Ingezonden persbericht


Uitzendbranche koploper in HRM

17 sep. 2007

Onderzoeksbureau EIM heeft 2.500 ondernemers in het MKB gevraagd naar hun HRM beleid. In totaal zijn er 58 sectoren vergeleken op elf onderdelen van HRM-beleid. Dit leverde de uitzendbranche een koppositie op. Daarna volgen sectoren met veel hoger geschoolden. Tot de top vijf behoren na de uitzendbranche, het speur- en ontwikkelingwerk, juridische diensten, media en entertainment en de branche van computerservices en IT. De scores zakken naar mate de bedrijven kleinschaliger zijn en meer laaggeschoolden in dienst hebben zoals de bouw en de agrarische sector.

Elf aspecten van HRM-beleid onderzocht
De door EIM onderzochte aspecten van HRM-beleid in het MKB vallen uiteen in twee groepen. Vijf aspecten vallen onder reguliere HRM-beleid. Dit zijn de functiebeschrijvingen, doelstellingen per medewerker, functioneringsgesprekken, ontwikkelingsplannen voor medewerkers en periodiek werkoverleg. De overige zes aspecten zijn speciale maatregelen en voorzieningen: flexibele werktijden, thuis kunnen werken, een aandelenplan, een winst- of bonusregeling, een individueel opleidingsbudget en keuzesysteem voor secundaire arbeidsvoorwaarden.

Speciale HRM-regelingen worden ingezet naar aard van het werk De sectoren die hoog scoren op de onderzochte HRM-aspecten scoren met name hoog op 'speciale' regelingen, zoals flexibele werktijden, thuis kunnen werken, winstdeling en bonussen, en individuele opleidingsplannen. Deze sectoren hebben veel hoog opgeleide medewerkers in dienst. De aard van het werk speelt overigens nadrukkelijk een rol: bars en restaurants, taxibedrijven en markthandel kennen bijvoorbeeld het vaakst flexibele werktijden, maar in de bouw en de metaal- en elektrotechnische industrie wordt dit nauwelijks toegepast. Voor thuiswerk geldt hetzelfde: veel ICT-ers, consultants en werknemers van reclamebureaus werken ook thuis terwijl dit in de horeca en detailhandel eigenlijk niet voorkomt.

Winst- en bonusregelingen in één op de drie MKB-bedrijven Winstdelings- en bonusregelingen blijken op vrij grote schaal voor te komen: bij één op de drie MKB-bedrijven. De sectoren met hooggeschoolde zakelijke dienstverleners zitten hierbij weer in de kopgroep, maar dat geldt ook nadrukkelijk voor de groothandel in investerings- en in intermediaire goederen. Winst- en bonusregelingen komen vaker voor bij bedrijven die hun werknemers flexibele werktijden bieden en de mogelijkheid om thuis te werken. In de detailhandel, horeca, bouw- en agrarische sectoren zijn winstdelings- en bonusregelingen het minst gebruikelijk.

HRM-functionarissen vooral aanwezig bij het middenbedrijf Wat betreft de aanwezigheid van een of meer gespecialiseerde HRM-functionarissen is er één duidelijke koploper, namelijk de uitzendbranche. Bij driekwart van de uitzendbureaus zijn dergelijke medewerkers aanwezig. Voor het overige zijn gespecialiseerde HRM-medewerkers te vinden in middelgrote bedrijven. HRM-functionarissen zijn het minst aanwezig in branches en sectoren waar het merendeel van de bedrijven klein is, en waar betrekkelijk weinig hoger geschoolden werken: de bouw, de agrarische sector en de markthandel, maar ook delen van de 'lichte industrie'.

Voor inlichtingen: 079 343 06 04

HRM-beleid in het Nederlandse MKB Download de publicatie als PDF http://www.ondernemerschap.nl/sys/cftags/assetnow/design/widgets/site/ctm_getFile.cfm?file=M200708.pdf&perId=466

Pagina's: 11 | 17 sep. 2007 | Bestelnummer: M200708 | Prijs gedrukte versie: nvt Auteurs: drs. R.M. Braaksma

Beschrijving:
EIM heeft bijna 2.500 ondernemers in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf gevraagd naar hun HRM-beleid. Hebben zij gespecialiseerde HRM-functionarissen in dienst? En hebben zij in het kader van hun HRM-beleid een aantal zaken geregeld? Deze zaken betreffen: flexibele werktijden, thuis kunnen werken, een keuzesysteem voor secundaire arbeidsvoorwaarden, winstdelings- of bonusregeling, aandelenplan, functiebeschrijvingen, persoonlijke doelstellingen per medewerker, periodieke functionerings- c.q. beoordelingsgesprekken, ontwikkelingsplannen voor medewerkers, trainings- en opleidingsbudget per medewerker, en periodiek werkoverleg.