Scholen en bedrijven vinden elkaar in 'LEERWERKLANDSCHAPPEN'

04/09/2007 13:00



VROM-raad



Raden zien nieuwe kansen voor intensieve samenwerking
SCHOLEN EN BEDRIJVEN VINDEN ELKAAR IN 'LEERWERKLANDSCHAPPEN'

Den Haag, 4 september 2007 - Het is goed dat in steeds meer (stedelijke) gebieden onderwijs- en bedrijfsgebouwen in samenhang met elkaar worden ontwikkeld. Deze 'leerwerklandschappen' maken een intensieve samenwerking tussen scholen en bedrijven mogelijk. Dat is goed voor de kwaliteit van het onderwijs, voor de innovatiekracht van bedrijven en voor een efficiënt ruimtegebruik. Wel moeten de ontwikkelaars de 'menselijke maat' en de onderwijsdoelen goed in het oog houden. Van het Rijk mag een betrokken en stimulerende houding worden verwacht. Dat stellen de Onderwijsraad en de VROM-raad vandaag in hun advies aan de ministers Plasterk (OCW), Cramer en Vogelaar (VROM).

Leerwerklandschappen zijn gebieden waar leren, werken en andere functies met elkaar worden gecombineerd en waar scholen en bedrijven nauw met elkaar samenwerken. Leerlingen van het middelbaar beroepsonderwijs lopen bijvoorbeeld stage bij de autogarage aan de overkant of doen werkervaring op in de beveiliging van het bedrijventerrein. Studenten in het hoger beroepsonderwijs helpen mee met het ontwikkelen van nieuwe concepten op het gebied van bijvoorbeeld bouwkunde of energiebeheer. Voor scholen biedt de nieuwbouw kansen voor onderwijsverbetering: praktijkleren, kennistoepassing en de opzet van doorgaande leerlijnen. Bedrijven praten mee over curricula en kunnen profiteren van de nabijheid van studenten en bijscholingsmogelijkheden. Op sommige plekken is ook ruimte voor woningen of andere voorzieningen. Gemeenten blazen via de leerwerklandschappen oude industrieterreinen nieuw leven in (zoals bijvoorbeeld gebeurt in het Rotterdamse havengebied) en geven een impuls aan de economie en de vitaliteit van de stad. De raden stellen dan ook dat het gaat om inspirerende en aantrekkelijke omgevingen om in te leren en te werken.

Lokale partijen: laat 'samenwerking' het belangrijkste kenmerk zijn. In hun advies Leerwerklandschappen. Inspiratie voor leren en werken in een wervende omgeving pleiten de raden er voor om het concept leerwerklandschap alle kansen te geven. Wel dient rekening gehouden te worden met de menselijke maat - omdat het veelal grootschalige ontwikkelingen betreft - en moeten de gevolgen voor het onderwijs in de rest van de stad in beeld gebracht worden. Met name lokale partijen (gemeenten, Colleges van Bestuur van onderwijsinstellingen en bedrijven) moeten de kansen en bedreigingen nadrukkelijk meenemen in de afweging en ontwikkeling van leerwerklandschappen. In deze afweging is ruimtelijke nabijheid een factor die samenwerking en uitwisseling tussen scholen en bedrijven kan vergemakkelijken, maar het is zeker niet de enige. Verhoging van de onderwijskwaliteit en verbetering van de samenwerking met bedrijven moeten belangrijke doelen zijn voor de deelnemende onderwijspartijen. Ook moeten zij nagaan hoe zij te veel vrijblijvendheid in de samenwerking met bedrijven kunnen voorkomen. Bij voorkeur sluiten scholen kenniscontracten af met bedrijven waarin zij leerdoelen vastleggen die zij vervolgens monitoren. Voorkomen moet worden dat de concentratie van gebouwen - in plaats van de samenwerking tussen partijen - het belangrijkste kenmerk is van leerwerklandschappen.

Geef het gebied een duidelijk profiel.
De thematisering van een leerwerklandschap maakt het nog aantrekkelijker voor bedrijven om zich er te vestigen. Het gebied kan bijvoorbeeld een zorgprofiel, een techniekprofiel of een economisch profiel krijgen. De opleidingen en het type werkgelegenheid zijn op elkaar afgestemd. Het karakter van bestaande gebouwen (bijvoorbeeld industrieel erfgoed) kan hierbij sturend zijn. Gemeenten moeten een leerwerklandschap vormgeven vanuit een langetermijnvisie op het gebied, de stad en de regio.

Rijk: wees betrokken en alert.
De trend van leerwerklandschappen is een ontwikkeling 'van onderop' die niet geïnitieerd wordt door rijksbeleid, maar door lokale partijen. Toch raakt de ontwikkeling aan thema's waar het kabinet zich voor inzet, zoals het bevorderen van ondernemerschap in het onderwijs of het bestrijden van schooluitval. Vanuit deze samenhang menen de raden dat de ontwikkeling van leerwerklandschappen van de rijksoverheid aandacht én een vinger aan de pols vraagt, zowel vanuit onderwijskundige als ruimtelijke optiek. De ministers van VROM en OCW kunnen lokale initiatieven helpen door mee te denken over het leerwerklandschap concept, ervaringen uit te wisselen via websites en door ontwikkelsubsidies te verstrekken.





http://www.vromraad.nl