geeft zelden of nooit geld indien de kinderen helpen. Van de ouders die het uitgevoerde werk belonen, geeft 41% 5 tot 6 euro per klus.

Daarentegen beloont bijna drie vierden van de ouders hun kind voor zijn goede schoolresultaten, met geld (29%), met een geschenk (31%) of met beide (12%).

Zakgeld wordt niet vaak gebruikt als sanctiemiddel. Het gebeurt dus zelden dat ouders hun kinderen straffen door hen het zakgeld te ontzeggen (69% nooit en 17% zelden).

Ouders geven zelden (27%) of nooit (43%) een extraatje wanneer hun kind zijn zakgeld opgesoupeerd heeft voor het einde van de maand/week. Dit illustreert meteen ook het feit dat zij hun kinderen echt de waarde van geld willen laten ontdekken.

De voornaamste reden waarom ouders zakgeld aan hun kinderen geven, is immers om hen te leren hun eigen budget te beheren. Een reden die op de voet wordt gevolgd door het feit dat ze hen de waarde van geld willen inprenten. Erg weinig ouders achten belang aan het feit dat klasgenootjes zakgeld krijgen.

De helft van de ondervraagde ouders is niet akkoord met de stelling dat er een sociale druk is die aanzet tot het geven van zakgeld (tegen 30% akkoord en 15% die zich niet uitspreekt).

De helft onder hen zegt niet beïnvloed te zijn door de reclame van de banksector, bijvoorbeeld voor jongerenrekeningen (tegen 30% akkoord en 15% die zich niet uitspreekt).

Bijna de helft (48%) wil dat een deel van het zakgeld systematisch wordt gespaard, maar bijna 40% is niet akkoord met deze verklaring.

85% verklaart dat hun kind zelf het initiatief tot sparen neemt om iets duurder te kunnen aanschaffen.

Steekproef

De enquête werd gevoerd via een vragenlijst die in juni werd verdeeld aan de ouders van wie de werkgever was aangesloten bij HDP Kinderbijslagfonds. Onder de 1.008 teruggestuurde enquêtes zijn er 345 Franstalige gezinnen en 663 Nederlandstalige gezinnen.

De leeftijd van de kinderen is als volgt vertegenwoordigd: 11% onder hen zijn tussen 3 en 6 jaar, 16% tussen 7 en 10 jaar, 12% tussen 11 en 12 jaar, 20% tussen 13 en 15 jaar, 19% tussen 16 en 18 jaar, 12% tussen 19 en 21 jaar en 10% tussen 22 en 25 jaar.


* Cfr enquête 'Jongeren en geld' OIVO, mei 2006
** 1.965 kinderen tussen 3 en 25 jaar

HDP Kinderbijslagfonds

Sinds 1997 maakt HDP Kinderbijslagfonds deel uit van de groep HDP Diensten voor Ondernemers.
De HDP-groep heeft 700 medewerkers, verspreid over heel België. De groep biedt aan meer dan 27.000 werkgevers, die samen ongeveer 375.000 werknemers in dienst hebben, diensten aan inzake sociaal secretariaat, personeelsbeleid en -administratie, kinderbijslag, preventie en bescherming op het werk, medische controle, preventieve geneeskunde en medische expertise, sociale verzekeringen voor zelfstandigen, organisatie van opleidingen en administratieve formaliteiten bij het opstarten en het uitbouwen van hun bedrijf.

Surf naar www.hdp.be voor meer informatie.
Bijlage bij dit persbericht ook beschikbaar op www.pressreleases.be

Contact pers
Delphine Motte
Communicatie adviseur
T 09 282 12 76 - GSM 0475 37 32 55
E-mail: delphine.motte@hdp.be