Regionale proefprojecten zorgpersoneel
Toespraak, 30 augustus 2007
Staatssecretaris Bussemaker gaf vandaag het startsein voor zeven
regionale proefprojecten om het dreigende personeelstekort in de zorg
aan te pakken. Zij deed dit samen met staatssecretaris Aboutaleb van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en staatssecretaris Van
Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Hieronder
staat de volledige tekst van haar toespraak.
Dames en heren, beste aanwezigen,
Vandaag mag ik, samen met mijn collega's Aboutaleb van SZW en Van
Bijsterveldt van OCW, de aftrap geven voor zeven regionale
proefprojecten. Daarmee willen we enerzijds lager opgeleiden werven
voor een baan in de zorg en anderzijds mensen die er al werken
opleiden, zodat zij kunnen doorstromen. Ik kan mij voorstellen dat
sommigen van u misschien denken: het zoveelste project om mensen aan
een baan in de zorg te helpen? Wat is daar nieuw aan? Ik wil u daarom
graag uitleggen wat het doel is van dit proefproject en waarin het
verschilt van andere, soortgelijke projecten.
Om met dat laatste te beginnen: bij vrijwel alle arbeidsmarktprojecten
- of het nu om de zorg gaat of om andere sectoren - staat het aanbod
van potentiële werknemers centraal. Het gaat er dan in de eerste
plaats om, om mensen zonder baan aan werk te helpen. Dat proberen we
bij dit proefproject ook, maar in dit geval staat de vraag van de
zorgwerkgevers naar personeel voorop. Er dreigt namelijk een groot
tekort te ontstaan aan personeel in de zorgsector.
Dat dreigende tekort heeft twee oorzaken. Ten eerste een stagnerende
groei van de beroepsbevolking als geheel als gevolg van de vergrijzing
en de ontgroening. En ten tweede een nog steeds stijgende vraag naar
zorg, vooral als gevolg van diezelfde vergrijzing. Een dubbele
vergrijzing in feite, want er komen niet alleen meer ouderen bij, zij
leven ook nog eens langer. Dat is op zich erg fijn en ik heb daar
uiteraard niets tegen, maar het is ook iets om rekening mee te houden.
Op dit moment werkt circa dertien procent van de beroepsbevolking in
de zorgsector. Als gevolg van de ontwikkelingen die ik hiervoor
noemde, zal dat percentage tegen het jaar 2025 naar verwachting tussen
de 20 en 22 liggen. Dat leidt onherroepelijk tot knelpunten op de
arbeidsmarkt. De grootste problemen zullen zich waarschijnlijk vooral
voordoen in de ouderenzorg, de thuiszorg en de gehandicaptenzorg.
We hebben het dus over een forse stijging van de vraag naar
zorgpersoneel in de nabije toekomst. Een stijging die we niet kunnen
opvangen als we daarvoor niet nu al maatregelen nemen. In oktober
zullen minister Klink en ik hierover een brief naar de Tweede Kamer
sturen. Daarin gaan we in op de situatie op de arbeidsmarkt in de zorg
en kondigen we maatregelen aan hoe we dit probleem samen met de
sociale partners gaan aanpakken.
Ik kan en wil uiteraard nu niet op de inhoud van die brief vooruit
lopen. Maar ik kan u wel zeggen dat één van de maatregelen die we in
onze brief noemen het project is dat vandaag centraal staat. Wat
willen we nu met dit project? Kort gezegd: op een heel gerichte manier
vraag en aanbod van zorgpersoneel - en dan met name in de lagere
functies - bij elkaar brengen. Daarvoor is het belangrijk dat
verschillende partijen gaan samenwerken. Maar daarover zal zo meteen
mijn collega Ahmed Aboutaleb meer vertellen.
De proefprojecten gaan in zeven regio's draaien en lopen tot en met
eind volgend jaar. Die zeven regio's zijn: Tilburg, Parkstad Limburg
oftewel Heerlen, Twente, Emmen, Hoofddorp, Delft en Den Haag.
Overigens borduren we met deze projecten voort op wat in sommige
regio's al in gang was gezet, met name Tilburg en Heerlen. Daar vonden
al vormen van samenwerking plaats tussen onder meer zorginstellingen
en gemeenten.
Ik wil hier ook nog even nadrukkelijk vermelden dat de betrokken
wethouders in de genoemde gemeenten zeer positief reageerden op ons
verzoek om mee te doen aan deze projecten. En met `ons' bedoel ik
collega Aboutaleb en ikzelf. Wij hebben ze gebeld en toen wij
uitlegden wat we van plan waren, reageerden ze allemaal heel
enthousiast. Zonder hun medewerking zouden we hier vandaag niet hebben
gestaan.
De zeven regionale projecten moeten niet alleen leiden tot concrete
resultaten, maar ook tot inzicht in wat daarvoor op regionaal niveau
moet gebeuren. Dus: hoe kunnen alle betrokken partijen samen ervoor
zorgen dat er meer mensen in hun regio kiezen voor een baan in de
zorgsector? En: waar liggen eventuele lokale of landelijke
belemmeringen, bijvoorbeeld in de vorm van wetten en regels en hoe
kunnen we die wegnemen?
Zoals gezegd gaat het bij dit project om het aantrekken van met name
lager opgeleiden. Maar ook herintreders, zij-instromers,
niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een bijstandsuitkering horen
tot de potentiële doelgroep. Daarnaast willen we het zittende
personeel extra opleiden, zodat ze kunnen doorstromen. Daarvoor gaan
we drie wegen bewandelen.
Allereerst is het de bedoeling dat zowel mensen met als mensen zonder
een uitkering - en dan denk ik onder meer aan allochtone vrouwen -
actief worden benaderd voor een baan in de zorg. Die mensen vormen
samen een groot arbeidspotentieel, waar naar mijn idee zorgwerkgevers
nog te weinig uit putten. Ik wil hen dan ook nadrukkelijk oproepen hun
blik op deze potentiële werknemers te richten. Als je dringend om
personeel verlegen zit, snij je jezelf in de vingers als je hen buiten
beschouwing laat. We hebben die mensen gewoon heel hard nodig.
Ten tweede gaat het erom personeel te laten doorstromen. Medewerkers
die nu nog op functieniveau 2 werken, zouden via opleidingen of
cursussen moeten worden geschoold voor een functie op niveau 3,
oftewel verzorgende op MBO-niveau. En dat is niet voor niks. Want om
deze mensen zitten zorgaanbieders, vooral de verpleeg- en
verzorgingshuizen, het hardste te springen. En als die mensen
doorstromen, komt er ook weer ruimte vrij in de lagere functies. Het
mes snijdt hier dus aan twee kanten.
Het derde onderdeel van de aanpak van dit project houdt in dat
zorginstellingen kijken hoe mensen die nu geen betaalde baan hebben,
eventueel een rol kunnen spelen als vrijwilliger in hun instelling.
Daarnaast zouden instellingen diezelfde vrijwilligers bepaalde
faciliteiten kunnen aanbieden. Bijvoorbeeld het volgen van een cursus
of het halen van deelcertificaten. Daarmee betrek je die mensen niet
alleen veel meer bij de instelling, je biedt ze op die manier ook een
springplank naar een reguliere baan in de zorg. En het komt ook de
kwaliteit van de zorg ten goede!
Bedoeling is dus dat er over een breed front wordt geprobeerd het
tekort aan personeel in de zorgsector terug te dringen. En dat lukt
naar mijn stellige overtuiging het beste als je dat op lokaal en
regionaal niveau doet. Want in elke regio is de situatie op de
arbeidsmarkt weer anders. Dat vraagt om een aanpak op maat. Het gaat
er vooral om dat de diverse partijen op lokaal niveau een eigen aanpak
ontwikkelen en eventuele drempels, bijvoorbeeld op financieel of
opleidingsgebied, in onderling overleg wegnemen.
Hoewel het dus om regionale arbeidsmarktprojecten gaat, stellen VWS en
SZW samen één miljoen euro beschikbaar om het project te ondersteunen.
Onder meer voor de projectleiding en voor een platform waar de
deelnemende regio's ervaringen, knelpunten en oplossingen kunnen
uitwisselen. Verder willen we een aantal mensen van naam en faam
vragen hun expertise op dit terrein via het platform in te brengen.
Dames en heren,
Ik heb een heel goed gevoel bij deze proefprojecten. Het zou mij
verbazen als we na anderhalf jaar proefdraaien niét tot de conclusie
zouden komen dat deze aanpak landelijke invoering verdient. De
regionale insteek, het uitgaan van de vraag van de zorgwerkgevers, het
samenwerken van alle betrokken instanties: allemaal elementen die
haast wel tot een succes moéten leiden. Als alle betrokken partijen er
hun schouders onder willen zetten, dan denk ik dat we het
arbeidsmarktprobleem in de zorgsector al voor een deel kunnen
oplossen.
Ik dank u voor uw aandacht en dan geef ik nu graag het woord aan mijn
collega Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport