PvdA Evert Vermeer Stichting


04 SEPTEMBER 2007
Het verhaal van de Europese tomaten in Ghana

Europese boeren hebben een afzetmarkt voor hun tomaten gevonden in Ghana. Omdat deze tomaten efficiënter worden geproduceerd dan de Ghanese, zijn Europese tomaten goedkoper en verliezen de lokaal geproduceerde tomaten de concurrentieslag. Ghanese tomaten liggen weg te rotten op de markt, met alle gevolgen voor de tomatenproducenten van dien.

Hetzelfde gebeurt met de pluimveehouders in Ghana. Nederlandse pluimveehouders exporteren kippenvlees - koppen, poten en vleugels, want de dure filets blijven in Europa - naar Ghana en zijn goedkoper dan de lokale producenten. Deze bedrijven gaan ten onder. Slechte zaak, tegenstrijdig met ontwikkelingsdoelstellingen bovendien, op het eerste gezicht.

Als je de zaak van dichterbij bekijkt, verandert het plaatje echter. Europese boeren mogen, zolang er geen exportsubsidies mee gemoeid zijn, exporteren naar Ghana. Zij doen daarmee op zichzelf niets verwijtbaars. Ghana zou, om deze tomaten van haar markt te weren, de tariefmuren kunnen optrekken om zo het prijsverschil tussen Europese en lokaal geproduceerde tomaten op te heffen.

Binnen de context van de WTO is dit toegestaan. De Europese Unie heeft zich er binnen de WTO in 2004 met succes sterk voor gemaakt dat voor bepaalde delen van de lokale voedselproductie, zoals tomaten en rijst, importheffingen tot maximaal 75% mogen worden opgelegd, om die essentiële delen van de eigen productie en de eigen industrie te beschermen.

Echter, Ghana heeft ook met het IMF en de Wereldbank te maken. Ghana ontvangt steun van deze internationale financiële instellingen. In ruil daarvoor moet Ghana zijn markt openstellen voor internationale handel. En wat in de WTO-context is afgesproken, mag in de ultraliberale globaliseringsvisie van IMF en Wereldbank absoluut niet. Tariefmuren mogen in die visie, in het geval van landbouwproducten als tomaten, slechts maximaal 25% bedragen. Die muur is te laag om de Europese tomaat tegen te kunnen houden. IMF en Wereldbank dreigen met sancties als Ghana hogere heffingen zou instellen. Ghana heeft er vervolgens, volledig vrijwillig voor gekozen de tariefmuren niet te verhogen, waarmee het dus feitelijk gedwongen was ervoor te kiezen haar eigen tomatensector om zeep te helpen.

Incoherentie?
Het heeft gezien deze reeks van gebeurtenissen niet erg veel zin de Europese Unie de zwarte piet toe te spelen. Sterker nog, binnen de WTO-context heeft de EU duidelijk met de belangen van ontwikkelingslanden in het achterhoofd ingezet op een gunstige regeling voor bijvoorbeeld tomaten. Op zich kan Europese boeren ook niet verweten worden dat ze nieuwe afzetmarkten identificeren en daar hun producten naar toe exporteren, zolang dit niet met exportsubsidies gepaard gaat. Echter, het gevolg van al dit correcte gedrag is dat een land als Ghana wordt klem gezet tussen een machtige financiële instelling en het belangrijkste handelsblok ter wereld. Europese boeren springen in het zo ontstane gat. Je kunt je afvragen of dat rechtvaardig is.

Else Boonstra
EVS medewerker Brussel