Internationale Vierdaagse Nijmegen


Persbericht 2007.31
Nijmegen, 14 september 2007.

Resultaten onderzoek inspanningsfysiologie Vierdaagse bekend Tot 27.3ºC geen sprake van oververhitting wandelaars

Het lopen van een Vierdaagse, bij temperaturen variërend van 11ºC (in de ochtend) tot maximaal 27.3ºC (in de middag) leidt niet tot oververhitting van de loper. De hoeveelheid vocht die genuttigd dient te worden tijdens het lopen van de Vierdaagse is sterk individueel bepaald. Dat zijn op dit moment de belangrijkste resultaten van een onderzoek dat wetenschappers van Universitair Medisch Centrum St Radboud onder leiding van hoogleraar inspanningsfysiologie prof.dr. Maria Hopman tijdens het wandelevenement in de maand juli hebben gehouden.

Databank
Aan het onderzoek hebben 65 wandelaars deelgenomen, iets meer mannen dan vrouwen, met een gelijke verdeling over de 3 afstanden en een gemiddelde leeftijd van 54 jaar. Doel van het onderzoek was de fysieke belasting en gezondheidsrisicos van lopers tijdens de Nijmeegse Vierdaagse te meten. De meetgegevens worden in een databank opgeslagen en kunnen, aangevuld met onderzoekgegevens in volgende Verdaagsen, de organisatie behulpzaam zijn bij het nemen van maatregelen bij bijzondere weersomstandigheden tijdens het wandelevenement.

Vierdaagsepil
De lichaamstemperatuur, gemeten gedurende de hele wandeldag met de ingeslikte sensor-pil die al snel de Vierdaagsepil werd genoemd, blijkt op alle wandeldagen direct na het starten te stijgen. Echter, de lichaamstemperatuur van de deelnemers blijft tijdens alle wandeldagen onder de 39ºC. 40% van de lopers bereikt een lichaamstemperatuur tussen de 38 en 38,5ºC en 5-10 % van de wandelaars loopt met een lichaamstemperatuur tussen de 38,5 en 39 ºC. De stijging in de lichaamstemperatuur tijdens het lopen van de Vierdaags is onafhankelijk van de afstand die gelopen wordt, onafhankelijk van het geslacht, de leeftijd en de getraindheid en bij geen enkele loper ontstaat een gevaarlijk of zorgelijk hoge lichaamstemperatuur, zo rapporteert prof. Hopman naar aanleiding van een analyse van de onderzoekgegevens.

Niet aankomen
De vochtinname verschilt sterk tussen de wandelaars, met een variatie van minder dan 1 liter tot meer dan 7 liter tijdens een wandeling die tussen de 8 en de 12 uur duurde. Gemiddeld wordt er tussen de 2,6 en 3,2 liter gedronken tijdens het wandelen. Buitengewoon opvallend hierbij is dat er lopers zijn die meer dan 7 liter drinken en niet aankomen in gewicht, terwijl andere lopers 2 liter drinken en ook geen veranderingen in gewicht laten zien. Met andere woorden, de hoeveelheid vocht die genuttigd dient te worden tijdens het lopen is sterk individueel bepaald.

Norm gezond bewegen
Het onderzoek bracht verder aan het licht dat Vierdaagselopers gemiddeld rond de 400 km trainen voor het lopen van de Vierdaagse. Wandelaars zijn ook buiten de Vierdaagse sportief actief, maar liefst 92% van de onderzochte lopers voldoet aan de norm gezond bewegen. Het onderzoek bracht voorts aan het licht dat een wandelaar tijdens een Vierdaagsedag zon 55.000 stappen (10 keer meer dan tijdens een normale dag) zet. Dat een meerderheid van de wandelaars de 2e wandeldag (de Dag van Wijchen en Beuningen) als zwaarste dag ervaren, is de bevestiging van een in het wandellegioen bekend feit.

Vervolgonderzoek
De onderzoekgegevens worden nog nader en meer specifiek geanalyseerd door prof. Hopman en haar team. Pas over enkele maanden zal het definitieve onderzoeksrapport verschijnen. In samensopraak met Stichting de 4daagse wordt momenteel bekeken of een vervolgonderzoek volgend jaar haalbaar is.
Voor de 91ste Vierdaagse in juli van dit jaar hadden zich 42.270 wandelaars ingeschreven, waarvan er 37.505 op dinsdagochtend 17 juli van start gingen. Uiteindelijk hebben 34.019 Vierdaagselopers de finish bereikt.