Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Toespraak minister bij opening academisch jaar

3 september 2007

Dames en heren,

Uw uitnodiging voor de opening van het academisch jaar bracht me bijna op het verkeerde spoor. Door het zwierend paartje op de enveloppe dacht ik in eerste instantie dat ik werd uitgenodigd voor deelname aan Dancing with the Stars.

Niets is minder waar. Het politieonderwijs begint aan een nieuw jaar, en u stelt de passie en de tango centraal. De tango staat erom bekend dat het een dans is van afstoten en aantrekken. Ik weet niet of het thema ook is gekozen met het oog op het bijzondere karakter van deze bijeenkomst: we trekken immers iemand aan, en we stoten - bij wijze van spreken dan - iemand af. We nemen vandaag afscheid van mevrouw Stam en verwelkomen de heer Van Baal.

Het thema van vandaag deed me denken aan een Boekenweekgeschenk van een paar jaar geleden. Ik heb het over het boek Spitzen van Thomas Rosenboom, dat vooral draait om de tango en het slagveld van de dansvloer. Er staat een intrigerende zin in. En die luidt als volgt: `Het gaat niet om de passen, het gaat om de dans'.

Ik vind deze zin toepasselijk bij de opening van dit nieuwe onderwijsjaar. Waarom? Omdat het uiteindelijk bij ons, bij de politie, ook draait om de uitvoering die we met z'n allen leveren. Met z'n allen betekent in dit geval: de 26 korpsen en de politieacademie. Het algemene belang dat we nastreven is hoger dan het belang van het individuele korps. De veiligheid van Nederland is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De academie zorgt voor opgeleid personeel, de korpsen zorgen voor voldoende studenten. Dat is in de basis waar het om gaat.

Welke ontwikkelingen spelen daarbij? Wat komt er op ons af en hoe moeten we daarmee omgaan? Goed om aan het begin van dit jaar stil te staan bij een aantal cruciale punten.

Allereerst de sterkte van de politie. Wie het over de sterkte van de politie heeft, pakt al gauw het telraam erbij. Het gaat al gauw over aantallen fte's en niet over het effect dat we willen bereiken.

Het is tijd voor een andere koers. Door de sterkteafspraken met de Tweede Kamer is het de afgelopen jaren te weinig gegaan over welk personeel nodig is voor het behalen van goede prestaties. Wat voor mensen hebben we nodig? Voor welke prestaties? Wat betekent dit voor de in- en uitstroom en voor de doorstroom van personeel? En wat betekent dit voor de vraag naar opleidingen bij de Politieacademie Politieacademie (extern) ?

Sturen op aantallen alleen is niet meer afdoende. Dit is belangrijk om vast te stellen aangezien we binnen de politie de komende tijd voor een grote opdracht staan op het gebied van personeelsvoorziening.

Ik kom daarmee op het tweede punt. De gevolgen van de vergrijzing. In de periode tot 2020 vertrekken 15 tot 20 duizend medewerkers, en dit op een totaal van zo'n 53 duizend fte. We staan met andere woorden voor een groot vervangingsvraagstuk. Tel daarbij een aantrekkende arbeidsmarkt op, waardoor er veel concurrentie is van andere organisaties, dan is er maar één conclusie juist: het is een forse opdracht.

Dat is niet alleen negatief en niet alleen lastig. Het vervangingsvraagstuk biedt ook mogelijkheden. Bijvoorbeeld om de instroom van nieuw personeel beter af te stemmen op de politietaak. Of om de doorstroom van zittend personeel te verbeteren. Of om de samenstelling van de organisatie diverser te maken.

Dat kan niet ieder korps voor zichzelf oplossen. Dat kan de academie alleen ook niet oplossen. De enige manier om hier goed mee om te gaan is de handen in elkaar te slaan.

Goed voorbeeld daarvan is de Taskforce Personeelsvoorziening Politie. Hierbij hebben de Raad van Hoofdcommissarissen, de Politieacademie en het ministerie van BZK gezamenlijk gekeken naar de personeelsvraagstukken. De Taskforce zet een aantal vraagstukken op de agenda. Een paar voorbeelden:
- De uitstroom van hoger opgeleide en allochtone medewerkers. Die uitstroom ligt hoger dan de gemiddelde uitstroom. Dat is zorgelijk omdat beide groepen belangrijk zijn maar helaas ook moeilijk te werven. De vraag is dus op welke manier we ze het beste kunnen behouden?

- De uitval tijdens de opleiding. Die is nog steeds aanzienlijk, namelijk: 12 tot 16%. Aangezien de percentages tussen korpsen fors verschillen, valt er hier veel te leren van elkaar.

De Taskforce concludeert ook dat we de sterkteafspraken voor 2010 halen. Dat is mooi maar daarmee zijn we er niet. Ik doel op de kabinetsbesluiten: naast bezuinigingen zijn er investeringen in extra wijkagenten, in forensisch personeel en cybercrime.

Wat ik vervolgens van u verwacht is dat u de middelen goed inzet. U, ik bedoel de korpsen en de Politieacademie, bent nu aan zet om deze versterkingen in 2011 te bereiken. De Politieacademie zorgt voor extra opleidingsplaatsen, de korpsen vullen deze plaatsen met de juiste mensen. Dat klinkt eenvoudig. Maar het lukt alleen als u elkaar opzoekt en tot een gezamenlijke regie komt.

Het derde punt dat ik wil aanstippen is diversiteit. Waarom is het zo belangrijk, juist voor de politie?

Juist de politie moet een afspiegeling zijn van de samenleving. De politie handhaaft de regels, treedt corrigerend op, bemiddelt. Juist dan is acceptatie en vertrouwen cruciaal. Het is de basis van ons handelen. Met andere woorden: een uitsluitend witte en mannelijke politie in een gekleurde man-vrouw samenleving werkt contraproductief. Sterker: die scheve verhouding kan zich op den duur tegen de politie keren.

Bovendien: diversiteit maakt de politie sterker. We hebben de kwaliteit van deze groepen gewoon nodig. Goede mensen zijn welkom bij de politie. Ongeacht hun afkomst, geslacht, geloof of seksuele voorkeur.

De cijfers van de opleiding zijn wisselend. Positief is dat er vorig jaar meer vrouwen instroomden op bachelor-niveau (HBO-niveau) dan mannen: 51% tegen 49%. Maar die beweging is niet overal te zien. Op het niveau 3 en 4 (niveau van `gevorderde' agenten) nam het aandeel vrouwen juist weer procentueel af. Bij de allochtone studenten zie je het beeld van hoe hoger het niveau, hoe lager het aandeel. Dit betekent dat er blijvende inzet nodig is. Ik weet, de korpsen doen al heel veel, maar een extra duw is nodig.

Zo blijkt uit onderzoek dat er vanaf 2010 knelpunten ontstaan bij de invulling van topfuncties. Om dat op te lossen hebben we ook goede mensen van buiten de politie nodig. Daarvoor gaan de korpsen en BZK nu een pool opzetten met mensen die gedurende twee jaar werken en leren bij de politie.

Daarnaast gaan we de ontwikkeling van talent binnen de politie stimuleren. Er komt een programma voor veelbelovende politiemensen in de schalen 9 tot 12. Voor de topfuncties waarbij een Kroonbenoeming nodig is, zal ik zelf nauwgezet toezien op voldoende diversiteit.

Bij al deze ontwikkelingen hebben de academie en de korpsen elkaar nodig. De politieacademie is van en voor de korpsen. Tegen de korpsen zeg ik dan ook: maak goed gebruik van de academie. Zorg voor voldoende studenten. Het is lastig als je ze moet missen, maar investeren in personeel is hard nodig.

Tegen de academie zeg ik: u heeft drie kerntaken: onderwijs, onderwijs en onderwijs. Onderzoek en het opzetten van een kennisfunctie is interessant en ook belangrijk, maar blijf de basistaak prioriteit geven. Het politieveld heeft u hard nodig, net zoals u de korpsen nodig heeft.

Afsluitend zeg ik: jazeker, het gaat ook om de individuele passen, maar meer nog om de uiteindelijke dans..

Tot slot sta ik stil bij het afscheid van mevrouw Stam. U neemt vandaag afscheid als voorzitter van het College van Bestuur. U heeft een zeer dynamische periode in het politieonderwijs achter de rug. Het politieonderwijs is onder uw leiding de afgelopen jaren vernieuwd. Er was weinig wat niet veranderde. Meer competentiegericht onderwijs, meer differentiatie, een betere combinatie van werken en leren. Het nieuwe leren is ingevoerd nog voordat de term elders besmet raakte. We hebben veel te danken aan uw enthousiasme en passie waarmee u veel zaken in gang heeft gezet. Heel veel dank voor uw inzet.

Dan richt ik mij tot uw opvolger, de heer Van Baal.

Aan u de taak om deze gepassioneerdheid voort te zetten. Het moet geruststellend zijn te weten dat u een goed fundament aantreft. Toch zijn er nog voldoende strategische vraagstukken - ik heb er zojuist enkele genoemd - waar u zich in vast kunt bijten. Ik verwacht dat u de brug tussen korpsen en academie goed bewaakt, en met het oog daarop vind ik het positief dat u een vaste positie heeft in de Raad van Hoofdcommissarissen. Ik wens u veel succes.


---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties