Hboâers zeer in trek op de arbeidsmarkt 03-09-2007
Rond deze tijd beginnen zoân 375.000 hogeschoolstudenten aan het
nieuwe studiejaar. Hun perspectieven op de arbeidsmarkt zijn
uitstekend. Dat blijkt uit de HBO Monitor 2006 die vandaag verschijnt.
Van alle hbo-studenten die in het studiejaar 2004-2005 afstudeerden,
had 95,9% eind 2006 een passende functie gevonden. Een jaar daarvoor
lag dat percentage 0,5% lager. 8 van de 10 afgestudeerden vindt binnen
één maand een baan. Drie maanden na het afstuderen ligt dat
percentage al boven de 90%. Een groeiende groep oud-studenten vindt
dat hun functie (heel) veel carrièremogelijkheden biedt.
In opdracht van de hogescholen voert het Researchcentrum voor
Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) jaarlijks een onderzoek uit naar de
positie van pas afgestudeerde hogeschoolstudenten op de arbeidsmarkt.
Dat gebeurde nu voor de zestiende keer. Eind 2006 hield het ROA een
enquête onder hboâers die in het studiejaar 2004-2005 afstudeerden.
Daaraan namen 20.700 studenten deel.
De werkgelegenheid onder hboâers blijkt in het afgelopen jaar te zijn
toegenomen met gemiddeld 0,5%. De verbeterde perspectieven
manifesteerden zich in vrijwel alle sectoren. Opvallend is dat de
werkgelegenheid onder afgestudeerde leraren basisonderwijs juist
afnam. De kansen van leraren in het voortgezet onderwijs verbeterden
wél. In de techniek (2,1 %) en in de gezondheidszorg (2,7%) zijn de
werkloosheidspercentages het laagst. In de kunstensector is het
werkloosheidspercentage hoger dan in andere sectoren (12,3%), maar ten
opzichte van het jaar daarvoor (18,3%) was er sprake van een scherpe
daling.
In de enquête die het ROA in opdracht van hogescholen uitvoerde, komt
ook aan de orde hoe de voormalige studenten terugkijken op hun
opleiding, nu zij aan de slag zijn gegaan op de arbeidsmarkt. De
overgrote meerderheid (87%) is tevreden over de verhouding
theorie-praktijk. 9% vindt het te theoretisch en 4% vindt de opleiding
te praktijkgericht. Van alle studenten die erin slaagden de opleiding
met succes af te ronden is 80% achteraf tevreden over de
moeilijkheidsgraad van de opleiding. 20% vindt het te gemakkelijk. 24%
van de afgestudeerden vindt dat de opleiding onvoldoende diepgang
heeft.
De HBO Monitor 2006 vergelijkt de Nederlandse afgestudeerden van het
hbo op een aantal aspecten met Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland en
Vlaanderen. De gemiddelde Nederlandse student lijkt minder gedreven
dan zijn buitenlandse collega. Hij maakt het minste studie-uren per
week, verricht het minste extra werk om tentamens te halen en doet het
minst zijn best om de hoogst mogelijke cijfers te halen. Ook vinden
minder Nederlandse studenten hun opleiding veeleisend dan in de
omringende landen het geval is
HBO-Raad