Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Pfizer dagvaardt Staat Der Nederlanden

Pfizer betwist door Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) gestelde bewijseisen voor opname anti-rookmiddel varenicline (Champix(TM)) in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) op basis van onjuiste toepassing beleidscriteria

Capelle a/d IJssel, 10 september 2007 - De innovatieve geneesmidddelenproducent Pfizer spant een kort geding aan tegen de Nederlandse Staat. Pfizer is van mening dat de Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) bij de beoordeling voor opname van het anti-rook middel Champix(TM) in het pakket voor de basisverzekering, het GVS, andere dan haar eigen vaste beleidscriteria heeft aangelegd.

Pfizer heeft op 26 september 2006 van de Europese Commissie toestemming gekregen Champix, een nieuw geneesmiddel speciaal ontwikkeld voor stoppen met roken door volwassenen, op de markt te brengen. Inmiddels wordt Champix onder andere in Groot-Brittannië en Zweden vergoed.

Om in Nederland in aanmerking te komen voor opname in het pakket moet een nieuw geneesmiddel worden vergeleken met een andere behandeling. Volgens de regels is dat de standaardbehandeling, oftewel de behandeling van eerste keuze.

Pfizer heeft in het aanvraagdossier een vergelijking gemaakt met de standaardbehandeling, namelijk nicotine vervangende middelen (nicotinepleisters). Bovendien is een vergelijking gemaakt met het enige andere middel dat een handelsvergunning van de overheid heeft voor stoppen met roken, bupropion (Zyban(TM)). In de concept rapportage van de CFH wordt echter aangegeven dat deze gegevens onvoldoende zijn voor het vaststellen van de therapeutische waarde van Champix. De CFH eist een vergelijking met nortriptyline. Dit middel wordt in de richtlijnen voor artsen genoemd als mogelijk behandelalternatief.

Nortriptyline is echter een antidepressivum en heeft geen handelsvergunning voor de indicatie stoppen met roken. De veiligheid en werkzaamheid is voor nortryptiline bij de toepassing stoppen met roken dus niet vastgesteld door de Nederlandse overheid. Nortriptyline wordt op zeer geringe schaal 'off-label' toegepast voor stoppen met roken. Volgens de richtlijnen van de Nederlandse artsenorganisaties dient 'off-label' voorschrijven beperkt te worden tot die gevallen dat er voor de patiënt geen alternatief beschikbaar is. In dit geval zijn nicotinevervangende middelen en bupropion al beschikbaar voor ondersteuning bij stoppen met roken.

De CFH eist toch een vergelijking met nortriptyline. Hierdoor ontstaat de voor Pfizer om procedurele en principiële redenen ongewenste situatie dat Champix en nortriptyline met elkaar moeten worden vergeleken. Tevens loopt het proces hierdoor forse vertraging op.

Rob van Aperen, directeur Pfizer Nederland, betreurt het dat Pfizer de ongewone, maar noodzakelijke stap om de gang naar de rechter te maken, heeft moeten nemen. 'Roken is een groot gezondheidsprobleem en meer dan de helft van de Nederlandse huisartsen beschouwt roken als een chronische ziekte. Ook Minister Klink heeft onlangs aangegeven dat stoppen met roken hoog op de agenda dient te staan. Het is, ten bate van de volksgezondheid, van belang dat iedere Nederlander die wil stoppen met roken ook de mogelijkheid geboden krijgt dit met de best mogelijke middelen,vergoed in de basisverzekering, te kunnen doen.'


- E I N D E B E R I C H T -



Ingezonden persbericht