17-09-2007
Advies aan ANVR: vliegtax in strijd met internationaal recht
Op verzoek van de ANVR heeft het bekende belastingadviesbureau Loyens
Loeff een onderzoek gedaan naar de wettelijke mogelijkheden van de
door het kabinet voorgestelde ticketbelasting. In het advies aan de
ANVR komen prof. dr. R.N.G. van der Paardt en mr. S.R.M. Janssen,
beiden belastingadviseurs bij het adviesbureau, tot de conclusie dat
een ticketbelasting in strijd lijkt te zijn met het internationaal en
het Europees recht.
De plannen van het Kabinet om een belasting op vliegtickets in te
voeren, stuit op fel verzet binnen de reis- en luchtvaartsector. De
ANVR is een actie gestart op www.stopvakantiebelasting.nl. In slechts
enkele dagen tijd hebben al zo'n 25.000 mensen hun steunbetuiging
achtergelaten op deze website.
Eén van de argumenten tegen de ticketbelasting is dat dit in strijd
zou zijn met de internationale verdragen en regels die Nederland heeft
ondertekend. Om hier duidelijkheid over te krijgen, heeft de ANVR het
bekende belastingadviesbureau Loyens Loeff in Rotterdam opdracht
gegeven dit nader te onderzoeken.
In hun advies aan de ANVR komen prof. dr. R.N.G. Van der Paardt en mr.
S.R.M. Janssen, beiden belastingadviseurs bij dit adviesbureau, tot de
conclusie dat een ticketbelasting in strijd lijkt te zijn met diverse
(inter)nationale regels.
Zo is deze belasting, volgens de adviseurs, evident in strijd met het
ook door Nederland ondertekende Verdrag van Chicago uit 1944. In art.
15 van dit Verdrag is immers neergelegd dat geen tarieven, rechten of
andere kosten mogen worden opgelegd aan het vliegverkeer door een
verdragsluitende Staat. Eerder heeft de Belgische Raad van State een
soortgelijk voorstel in België in strijd met dit Verdrag verklaard.
Deze ticketbelasting wordt tevens in strijd geacht met artikel 49 van
het EG-verdrag, waarin het vrije verkeer van diensten is geregeld. Het
regeerakkoord maakt bij de tickettax expliciet een uitzondering voor
transferpassagiers. Prof. dr. Van der Paardt en mr. Janssen geven aan
dat dit discriminerend is ten opzichte van in Nederland opstappende
passagiers. Naar aanleiding van een vergelijkbare heffing op Malta is
de Europese Commissie in juni 2007 inmiddels een zgn. inbreukprocedure
gestart.
De ticketheffing wordt tevens in strijd geacht met 2 Europese
verordeningen uit 2004 die zijn gericht op het realiseren van een
Single European Sky. Deze verordeningen gaan verder in op de artikelen
van het Verdrag van Chicago. Aldus wordt bevestigd dat geen tarieven,
rechten of andere kosten mogen worden opgelegd voor het enkele recht
van vertrek uit het grondgebied van een land per vliegtuig.
Het is nog niet duidelijk of de ticketbelasting wordt opgenomen in de
Wet Belasting op Milieugrondslag. Indien dit het geval is, stellen de
adviseurs van Loyens Loeff dat de belasting niet evenredig is aan de
milieulast die de passagiers veroorzaken. De belasting mist aldus een
correcte grondslag.
Dit rapport bevestigt het vermoeden van de ANVR dat een mogelijke
ticketbelasting in strijd is met nationale en internationale regels.
De ANVR zal dit rapport beschikbaar stellen voor politieke partijen en
gaat er vanuit dat de overwegingen van de adviseurs terdege serieus
worden genomen bij de beraadslagingen over deze belasting in de Tweede
Kamer.
De ANVR zal ook de Nederlandse vertegenwoordigers in het Europese
Parlement op de hoogte stellen gezien de mogelijke strijdigheid van de
ticketbelasting met de Europese regels.
Bijlagen:
* Rapport Loyens Loeff »
Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen