GroenLinks

Inbreng Femke Halsema bij de Algemene Beschouwingen 2007

Ja, ik zie u zitten en denken: de dag duurt lang.
Terwijl het spektakel van kiftende Kamerleden voorbij trekt, wordt het fysieke ongemak groter. Nog eens verzitten, nieuwe stapel op schoot, plaspauze, kopje koffie. Maar ondanks al dit ongemak, heb ik ook sterk de indruk dat u zich steeds behaaglijker in het politieke midden nestelt. Rechts wordt er aan u getrokken (u kende de kritiek al), links wordt er aan u getrokken (en ook dat levert weinig verrassingen op) en u denkt: vooral niet teveel bewegen. Ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat er een extra coalitiecompromisje in de maak is: wat extra kinderbijslag voor het CDA, wat armoedebestrijding voor de PvdA en gratis schoolboeken voor de CU. Daardoor krimpt de vrije, parlementaire onderhandelingsruimte verder in.

Dus nu heb ik ook zitten denken. Ik kan me voegen in het voorspelbare koor van critici. Maar eigenlijk heb ik niet de illusie dat u morgenavond alsnog het GroenLinks-programma uitvoert. Dus wil ik het over een andere boeg gooien. Ik wil u uitleggen waarom wij van GroenLinks ons politieke programma zo belangrijk vinden. Ik wil u overtuigen van de noodzaak van onze politieke visie. En misschien kan ik u dan alsnog verleiden om een eindje met ons mee te bewegen.

Daarvoor wil ik eerst een gedachte-experiment met u uitvoeren.

Stel, je vraagt aan mensen aan het einde van hun leven waarop ze het meeste trots zijn als zij terugkijken? Wat voor antwoorden zou je dan krijgen? Ik heb er geen wetenschappelijk onderzoek naar uitgevoerd maar ik denk de meeste antwoorden wel te kunnen raden. Nu, zullen veel mensen zeggen, de kinderen zijn groot en het gaat ze goed. Daar ben ik echt trots op. Anderen zullen zeggen: ik heb uit het leven gehaald wat erin zit: ik heb me ontwikkeld, avonturen beleefd, gereisd, ben gelukkig geweest. Of: ik heb mijn steentje bijgedragen. Ik heb me nuttig gemaakt. Iemand zal ook wel zeggen: makkelijk was het niet, maar ik heb tenminste niemand echt kwaad gedaan. Maar heel weinig mensen zullen zeggen: ik ben wel zo stinkend rijk geworden. Nog minder mensen zullen zeggen: ik heb 100.000 moslims de grens overgejaagd, daar ben ik nou echt heel trots op. Trots en menselijk geluk gaan uiteindelijk niet over geld en al helemaal niet over het vernederen van anderen. Het ontstaat als mensen in vrede met elkaar kunnen leven en niet vernederd worden, als zij zich kunnen ontwikkelen, voor hun gezin kunnen zorgen, vrienden hebben, bij een gemeenschap horen en vrij kunnen zijn.

Overheid en politiek maken mensen niet gelukkig. Politici kunnen gezinnen niet redden, huwelijken niet lijmen, kinderen niet opvoeden. Politici kunnen mensen niet dwingen tot, of afhouden van de keuzes die zij in hun privéleven maken. Mensen vallen niet van hun geloof door agressieve politici, noch gaan zij in een god geloven omdat politici dat belangrijk vinden. En dat is maar goed ook. Want een opdringerige overheid, die gemakkelijk kinderen bij hun ouders weghaalt of de opvoeding overneemt, die besluit wat mensen thuis wel en niet mogen lezen of op tv mogen zien, of die opdringerig meekijkt over de schouder van de abortusarts, maakt mensen onvrij en beïnvloedt hun geluk welzijn negatief.

Maar de politiek kan wel helpen. Het geluk van mensen wordt ook bepaald door de omstandigheden waarin ze leven. Of ze voldoende inkomen hebben, kansen krijgen, goed onderwijs hebben, in een prettige omgeving leven en goede zorg krijgen als zij ziek zijn, niet geteisterd worden door de criminaliteit van anderen. Iemand die elke dag uren in de file staat wordt daar over het algemeen niet vrolijker van. En de politiek kan de kansen op ons gemeenschappelijke en individuele welzijn vergroten. Door te investeren in de publieke sfeer en door harde grenzen te stellen als mensen en bedrijven elkaar benadelen en de sfeer of de omgeving dreigen te verzieken. Mensen hebben heel weinig aan een overheid die hen met een geheven vinger vertelt hoe te leven, al dan niet op een welkomst-cd. Ze hebben heel veel aan een overheid die hen met praktische maatregelen in staat stelt om wat van hun leven te maken. Dat is een bescheiden bijdrage aan het geluk van mensen, maar tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid, zeker als de economie goed draait en de welvaart stijgt.

En de vraag is doen wij er alles aan?

Groen
Ik hoorde dhr. Tichelaar van de PvdA gisteren zeggen: bij GroenLinks willen ze altijd meer als het om milieu gaat. GroenLinks wil alleen wat nodig is. GroenLinks beschouwt de klimaatverandering als de grootste bedreiging van het welzijn van mensen. De stijging van het water, de aantasting van onze natuurlijke hulpbronnen, het verdwijnen van natuur tasten de economische stabiliteit aan, en daarmee ook de maatschappelijke vrede. We zien elders al hoe klimaatverandering leidt tot honger en armoede, tot grote spanningen en tot geweld. In het rapport Stern dat de regering ook gebruikt zijn de maatschappelijke en economische kosten berekend van niets doen tegen klimaatverandering: zeg maar de Rutte of de Verdonk-variant. Dat kan wereldwijd oplopen van 5% tot 20% van het BNP. Wij hebben dat omgerekend naar de kosten voor Nederland en dat kan betekenen dat elke persoon in Nederland 1500 tot 6000 euro per jaar moet gaan betalen om ons te beschermen tegen een slecht klimaat. Dat is dus de lastenverzwaring die de VVD voor ons in petto heeft maar waarover wijselijk wordt gezwegen. Als wij nu wel ingrijpen dan kunnen wij niet alleen de lasten beperken, maar we kunnen ook, met technologische en milieu-innovatie, de economie duurzaam maken en voor nieuw werk zorgen.

Als de politiek er voor wil zorgen dat mensen prettig kunnen leven, dat ze ook het welzijn van hun kinderen en kleinkinderen kunnen beschermen, dan moet er nu hard worden ingegrepen. En dan bedoelen wij geen kleine symboolmaatregelen, zoals het afsluiten van vrijblijvende convenanten. En we bedoelen al helemaal niet de bouw van kolencentrales, die de klimaatverandering onverantwoord versnelt. De geplande bouw van vier of vijf kolencentrales geeft net zoveel CO2-uitstoot als alle autos in Nederland samen. Wij vinden het zorgwekkend dat het kabinet alle noodzakelijke maatregelen naar Europa verschuift of naar de toekomst. Een kamermeerderheid heeft in juni ingestemd met een het GroenLinks-voorstel om energiebedrijven verplicht een jaarlijks oplopend - deel duurzame energie te laten produceren. Het kabinet slaat de kameruitspraak in de wind en zegt: misschien op termijn als Europa het wil. Dat is laissez faire en onnodig. Landen als Denemarken en Duitsland hebben al lang vergelijkbare maatregelen genomen. Ik vraag de regering dringend de motie Halsema alsnog uit te voeren. De kilometerheffing wordt op de lange baan geschoven, investeringen in het OV blijven uit, filebestrijding heeft geen enkele prioriteit. GroenLinks heeft gisteren een klimaatbegroting gepresenteerd, die is doorgerekend door het milieu en natuurplanbureau. Wij stellen harde grenzen aan vervuiling, vooral door grootverbruikers zoals de grote bedrijven. Wij forceren een markt voor groene producten en wij besparen werkelijk energie. De effecten zijn ernaar. GroenLinks weet de klimaatcrisis in Nederland te keren terwijl het kabinet voortmoddert. Dat blijkt uit de groene doorrekening van het MNP. GroenLinks vermindert de Nederlandse uitstoot van CO2 drie keer zo snel als het kabinet en verdubbelt de extra energiebesparing en de productie van duurzame energie.

Graag wil ik een beargumenteerde reactie van het kabinet op onze plannen.

Sociaal
Niet alleen de klimaatverandering, maar ook de sociale ongelijkheid verstoort het welzijn van de bevolking. In de eerste plaats van de mensen die in armoede leven en aan het einde van hun salaris altijd een deel van de maand overhouden. In ons land leven veel te veel mensen in armoede. Grote inkomensverschillen zorgen ook voor sociale spanningen. Subsidies zoals de hypotheekrente-aftrek à 11 miljard per jaar - voor mensen die het al goed hebben, gaan af van de noodzakelijke investeringen in mensen aan de onderkant en in de publieke sfeer. Zelfverrijking aan de top, ondermijnt de goede verhoudingen in een bedrijf. Steeds weer is er morele verontwaardiging over de topinkomens, maar waar blijven de daden? Het advies van de commissie Dijkstal is veel te aardig voor veelverdieners in de publieke sector. Minister Donner is eerlijk als hij zegt dat we de topinkomens in de private sector maar moeten laten lopen, en minister Bos lijkt dat helaas met hem eens te zijn. Het is goed dat de FNV daar maatregelen tegenover stelt en ik wil daarop graag een reactie van de regering. Sinds het H-woord, het K-woord (K van knetter..), hebben we nu ook het N-woord. Er zou niet genivelleerd mogen worden. Wat is dat voor een raar taboe, dat nu ook de PvdA in de greep heeft. Zelfs de SP heeft de hogere belastingschaal van 60% voor de hoogste inkomens uit zijn verkiezingsprogramma geschrapt. Natuurlijk moet de afstand tussen de inkomens kleiner zijn, natuurlijk moet de welvaart zo eerlijk mogelijk worden verdeeld. Wij zijn blij dat deze regering enkele dingen vraagt van de hogere inkomens, zoals het overnemen van het GroenLinksvoorstel om het eigenvillaforfait af te schaffen voor de huizen boven een miljoen. Dat vraagt om meer, want dit gaat maar om 20 tot 30 miljoen euro terwijl er nog steeds veel teveel gevraagd wordt van mensen in kwetsbare posities. Bijvoorbeeld met bezuinigingen, marktwerking en een eigen bijdrage in de zorg. Wij hebben vanochtend 8 voorstellen gedaan om de inkomens verder te nivelleren. De rijkste mensen en bedrijven gaan wat meer betalen om de kwetsbaarste mensen te beschermen en te helpen. Zoals u van ons gewend bent, zijn deze voorstellen gedekt. We draaien de bezuinigingen op de huurtoeslag en de zorg terug, er komt geen eigen risico en de laagste inkomens krijgen iets extra. We financieren dat doordat de inkomens boven een ton 60 procent belasting gaat betalen en we draaien de verlaging van de winstbelasting voor grote bedrijven met 1,5% terug. Graag wil ik hierop een uitgebreid commentaar. Voor welzijn speelt een eerlijk inkomen een rol. Het is zeker zo belangrijk dat je goed onderwijs kunt volgen, aansprekend werk kunt vinden en de zekerheid hebt dat je goed verzorgd wordt als je ziek bent. Geef daarom eindelijk steun aan de positie van de zwaarbelaste en onderbetaalde leraren, volg de commissie Rinnooy Kan. Een leraar basisonderwijs verdient in zijn eindschaal nu zo weinig dat hij zorgtoeslag ontvangt. GroenLinks zou graag zien dat daar nu verandering in komt, maar het is niet wenselijk dat minister Plasterk daarvoor bezuinigt op andere onderdelen van zijn begroting. Dat gaat al snel ten koste van de kwaliteit en het vergroot de werkdruk. Het geld moet dus elders worden gevonden. Zorg bovendien dat professionals in het onderwijs, maar ook in de zorg, het werk kunnen doen waar zij van houden (zonder permanent door de overheid wantrouwend te worden benaderd). Tot slot vraag ik de regering om haar sociale politiek niet langer te laten gijzelen door de discussie over het ontslagrecht. Het punt is niet dat er niks moet veranderen, maar dat het ten goede moet veranderen. En het kabinet heeft nog steeds geen voorstel ontwikkeld dat werknemers nieuwe kansen biedt en bijdraagt aan hun scholing en ontwikkeling. Zorg daar nou eindelijk eens voor zodat we weer vooruit kunnen.

Ontspannen
Mensen hebben ook tijd nodig om voor elkaar te kunnen zorgen. Paradox: als wij willen dat mensen meer vrije tijd hebben, zullen meer mensen moeten gaan werken. Daarom moet ook de participatie omhoog, maar helaas mis ik concrete doelstellingen van het kabinet. Het mooie van de sociale politiek van GroenLinks is dat wij de arbeidsparticipatie laten stijgen én de tijdstress verminderen. Beiden zijn hard nodig. Uit het ouderonderzoek van het tijdschrift Jongen/Meisje bleek dat werkende ouders vinden dat het opvoeden energie vreet. Bij één op de vier stellen schiet het seksleven er zelfs bij in. Bijna iedereen klaagt over het gebrek aan tijd voor zichzelf. Vorige week bevestigde het SCP het beeld van de ouders van J/M. Op veel punten gaat het weer beter met de Nederlanders, maar op één punt gaat het minder: ze hebben het nog drukker gekregen en ze houden nog minder tijd over. Daar kan het kabinet iets aan doen. Zware teksten over opvoeding en het gezin bieden kinderen geen betere toekomst en geven ouders niet meer tijd voor hun kinderen en voor zichzelf. Het pleidooi van Maria van der Hoeven om iedereen weer 40 uur te laten werken, helpt al helemaal niet.

Betere verlofregelingen, kinderopvang en goede scholen helpen wel. Ik ben blij dat het kabinet eindelijk mijn motie uitvoert die zelfstandige vrouwelijke ondernemers recht geeft op betaald zwangerschapsverlof. Wij hopen ook op steun voor onze initiatiefwet die vaders recht geeft op 2 weken bevallingsverlof. Door de wet kunnen vaders meer genieten van hun kind, kunnen moeders de zorg voor hun kinderen delen, krijgen kinderen meteen aandacht van hun vader en houden werknemers het beter vol. Daarom reken ik op brede steun in de Kamer en van de regering. Dankzij de motie Van Aartsen Bos moeten scholen opvang bieden van 7.30u tot 18.30u. Dat is een uitkomst voor werkende ouders, maar dan moet het wel gebeuren. Volgens de commissie Bruins staan er 20.000 kinderen op de wachtlijst. In de grote steden is de wachttijd gemiddeld een half jaar. Lang niet alle scholen werken mee, de regels zijn ingewikkeld en er is een gebrek aan locaties en goed personeel. Wij vragen de regering om dat uiterlijk voor de herfstvakantie op te lossen en ervoor te zorgen dat de wachtlijsten met de Kerst zijn weggewerkt.

Vrijwaren van vernedering
De belangrijkste bijdrage van elke overheid aan het welzijn van de mensen, is hen te vrijwaren van vernedering. Dat betekent bijvoorbeeld dat er in ons land altijd ruimte is om ten diepste te geloven in God én om ten diepste nergens in te geloven. Geloofsdwang is even onacceptabel als ongeloofsdwang: GroenLinks houdt niet van de dwang om te geloven en evenmin van de dwang om niet te geloven. Maar je mag wel kritiek hebben: op religie en op atheïsme. De overheid dient voor beide zijden op de bres te staan en ik vraag daarin een actief optreden van de premier.

Geweld en onderdrukking zijn de zwaarste vormen van vernedering. Helaas worden mensen in vele landen daardoor geplaagd. Iedereen in deze zaal deelt de behoefte om daar iets aan te doen, om die mensen te steunen. Daarom zijn bijna alle partijen het er over eens dat Nederland een actieve rol moet spelen in de internationale politiek. Het verschil van mening schuilt in de vraag hoe je dat moet doen.

Neem de situatie in Afghanistan. GroenLinks vindt dat Nederland daar een verantwoordelijkheid heeft, maar wij steunen de militaire missie in Uruzgan niet. Het kabinet koerst steeds duidelijker aan op een verlenging van de missie. In het debat worden zware morele argumenten gebruikt. Wie pleit voor een andere aanpak zou de Afghanen in de steek laten, de opbouw van democratie in het Midden-Oosten frustreren of simpelweg een gebrek hebben aan patriottisme. Dat is allemaal weinig overtuigend: de enige maatstaf is of het werkt. GroenLinks was tegen de missie naar Uruzgan omdat het geen wederopbouwmissie maar een vechtmissie zou worden. Nederland zou betrokken raken bij een uitzichtloze grondoorlog met veel slachtoffers, zonder toe te komen aan het opbouwen van het land. Door het gewelddadige karakter van de missie en door de verbinding met de Amerikaanse operatie (en hun schendingen van de mensenrechten) zou je draagvlak bij de bevolking verliezen. Het doet pijn om te zien dat we gelijk hebben gekregen: de situatie wordt erger, het geweld neemt toe, de corruptie groeit, de positie van vrouwen verslechtert en de drugsexport verveelv! oudigt. Onze aanwezigheid helpt de Afghaanse bevolking niet, ondanks de goede intenties en de inzet van de militairen.

De regering zit hiermee in zijn maag. Er is nog niet beslist over een vervolg en ik hoop dat dat betekent dat de regering bereid is om hier serieus over na te denken. Niet als onderdeel van een politiek schaakspel met de NAVO of de VVD, maar met de vraag: wat kan de Afghaanse bevolking echt helpen. Hans Achterhuis schreef in NRC een artikel aan de hand van Hannah Arendt dat behulpzaam kan zijn om het denken te structureren.
1. Stel concrete en beperkte, haalbare doelen. Brengt het gekozen middel het doel dichterbij? Geweld is geen geschikt middel voor het doel van wederopbouw en het leidt tot escalatie. We dreigen te belanden in een oorlog die niet te winnen is.
2. Onderscheid macht en geweld. Je wilt democratische macht voor de bevolking en vecht met diezelfde bevolking. De ontwikkelingswerkers die nog in het land zijn, hebben veel last van de militaire operatie die tegelijkertijd plaatsvindt.
3. Scheid moraal en politiek. Michael Ignatieff schreef een mea culpa over zijn steun voor de oorlog in Irak en zei: Politici moeten de wereld zien zoals zij is, niet zoals ze haar graag zouden zien. Nederland is deze missie begonnen met moreel hoogstaande doelen. Maar dat is niet genoeg: er moet een redelijke kans op succes zijn. Juist Nederland moet weten dat Moralpolitik de Realpolitik niet mag verdringen, denk aan het drama in Srebrenica.

PM Tot slot
Het kabinet lijkt aan te sturen op een nieuwe Europese Grondwet, zonder referendum. Dat is een vorm van paternalisme die past in het beleid om de burger eigenlijk niet zo te vertrouwen.