Minister Ter Horst opent eerste centrum tegen georganiseerde criminaliteit

Minister Ter Horst heeft vandaag in Limburg het eerste expertise- en informatiecentrum geopend om gemeenten en opsporingsdiensten te ondersteunen in hun aanpak van de georganiseerde criminaliteit. In het centrum werken de gemeenten in de regio samen met het Openbaar Ministerie, de politie, de Belastingdienst, de FIOD-ECD en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Deze samenwerking maakt het mogelijk de georganiseerde criminaliteit niet alleen strafrechtelijk te bestrijden, maar ook met fiscale en bestuurlijke instrumenten.

Er komen in Nederland zes van zulke regionale centra waarin de gemeenten en de betrokken diensten samenwerken. In totaal trekt het kabinet de komende jaren ruim 4,5 miljoen euro voor de centra uit. De zes centra vormen een landelijk netwerk, zodat er ook op nationaal niveau kennis wordt verzameld en uitgewisseld over de georganiseerde criminaliteit.

Door georganiseerde criminaliteit niet alleen strafrechtelijk te bestrijden, maar ook fiscaal en bestuurlijk, wordt geprobeerd te voorkomen dat de overheid ongewild criminelen van dienst is (bijvoorbeeld door opdrachten te gunnen, subsidies of vergunningen te verlenen) en er een vermenging van de onderwereld met de bovenwereld optreedt.

De aanpak van de centra zal zich vooral richten op vastgoed (woningen en bedrijfspanden) in mogelijk malafide branches, omdat veel crimineel vermogen gewit wordt via vastgoed. Naar schatting gaat hier een kleine 20 miljard euro per jaar in om. Daarnaast leggen de centra ook andere activiteiten en bedrijven in bepaalde branches onder de loep. De centra maken gebruik van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB), en ondersteunen de gemeenten bij de toepassing van die wet. Maar naar schatting is slechts zo'n 20 procent van de georganiseerde criminaliteit via deze wet te bestrijden, doordat de BIBOB-wetgeving alleen op bepaalde branches en activiteiten van toepassing is (bij horeca-, bouw-, afval- en transportvergunningen, in de transportbranche, bij woningbouwcorporaties, coffeeshops, bordelen, speelautomatenhallen en smart- en growshops). Naast het toepassen van de BIBOB-wetgeving zullen de centra daarom een vergelijkbare werkwijze toepassen in andere branches en bij andere bedrijfsactiviteiten. Het gaat steeds om het uitwisselen van informatie tussen de verschillende overheden en overheidsdiensten, waardoor vervolgens de juiste aanpak kan worden gekozen. Soms is dat strafrechtelijk, soms fiscaal (via aanslagen, naheffingen en boetes), soms bestuurlijk (door het niet verlenen van vergunningen of door als overheid vastgoed uit de criminele markt te halen). De centra zullen samenwerking zoeken met private partijen, zoals woningbouwcorporaties, makelaars, projectontwikkelaars, notarissen, advocaten, accountants en fiscaal juristen. In het Limburgse centrum wordt ook bekeken hoe de georganiseerde criminaliteit internationaal kan worden bestreden, aangezien criminele activiteiten zich gemakkelijk kunnen uitstrekken tot Duitsland en België.

Recente voorbeelden

- Het openbaar ministerie zag een dadergroep die landelijk actief was binnen de branche van internet- en belwinkels. De politie constateerde handel in gestolen gsm's, de FIOD-ECD zag geknoei met belabonnementen, de Belastingdienst vermoedde gefingeerde omzetten en de SIOD constateerde illegale tewerkstellingen en valse werkgeversverklaringen.
- Het openbaar ministerie, de politie, FIOD-ECD, SIOD, Arbeidsinspectie, Belastingdienst, provincie en gemeentelijke diensten voerden gezamenlijk een controle uit op een bedrijventerrein. Er bleek sprake te zijn van diefstal en heling van auto's en auto-onderdelen, exploitatie van autosloopbedrijven zonder milieuvergunning, tewerkstelling van illegalen en illegale huisvesting van buitenlandse (illegale) werknemers.

Noot voor redacties (