ChristenUnie


Bijdrage spoeddebat varkenstransporten

Bijdrage spoeddebat varkenstransporten

woensdag 12 september 2007 12:53

De heer Cramer (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter. De beelden en de verhalen van de laatste tijd over de diertransporten zijn niet fraai. Terecht is daarover ophef. Het is dus goed dat wij hierover vanavond met de minister spreken. Wij moeten echter wel zuiver zijn in de discussie en moeten constateren dat het totaal aantal transporten zeer groot is. De heer Ormel heeft hieraan ook al gerefereerd. Door het grote aantal incidenten van de afgelopen tijd is het voor mijn fractie echter onduidelijk wat het zelfreinigende vermogen van de vervoerssector is. De eerste verantwoordelijkheid ligt op dit moment namelijk bij die sector. Ik onderken dat er veel goede dingen gebeuren, maar er zijn te veel signalen dat er zaken bij de transporten fout gaan. Mijn fractie kan daarom instemmen met de maatregelen die door minister Verburg zijn afgekondigd. Door het intrekken van de brancheprotocollen wordt iedereen weer gecontroleerd en kan er met een schone lei worden begonnen. Inderdaad leiden de goeden dan onder de kwaden, maar de fractie van de ChristenUnie is van mening dat de door de minister voorgestelde maatregel in het belang is van het dierenwelzijn, maar ook van het imago van de sector. Ook daaraan refereerde de heer Ormel. Die belangen zijn ontzettend groot, dus het is van belang dat wij snel orde op zake stellen.

Graag verneem ik van de minister wat de geldingsduur van deze maatregel zal zijn. Zijn er specifieke regels opgesteld om het protocol weer te kunnen verlenen?

De heer Ormel (CDA): De heer Cramer heeft gezegd dat hij de maatregel van de minister steunt. Ik heb gevraagd wat er gebeurt met de zogenaamde stalkeuringen. Ik doel op al die boeren langs de grensstreken die twintig kilometer verder over de grens hun biggen willen afmesten. Is de fractie van de ChristenUnie er een voorstander van dat al die dieren urenlang moeten wachten totdat er een dierenarts komt en dat al die boeren honderden euro's moeten betalen?

De heer Cramer (ChristenUnie): Een soortgelijke vraag had ik wel verwacht. Ik heb in het eerste deel van mijn betoog dan ook niet voor niets gezegd dat de goeden dan onder de kwaden lijden. De vraag is of het imago van de sector en het repareren daarvan niet belangrijker is dan de nadelen die de heer Ormel zojuist heeft geschetst. Op dit moment slaat voor mij de balans door naar de noodzaak van verbetering van het zelfreinigend vermogen van de sector, opdat wij de branche zo snel mogelijk weer recht in de ogen kunnen kijken met goede protocollen en zelfhandhaving in het vooruitzicht. Ik meen dat aan de door de minister verwoorde intenties een goed pakket ten grondslag ligt.

De heer Ormel (CDA): Ik ben blij dat de heer Cramer zegt dat voor hem "op dit moment" de balans doorslaat naar de noodzaak tot verbetering. Mag ik daaruit afleiden dat de kans bestaat dat hij naar aanleiding van het antwoord van de minister overweegt om zijn gedachten te laten gaan over praktische bezwaren, het enige tijd uitstellen van deze maatregel of het meer gericht laten gelden daarvan voor de groep die daadwerkelijk dient te worden aangepakt?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik meen dat de heer Ormel onze fractie kent als heel constructief. De fractie van de ChristenUnie zegt niet zomaar iets, maar zij is bereid om haar gedachten te laten gaan om tot oplossingen te komen. Ik laat mij graag door de minister overtuigen, maar het lijkt mij ook goed dat zij een verdedigend woordje kan spreken over de standpunten van de fractie van de ChristenUnie. Op dit moment steun ik de minister in dat beeld. Dat lijkt mij een goede aanpak.

Mevrouw Van Velzen (SP): De heer Cramer heeft gevraagd wat de geldingsduur van deze maatregelen zou moeten zijn. Is hem bekend dat de een-op-eencontrole -- controleren aan de klep, op geschiktheid van het voertuig voor vertrek en op geschiktheid van de dieren voor transport -- is voorgeschreven in de Europese verordening? De heer Cramer verzoekt de minister toch niet om van de verordening af te wijken?

De heer Cramer (ChristenUnie): Het is mogelijk dat ik er volstrekt naast zit, maar naar mijn idee is die verantwoordelijkheid in de protocollen bij de vervoerders neergelegd. De minister heeft gezegd dat er op dit moment wat haar betreft zorgen zijn en dat zij een en ander daarom weer zelf ter hand gaat nemen. In de protocollen is echter ook beschreven op basis waarvan de organisaties die verantwoordelijkheid weer terug kunnen krijgen. Ik heb de minister gevraagd of zij van mening is dat dat is te realiseren. Dat houdt direct verband met de geldigheidsduur van de maatregel.

Mevrouw Van Velzen (SP): Heeft de heer Cramer ooit de illusie gehad dat de sector zelf een-op-eencontroles uitvoerde, terwijl zelfs de CDA-fractie erkent dat daarvoor niet eens voldoende dierenartsen beschikbaar zijn?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik meen dat wij ook het lef moeten hebben om te spreken van het geven van vertrouwen aan de sector. Er zijn incidenten en dat is niet goed te keuren: daarover spreken wij vanavond dan ook. Omdat wij niet kunnen leven met incidenten, steun ik de minister in haar opvatting dat het belangrijk is dat zij nu vanuit haar verantwoordelijkheid volledig en zeer intensief controleert. Daarna moeten wij de sector de kans geven om dat op basis van goede protocollen te doen. Op een gegeven moment moeten wij het aandurven om de verantwoordelijkheid daar te leggen waar zij behoort te liggen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor verkeerscontroles. Door middel van controles moeten wij een en ander scherp houden.

Mevrouw Van Velzen (SP): Vertrouwen geven? Deze sector heeft het vertrouwen gehad en dat heeft zij verloren. Wat de minister en mij betreft, heeft zij dat vertrouwen terecht verloren. Is de heer Cramer ervan doordrongen dat de Europese verordening die controle voorschrijft en dat de sector die nooit een-op-een heeft uitgevoerd?

De heer Cramer (ChristenUnie): Dat hoort mevrouw Van Velzen mij niet zeggen. Ik beschik niet over de informatie vanuit de sector dat hij dat niet een-op-een doet. Naar mijn idee werkte het protocol. Dat neemt niet weg dat er incidenten zijn, maar daaraan moeten wij gezamenlijk werken. Misschien is de opmerking van mevrouw Van Velzen voor de minister aanleiding om te zeggen dat het protocol op dat punt moet worden aangepast. Dat hoor ik graag van haar.

De vraag was hoe lang de maatregel geldt en hoe lang de controleteams die worden ingesteld blijven bestaan. De ChristenUnie stemt daarmee in, maar onze vraag is of dit voor een bepaalde of voor onbepaalde tijd geldt. Wat zijn precies risicovolle transporten? Wordt dat vastgesteld aan de hand van de vervoerder, de transporteur of het land van bestemming?

Denkt de minister actief mee met de sector over het ontwikkelen van goede kwaliteitsystemen of wacht zij de initiatieven af? Graag hoor ik een reactie van de minister op de kritiek vanuit de branche dat de branche niet de steun van het ministerie krijgt bij een succesvolle uitvoering van het kwaliteitsysteem, omdat de vergunningen niet kunnen worden ingetrokken. Kent de minister deze geluiden?

Het transport van dieren heeft een Europese dimensie. Voor de ChristenUnie staat voorop dat dieren goed behandeld dienen te worden. Een lijdensweg voorafgaand aan de slacht, waarvan wij de laatste tijd afschuwelijke voorbeelden hebben gezien, past daar niet bij. Mijn fractie heeft er altijd voor gepleit dat er in internationaal verband op zou worden ingezet de internationale transporten te beperken tot maximaal acht uur of maximaal 500 km. De ChristenUnie las daarom met instemming dat het de inzet van de minister is en blijft om de maximale transporttijd te limiteren. Wat is haar inzet precies?

Zolang wij nog te maken hebben met lange transporten van dieren is het van belang dat de regels die in Nederland en Europa zijn afgesproken worden nageleefd. Ik waardeer de inzet van de minister om samenwerkingsprotocollen af te spreken, maar er blijkt nog genoeg te doen in Europa. Per 1 januari 2008 zijn temperatuursensoren en gps in de transportwagens verplicht voor transporten langer dan acht uur. De criteria voor de sensoren blijken in de branche nog niet bekend te zijn. De toepassing in Europa verschilt. Kan de minister op korte termijn duidelijkheid geven over de criteria? Wil zij zich in Europees verband inzetten voor gelijke voorwaarden? Aanvullend hoort mijn fractie graag waarom is gekozen voor transporten langer dan acht uur en waarom de eisen inzake temperatuursensoren en gps niet ook gelden voor korte en binnenlandse transporten. Ik steun vooralsnog de aanpak door de minister.

Er zijn vanavond veel vragen gesteld. Na het antwoord zal mijn fractie haar definitieve oordeel opmaken.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik citeer een zin uit het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie: "Transport van levende dieren over grote afstand wordt slechts bij uitzondering toegestaan". Wij hebben het over 33.000 varkenstransporten. Kan nog steeds worden gesproken over een uitzonderingssituatie?

De heer Cramer (ChristenUnie): De discussie daarover voer ik graag met mevrouw Thieme als wij over de nota over dierenwelzijn spreken. Vanavond hebben wij een spoeddebat naar aanleiding van incidenten die er zijn geweest. Mijn tekst is regelrecht gebaseerd op ons verkiezingsprogramma. De ChristenUnie pleit voor een transport van maximaal acht uur of 500 km. Wij zullen er wat aan moeten doen, maar het podium van vanavond is niet het podium voor een uitputtende discussie hierover.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik vraag heel simpel of u 33.000 transporten nog steeds als een uitzondering ziet. Is het massale transport van varkens niet gewoon regel?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik snap de vraag niet goed, maar dat ligt ongetwijfeld aan mijn begrippenkader.

Mevrouw Thieme (PvdD): Volgens het verkiezingsprogramma dat uw partij heeft opgesteld, wordt het transport van levende dieren over grote afstand slechts bij uitzondering toegestaan. Ik neem aan dat de ChristenUnie heeft nagedacht over de vraag wat een uitzondering is. Zijn volgens uw partij 33.000 transporten een uitzondering of niet?

De heer Cramer (ChristenUnie): U moet ook de rest van het programma lezen. Wij hebben criteria aangelegd: acht uur en 500 km. Leuker kan ik het vanavond niet maken.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Maar misschien wel eenvoudiger! Ik probeer het nog eens. Het is natuurlijk complete flauwe kul om te verwijzen naar de nota over dierenwelzijn. Dat weet de heer Cramer ook wel.

De heer Cramer(ChristenUnie): Nee, dat weet ik niet.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Jawel. Wij hebben het over veetransporten. Terecht is een citaat uit uw verkiezingsprogramma over veetransporten gegeven. U spreekt over acht uur en 500 km. Alleen bij uitzondering worden levende dieren vervoerd. Bent u bereid maatregelen te nemen? Dat wil de ChristenUnie toch? U haalt uw schouders op. Dat is een beetje een non-verbale, hopeloze communicatie. U kunt toch gewoon ja of nee zeggen?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik geef antwoord met mijn non-verbale communicatie, omdat u eindeloos dezelfde vraag blijft herhalen. Ik heb, ook op de vraag van mevrouw Thieme, antwoord gegeven en gezegd wat het standpunt van de ChristenUnie is. De ChristenUnie vindt dat aan de transporten beperkingen moeten worden opgelegd. Wij hebben een criterium voor de afstand en de tijdsduur genoemd, maar vanavond spreken wij vooral over de incidenten die zich hebben voorgedaan en daarop zijn mijn vragen gestoeld.

U legt mij woorden in de mond en doet het voorkomen dat ik dom ben en dat ik mijn eigen verkiezingsprogramma niet zou begrijpen. U zegt dat ik het aantal moet beperken, dat ik antwoord moet geven op uw vragen en dat ik daarop niet kan ingaan bij de behandeling van de nota Dierenwelzijn. Dat staat volgens mij haaks op wat ik vorig jaar heb bepleit bij de behandeling van de begroting, namelijk dat wij dit soort zaken integraal moeten bespreken bij de behandeling van de nota Dierenwelzijn. Dit aspect heeft daarmee namelijk alles te maken.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Het woord "dom" heb ik niet in de mond genomen.

De heer Cramer (ChristenUnie): Het was ook mijn taxatie van uw woorden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Ik vind dat Kamerleden respectvol met elkaar moeten omgaan en daarom zal ik mij nooit in die zin uitlaten. Nogmaals, dit is iets wat u zegt. Ik vind het echter ook respectvol dat als een collega Kamerlid een vraag stelt, daarop antwoord wordt gegeven. De vraag paste precies bij dit debat: wat wil de ChristenUnie met die veetransporten? Bent u bereid om boter bij de vis te doen en om de mooie woorden in uw verkiezingsprogramma gestand te doen? Wat betekent uw opmerking: acht uur en maximaal 500 km? Redeneert u dan ins Blauwe hinein of bent bereid om concrete maatregelen voor te stellen? Daarvoor is nu het moment aangebroken en niet pas bij de behandeling van de nota Dierenwelzijn. Nu!

De heer Cramer (ChristenUnie): Volgens mij was ik buitengewoon respectvol in de discussie met u. Een aantal keren heb ik op uw vragen geantwoord. Ik heb precies gezegd wat er in ons verkiezingsprogramma staat. Ik heb vragen aan de minister gesteld. Het is ook zeer respectvol om niet meteen met moties te dreigen of om te zeggen waarmee je wel of niet akkoord gaat. Het is daarentegen zeer respectvol om de minister de kans te geven om te antwoorden.

Tweede termijn De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Hoffelijkheid is soms een taai goedje. Toch waardeer ik de wijze waarop de minister haar beleid verdedigt en toelicht. Ik steun haar daar dan ook in. Ik vind het echt goed dat zij de consequenties hardop benoemt. Zij geeft aan dat dit schrijnt, maar dat moet maar een keer. Zoals gezegd, steun ik haar hierin.

Ik heb met plezier geluisterd naar de toezeggingen over de intensivering van de controles en de sancties, alsook over het in te stellen onderzoek. Deze toezeggingen spreken mij aan, juist ook vanwege het belang van ons land en de sector, alsmede de positie van Nederland. Om vaart te zetten achter de discussie over de transporttijden en de afstanden dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veetransporten, met name over grote afstanden, niet bevorderlijk zijn voor het dierenwelzijn en zo veel mogelijk beperkt dienen te worden;

constaterende dat het de inzet van de minister is, de maximale transporttijd te limiteren; overwegende dat de Europese Transportverordening voorschriften bevat die beogen het dierenwelzijn voldoende te waarborgen, maar dat een maximale transporttijd daarin niet is opgenomen als voorschrift;

verzoekt de regering, zich in te spannen voor een Europese limiet aan de transporttijd en/of -afstand en haar concrete inzet daaromtrent onderdeel uit te laten maken van de nota Dierenwelzijn, en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Cramer, Ormel en Waalkens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 75 (28286).