Ministerie van Defensie

KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN

31-08-2007
Beantwoording vragen over het verzamelen van inlichtingen in het Caribische gebied
Vraagsteller: Van Velzen (SP)

In de bijlage bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de leden Van Velzen en Poppe over het verzamelen van inlichtingen in het Caribische gebied (ingezonden 9 augustus 2007, kenmerk 2060722890).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Vragen van de leden Van Velzen en Poppe (beiden SP) aan de minister van Defensie over het verzamelen van inlichtingen in het Caribische gebied (ingezonden 9 augustus 2007, kenmerk 2060722890).

1. Herinnert u zich uw ontkennende antwoord op de vraag of het waar is dat een onderzeeër van de Nederlandse marine in de Caribische Zee operationeel is of is geweest teneinde inlichtingen te verzamelen in Colombia en eventueel andere landen in Zuid-Amerika en het Caribische Gebied? 1)

Ja.

2. Hebt u kennis genomen van de uitspraken van vice-admiraal Kelder dat de Nederlandse marine voor de kust van Colombia intelligence verzamelt en die ruilt met de VS? 2) Deelt u onze mening dat de opmerkingen van Kelder in tegenspraak zijn met uw antwoorden op de Kamervragen? Zijn deze uitspraken waar? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waarom antwoordde u dit dan ontkennend op hiervoor genoemde Kamervragen en bent u bereid vragen 2, 3, 4 en 10 1) alsnog te beantwoorden?

Ik heb kennis genomen van de uitspraken van Vice-Admiraal Kelder, waaronder de hypothese: âAls wij in het oosten van de Middellandse Zee of voor de kust van Colombia intelligence verzamelen, ruilen we die met de Amerikanen voor inlichtingen over misschien wel Afghanistanâ.

Ik ben niet van mening dat deze uitspraak in tegenspraak is met mijn antwoorden op de kamervragen die u heeft gesteld over het verzamelen van inlichtingen in het Caribische gebied.

3. Met welke middelen (bijvoorbeeld schepen, vliegtuigen vanaf bases) worden deze inlichtingen verzameld? Gaat het hierbij om inlichtingen in het kader van drugsbestrijding en/of terrorismebestrijding? Zo neen, in welk kader dan wel?

Zie het antwoord op vraag 1.

Bronnen:
1) Aanhangsel handelingen, nr.2193, vergaderjaar 2006-2007 2) NRC Handelsblad, 7 augustus 2007 âTomahawks had ik graag gehadâ